Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 9 april 2015

Sprookjesachtige ellende

In In memoriam Mizzi schrijft Ida Simons (1911-1960) op haar karakteristieke, lichtvoetige manier over het leven in de concentratiekampen. Ze stelt er alles in het werk om het  haar zoontje naar zijn zin te maken.

Meer dan een halve eeuw na haar overlijden haalde de Joods-Nederlandse schrijfster Ida Simons de literaire actualiteit naar aanleiding van de heruitgave van Een dwaze maagd (1959). Simons’ geraffineerd portret van het leven in de Joodse kringen in Antwerpen en Nederland tussen de twee wereldoorlogen stond wekenlang in de bestsellerlijsten en was beslist dé herontdekking van 2014. 
Simons schreef In memoriam Mizzi drie jaar voor Een dwaze maagd. De novelle verschijnt met een grondig gedocumenteerd en verhelderend nawoord van uitgeefster Eva Cossee. Tussen 1943 en 1945 had Simons met haar man en kind in de concentratiekampen van Westerbork en Theresienstadt geleefd. 
Sinds hun onverwachte bevrijding, die Simons ‘het groote wonder’ noemt, zijn elf jaar voorbijgegaan. Ze heeft de novelle opgedragen aan haar zoon Jan “omdat ik wilde dat hij niet vergeten zou dat de donkerste uren verlicht kunnen worden door een liefdevol hart”. 
De lichtvoetige toon en ironische blik die Een dwaze maagd kenmerken vinden we in de eerste regels al terug. Simons schrijft: “De waarheid moet maar eens gezegd: de kinderen vonden het leven in een kamp heerlijk.” 
Tussen 1943 en '45 leefde Simons met man en kind in twee concentratiekampen
De kinderen ontsnappen overdag aan het wakend oog van de volwassenen die moeten werken en worden ’s avonds door hun ouders vertroeteld. Ook de jonge vertelster stelt alles in het werk om het haar zoontje naar zijn zin te maken. Ze laat hem spelen met Mizzi, een hond die per uitzondering in het kamp is gedoogd omdat hij kan glimlachen. Met dit aardige kunstje weet het dier vriend en vijand te charmeren. In memoriam Mizzi is amper dertig bladzijden lang en doet sprookjesachtig aan. Naar de ellende laat Simons ons grotendeels raden, wat dit verhaal des te heftiger maakt. 

In memoriam Mizzi, Ida Simons. Cossee, 64 p.  
Deze recensie verscheen op 8 april in De Morgen.

Niks mis met aardig zijn

Essay. De Amerikaanse auteur George Saunders schrijft een pittig en aanstekelijk betoog voor meer vriendelijkheid. 

In 2013 hield de gelauwerde roman- en verhalenschrijver George Saunders (˚1958) tijdens de diploma-uitreiking in Syracuse University een toespraak voor zijn studenten. Dat de gevolgen verder zouden strekken dan een daverend applaus, had hij niet kunnen bedenken. De New York Times bemachtigde de tekst en publiceerde die op de website, waar in een mum van tijd meer dan een miljoen keer lezers op af zwermden. Het succes trok de aandacht van uitgevers wereldwijd. Ook bij ons verschijnt de toespraak nu in boekvorm. 

Aan de hand van persoonlijke anekdotes houdt Saunders in Proficiat, trouwens een pleidooi voor meer vriendelijkheid. Terugblikkend op zijn leven betreurt de 57-jarige auteur vooral de keren dat hij niet aardig is geweest. Wat staat vriendelijk zijn in de weg? 
“De behoefte om te slagen vernieuwt zich steeds weer (succes is als een berg die almaar blijft groeien terwijl je bezig bent hem te beklimmen), en het gevaar is niet denkbeeldig dat ‘willen slagen’ je hele leven in beslag gaat nemen, terwijl de grote vragen blijven liggen”, stelt Saunders. Hij haalt aan welke remedies bestaan tegen ‘de ziekte van het egoïsme’ en instigeert ons op zoek te gaan naar ‘het lichtende deel van onszelf’. 
Proficiat, trouwens is een grappig en inspirerend boekje dat in een half uur uit is, maar steeds opnieuw herlezen kan worden. Een aardig geschenkje, ook. 



Proficiat, trouwens. George Saunders. Vertaling: Harm Damsma en Niek Miedema. Luster, 64 p.
Deze recensie verscheen op 8 april in De Morgen.