Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 12 december 2013

De Top Drie (4) van ...


Mark Cloostermans (1977) schrijft sinds 2002 voor de boekenbijlage van de krant De Standaard. Ook is hij vast medewerker van het Vlaamse cultuurmagazine Staalkaart. Er verschenen twee non-fictieboeken: De tak waarop wij zitten (over het Vlaamse boekenvak, Epo 2006) en Bloot zijn en beginnen (over het werk van Kristien Hemmerechts, Atlas 2008). Recent publiceerde hij essays over theatermaker Piet Arfeuille (in diens boek Schuilkelders en paleizen, Lannoo 2012) en Louis Couperus (in de herdruk van diens roman De ongelukkige, L.J. Veen 2013). Cloostermans groeide op in het Oost-Vlaamse Kruibeke en woont en werkt momenteel in Barcelona.

Nr 3.
Astronaut van Oranje is een beetje tussen de plooien gevallen. Niettemin heb ik veel plezier beleefd aan de debuutroman van het Vlaamse schrijversduo Andy Fierens en Michaël Brijs. Ergens in de toekomst. Op de aarde, ‘Terra’, is Vlaanderen een zelfstandige republiek geworden, waar het Vaticaan meer dan één vinger in de pap heeft. Die vingers reiken tot in de ruimte, want alleen Vader Degrelle weet wat de eindbestemming is van het ruimteschip Rex. Het zou om de planeet Molokai kunnen gaan, maar eerst moet er een tussenstop gemaakt worden op Vulva, het laatste ruimtebordeel met echt Vlaamse hoeren. Kapitein Borms maakt die tussenstop op elke reis, maar dit keer gaan de poppen aan het dansen. Katholieken, flaminganten, nee: de hele Vlaamse bourgeois-cultuur wordt door Fierens en Brijs op de korrel genomen, in een boek dat zowel knipoogt naar Rilke als Moebius. Er zijn dit jaar een paar uitstekende Vlaamse romans geschreven (Marie van Christophe Vekeman, Gelukkige slaven van Tom Lanoye...), maar Astronaut van Oranje was de grootste verrassing.


Andy Fierens & Michaël Brijs, Astronaut van Oranje. Een Vlaams epos. De Bezige Bij, 263 blz., € 18,90

Nr 2.
In het Kulturkaufhaus Dussmann in Berlijn hebben ze een mooie selectie Engelse literatuur, die ook een kast met uit het Duits vertaald proza omvat. Zo ontdekte ik, via het Engels, een groot Duitstalig talent: Daniel Kehlmann. Kehlmann heeft het niet geringe talent om complexe romans te schrijven vanuit een kinderlijke verbazing. Om postmoderne spelletjes te spelen (wat is waarheid en wat is fictie, binnen en buiten het kader van een roman of verhaal?) zonder dat het steriel wordt. Om personages met een eigen stem te laten spreken. Zijn verhalenbundel Ruhm (in mijn geval dus: Fame) is een filosofische sterk samenhangende bundel over mensen die uit hun leven proberen te ontsnappen, een doorbraak proberen te forceren. Later las ik ook nog zijn meest recente roman F, een familieroman/komedie/thriller over het toeval, waarin gepeild wordt wat er eigenlijk zeker is in het leven. F is sterk, maar Ruhm, met zijn duizelingwekkende veelzijdigheid, blijft mij voorlopig het liefste. Tenzij ik me sterk vergis, zal Kehlmann heel gauw onmisbaar worden voor de hedendaagse Duitse literatuur.


Daniel Kehlmann, Roem. Vertaling: Jacq Firmin Vogelaar. Querido, 232 blz., € 18,95
F. Vertaling: Gerda Meijerink. Querido, 317 blz., € 19,95.

Nr 1.
May we be forgiven start met een ongeval en een moord. George Silver, een man met een opvliegend kantje, veroorzaakt een auto-ongeval en moet, totaal verward, in een instelling opgenomen worden. Als hij daaruit ontsnapt en thuiskomt, vindt hij zijn broer Harold bij zijn vrouw in bed, waarop hij haar de schedel inslaat met een lamp. En dit alles in de eerste vijftien bladzijden. Terwijl George opnieuw wordt afgevoerd naar de instelling, blijft de lezer bij Harold, die probeert om het schandaal rond zijn broer te bezweren en diens kinderen op te vangen. Wat volgt is een satire op de Amerikaanse samenleving, een nauwelijks in bedwang gehouden gekkenhuis waarin regels het hebben gewonnen van sanity. Rond Harold Silver valt eerst alles aan scherven, maar in de loop van een jaar (en veel onverwachte ontmoetingen, ontsporingen en ontsnappingen) vormt zich langzamerhand een nieuwe familie rondom hem. A.M. Homes schreef mee aan de tv-serie The L Word en ergens merk je dat. Homes verspilt geen seconde aan psychologische analyse, zet het verhaal nooit stil; de roman dendert voort, de ene scène na de andere. Aan het eind heb je het gevoel veel te hebben meegemaakt en zijn Harold, zijn “kinderen” en zelfs zijn nieuwe “ouders” je heel dichtbij gekomen. In de laatste vijftig bladzijden overkwam me enkele keren iets heel ongewoons: de tranen stonden me in de ogen. May we be forgiven is terecht geloofd (Jeanette Winterson had het over ‘the great American novel for our time’) en bekroond (met de Women’s Prize for Fiction 2013). Voor wie (zoals ik) niet kan ophouden na May we be forgiven: probeer zeker ook In a country of mothers.


A.M. Homes, May we be forgiven. Granta Books, 480 blz., € 19,99.
Vergeef ons. Vertaling: Gerda Baardman. De Bezige Bij, 558 blz., € 19,90. 


Geen opmerkingen: