Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 1 januari 2014

De Top Drie (24) van ...


Steven van Ammel (1976) is boekhandelaar sinds 1998. Kwatongen beweren dat hij z'n antiquariaat Rosencrantz & Guildenstern doopte om na drie jaar, bij het stopzetten van de zaak, "Are dead" op de etalage te kunnen kladden. Steven werkte voor grote ketens, kleine boekhandels, uitgeverijen en literaire festivals. Sinds 2009 is hij boekhandelaar bij Passa Porta.

Nr 1.
2013 bracht vooral vertaald leesplezier. Zo vond ik na lang zoeken eindelijk het Verzameld Werk van Isaak Babel in de vertaling van Charles B. Timmer, de twee delen in stemmig zwart foudraal. Twee weken later verscheen de nieuwe vertaling van Froukje Slofstra bij Van Oorschot en kon het stemmig zwarte foudraal na een steekproef ongelezen de boekenkast in. Isaak Babel slaat me voortaan in glashelder Nederlands om de oren.
De ontdekking van het jaar, en meteen mijn eerste tip, was geen boek maar een schrijver. Op de lijst genomineerden voor de 2013 Man Booker International Prize stond, tussen ronkende namen als Aharon Appelfeld, Lydia Davis en Vladimir Sorokin, de mij onbekende Zwitser Peter Stamm. Ik zocht en vond een roman van hem, Zeven jaren, en was verbluft. Een verhaal als in een dozijn (driehoeksverhouding), een klare stijl en eenvoudige structuur, maar bevolkt door personages die me nu nog op de huid zitten en een toon die – ik beken – verslavend werkt. Alles van Stamm moest gelezen worden. In de ramsjkelder van boekhandel de Tribune vond ik twee uitgaves van de Geus en een bevriend recensent bezorgde me een uitverkocht boek verschenen bij Van Gennep. Het werk bleek veel vertaald, veelal door dezelfde vertaler, maar bij de meest uiteenlopende uitgeverijen. Ik las terug in de tijd, van zijn meest recente tot zijn oudste werk. De verhaallijnen en vertelperspectieven varieerden enorm maar telkens was daar die toon, die stem herinnerend aan Camus en Emmanuel Bove (van wie dit jaar eindelijk ook weer een mooie vertaling verscheen). Zelf vond ik de helaas uitverkochte roman Kathrine (oorspr. Ungefähre Landschaft) zijn sterkste maar leest u vooral Zeven jaren en laten we hopen dat meer vertalingen zullen volgen.



Peter Stamm. Zeven jaren. De Arbeiderspers, 212 p.

Nr 2.
Onvoltooide liefdesbrieven vormt het bewijs dat een roman die zich moeilijk prijsgeeft vaak het langst bijblijft. De auteur, Michaïl Sjisjkin, was te gast bij Passa Porta en nam deel aan het nieuwe initiatief Read & Meet. Een horde Russen, Bulgaren, Polen en Belgen deelde leeservaringen en strooide lof. Wat voor de Nederlandstalige lezer een verbluffend intertekstueel spel was, bleek voor de Russische lezer de evidentie zelf. Naast een discours over de dood en hoe kunst de enige manier is om die te overstijgen kregen we ook de kans om het Russische literatuuronderwijs in werking te zien. Hoe soepel de Nederlandse vertaling ook leest, de Russische lezers ontdekten net iets meer én ontrafelden zonder moeite de literaire verwijzingen, van Dostojevski tot eeuwenoude sprookjes. (Alle begrip voor de vertaler trouwens; moest elke literaire verwijzing een voetnoot krijgen, het boek was allicht een derde dikker en minder leesbaar.) Sjisjkin stelt ietwat arrogant dat hij geen boeken schrijft die men op de tram of voor het slapengaan leest. Ik kan dit alleen maar beamen: zijn stijl – de meanderende zin, de omsingelde gedachte – dwingt tot traag lezen en herlezen, wat ik met plezier deed en nog zal doen.



Michaïl Sjisjkin. Onvoltooide liefdesbrieven. Querido, 312 p.

Nr 3.
Mijn volgende tip verscheen niet in de handel en toch kon iedereen het desgewenst gratis lezen. In De Witte Raaf nr. 162, het maart-april nummer, verscheen De niet meer gezonde man van Dirk Lauwaert, een tekst die later in boekvorm een kleine oplage hors commerce kende. Lauwaert schreef over zijn ervaringen als zieke en over het wraakroepende onvermogen van medici om hem als individu te beschouwen en hem als mens te behandelen. De meest essentiële tekst die ik dit jaar las.
Verder bracht het jaar een aangrijpende, rijpe roman over De Groote Oorlog (Oorlog en Terpentijn, Stefan Hertmans), langverwachte en niet te missen vertalingen van de nieuwe Gonzo journalistiek (Deutschboden van Moritz von Uslar, Pulphead van John Jeremiah Sullivan), gloedvolle vertalingen van 'kleine' klassieken (Walser, Cheever, Gazdanov) de verzamelde gedichten van een held (New and Selected Poems, Charles Simic), genotvolle kookboeken (Polpo, De Soek), een veelbelovende roedel jonge goden (Ouariachi, De Vries, Van Gerrewey) en een alleraardigst plaatjesboek: Held op sokken. Prachtige prenten en – getuige de verbale sprong van onze driejarige dochter – zeer uitnodigend tot het meebrullen van de eindrijmen.



Dirk Lauwaert. De niet meer gezonde man.