vrijdag 13 december 2013
De Top Drie (5) van ...
Maartje Wortel (1982) schrijft geregeld verhalen, columns en essays voor o.a. De Avonden, Trouw, NRC en Hollands Maandblad en Eigen Huis & Interieur. Voor haar debuut, de verhalenbundel Dit is jouw huis, kreeg zij de tweejaarlijkse Anton Wachterprijs. Haar roman Half Mens verscheen in 2011 en werd genomineerd voor verschillende prijzen. Op 9 januari zal haar tweede roman IJstijd verschijnen.
De topdrie was erg moeilijk dit jaar, wat een goed teken is. Zo heb ik bijvoorbeeld het wonderschone Treindromen van Denis Johnson links moeten laten liggen in mijn uiteindelijk top drie en ook: Driemaal bij dageraad van Baricco.
Nr 1.
De Idioot van Dostojevski is dit jaar in een nieuwe vertaling verschenen bij de mooiste uitgeverij van Nederland: Van Oorschot. Ik ben gegrepen door de idioot (Prins Mysjkin) omdat hij zich verbaast over allerlei menselijke thema's en eigenlijk de meest oprechte persoon uit het boek is, maar toch de idioot wordt genoemd. De idioot, zoals door Dostojevski is beschreven, is van alle tijden. Er zullen altijd mensen zijn die niet voor waardig aangezien worden, omdat ze niet meedraaien met de leugens en de raddraaierij van de maatschappij en kijken op een manier die niet voor iedereen normaal is. Dostojevski laat de prins zeggen: "Ze houden mij voor een idioot, maar ik heb toch heus wel wat in mijn mars, al hebben ze daar geen vermoeden van." Je zou kunnen zeggen dat deze zin de, - om met moderne woorden te spreken - punchline van het boek is. En uiteindelijk van het leven, er wordt tot op de dag van vandaag nogal langs alle idioten heen geleefd. Doodzonde.
F.M. Dostojevski. De idioot. Van Oorschot, 682 p.
Nr 2.
Afgelopen jaar heb ik samen met mijn Antilliaanse vriendin haar ouders bezocht op Curaçao. Voorafgaand aan de reis heb ik boeken van Boeli van Leeuwen en Tip Marugg gelezen. Dankzij Maruggs' De morgen loeit weer aan kreeg het eiland iets magisch. Marugg schrijft over de straathonden, over hoe vogels zelfmoord plegen door keihard tegen een rots aan te vliegen, hoe de nachten op Curaçao zijn en hoe hij als kind, als hij in bed lag en de streep licht van de gang onder zijn kamerdeur zag schijnen, dacht dat zijn kamertje een zwart vierkant in een groter zwart vierkant was. Toen ik dat las, wist ik dat de beelden die Marugg oproept mij nooit meer los zouden laten. (Ook al zou ik ze vervormen, want bovengenoemde voorbeelden zijn de beelden zoals ik mij deze herinner.) Iedere nacht denk ik, als ik het licht uitdoe; nu bevind ik mij in een zwart vierkant. Ik ben er niet per se vrolijker op geworden, maar dat hoeft ook niet.
Tip Marugg. De morgen loeit weer aan. De Bezige Bij, 144 p.
Nr 3.
Bullet Park. John Cheever. Kan ik kort over zijn: alles wat Cheever schrijft is goed. (x100)
John Cheever. Bullet Park. Knopf, 245 p.
Om dan toch nog een rijtje Nederlandse schrijvers te noemen:
1. Apocalyps. Arnon Grunberg.
2. De eeuwige jachtvelden. Nanne Tepper.
3. Maartse Kamers. Yannick Dangre.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten