Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 3 juli 2013

In suiker gedoopte rabarberstelen


De kans bestaat dat ik op dit ogenblik naar de Tour de France kijk, niet in mijn woonkamer, maar in een weide in de vallei want daar gaat het peloton tussen elf en één passeren. Hoewel ik niet aan wielrennen doe en me niet bepaald voor de wielersport interesseer, heb ik iets met de Tour de France. De renners wisselen, de fietsen evolueren en de schandalen nemen elk jaar grotere proporties aan, maar de essentie blijft dezelfde: de Tour de France markeert een ijkpunt in het jaar. Het betekent terugkeren naar de zomers van vroeger, de lichtheid voelen die het vooruitzicht van zestig dagen vakantie met zich meebrengt, breken met de routine van het schooljaar, op een trager, losser ritme overschakelen en – ook belangrijk – na een kwakkelvoorjaar eindelijk de zon zien. 

Ook in het noorden klimt het kwik tijdens de Tour boven de zevenentwintig graden. “Uitzonderlijke weersomstandigheden voor België!” klinkt minstens drie keer per dag op radio en televisie. Na de regens die in de lente zijn gevallen (zoveel neerslag heeft België in decennia niet gekregen), schitteren parken en tuinen in vijftig tinten groen. Wij kinderen lopen blootsvoets door het gras, we kruipen door de heg van de buurman als die niet thuis is, we maken brouwsels van grassen en bloemen, we spelen belletje trek (als de buurman wel thuis is) of anders liggen we languit op een laken te lezen, sabbelend op in suiker gedoopte rabarberstelen.

We gaan pas naar binnen als we naar het toilet moeten (al wordt dat probleem ook soms in de tuin opgelost), als onze ouders drie keer hebben geroepen dat het tijd is om naar bed te gaan of als de Tour de France op televisie is. Alleen voor de Tour mogen we midden op de dag tv-kijken. De kamer waar de televisie staat, pal boven de keuken, is ‘s winters knus maar in de zomer een sauna, zeker als de rolluiken zijn neergelaten. Om het daar uit te houden moeten het venster en de deur open, wat een tocht creëert waardoor om de haverklap wel ergens in huis een deur of raam met een harde rinkelende klap dichtslaat. 

Niemand let erop, niet de oom of huisvriendin die even kwam aankloppen en nu ook voor het scherm zit, noch de buurman die zich afvroeg of wij misschien bij hem hebben aangebeld, noch onze ouders, zo ingespannen kijken ze allemaal naar de Tour. Wij kinderen genieten maximale vrijheid, maar geen haar op ons hoofd denkt eraan de televisiekamer te verlaten. Ademloos gluren we over de schouders van de volwassenen naar de exploten van het peloton, niet omdat het wielrennen op zich ons boeit, maar omdat de sfeer in dat verduisterde, bedompte kamertje uniek is. Zodra Bernard Hinault en Greg Lemond op het scherm kristalliseren, vallen de gesprekken stil. Een bepaalde concentratie neemt bezit van de kamer en snoert ons, kinderen, de mond. Op geen enkel ander ogenblik staan we dichter bij het mysterie van de volwassenheid. Kijken naar mensen die op een fiets een helling beklimmen is nu van levensbelang, al weten we niet waarom. 

In die schemerige huiskamers zijn passies voor de wielersport geboren, daar ben ik van overtuigd. Bij mij is het nooit tot een wielercarrière gekomen, maar de Tour heeft me op die warme julimiddagen wel begoocheld. Het beste bewijs is dat ik nu, meer dan een kwarteeuw later, toch maar voor de verbaasde blikken van mijn kinderen sta te joelen naar de karavaan. Als we tenminste niet aan het lezen zijn op het strand. Of in de tuin erwtjes doppen. Of bramen gaan plukken in het bos. Of een banana-split oplepelen.

De zomer heeft nog meer bescheiden genoegens in petto. Voor de volledige lijst verwijs ik naar Philippe Delerm. Zijn boekje La première gorgée de bière et autres minuscules plaisirs, een bundel van vierendertig korte teksten over alledaagse geluksmomenten, is overigens ideale lectuur aan het strand, al kan u het ook lezen terwijl u naar de Tour de France kijkt met een rabarbersteel en een kommetje witte suiker bij de hand.


La première gorgée de bière et autres minuscules plaisirs (Philippe Delerm), L’Arpenteur, 92 p.
Van Boeken en Mensen wenst u een goede zomer en keert terug in september.


Verwacht om 13:21.

12' voorsprong.

Peloton.

Maillot jaune.