dinsdag 24 december 2013
De Top Drie (16) van ...
Peter Jacobs (1965) is redacteur van De Standaard der Letteren. Hij schreef met Erwin De Decker reisboeken over de legendarische route nationale 7 door Frankrijk en over het IJzeren Gordijn door Europa. In zijn recentste boek Een tijdreis door België 1814-1915 bracht hij 21 reisverhalen over België samen, van voor Waterloo tot na het begin van de Eerste Wereldoorlog. De schrijvers zijn bekenden als Zweig, Hugo, Rilke en Thackeray, maar ook vergeten namen als Luise von Ploennies, Adeline Trafton en de laatste koning van Hawaii.
Nr 1.
Net uit en schitterend bevonden: In mijn vreemde land van Hans Fallada, zijn geheime gevangenisdagboek van 1944, waarin hij zijn afkeer voor de nazi’s van zich afschrijft door een inventaris te maken van kleine en grote incidenten die hij, zijn vrienden en collega’s andersdenkenden vanaf de machtsovername van de nazi’s in 1933 ondergingen. De bestsellerauteur Hans Fallada is onder Hitler in Duitsland gebleven en probeerde daar aan de bak te komen zonder zich aan het nazisme te verbranden. In zijn dagboek wil hij verantwoorden waarom hij niet voor de exil gekozen heeft en bewijzen hoe lastig het was steeds weer te schipperen en vernederd te worden als ‘onwelgevallig auteur’. Het boek zit vol tegenstrijdigheden, maar dat maakt het menselijk – Fallada flirt zelfs met antisemitisme en blijkt een keer zelfs toe te geven aan de eisen van cultuurpaus Goebbels. Maar de schrijver is vooral woedend over wat hem en Duitsland is aangedaan; hij lijkt soms naïef en is vaak ontgoocheld; hij hoopt en hij twijfelt over de afloop. Hij droomt over een ondergrondse bunker waarin hij met zijn gezin die verschrikkelijke tijden kan uitzitten. Zoals in alle romans van Fallada zijn ook hier de kleinste personages haarscherp en met droge vaak zwarte humor neergezet. In mijn vreemde land is een boeiend en ongewoon document dat in één geut geschreven is.
Hans Fallada. In mijn vreemde land. Cossee, 352 p.
Nr 2.
De herdenking van de Eerste Wereldoorlog veroorzaakt een ongeziene zondvloed van boeken – van lokale geschiedenis over romans tot strips en kinderboeken. Maar een van de vroegste publicaties is meteen al een winnaar. In de categorie non-fictie is Slaapwandelaars van de Australische professor Christopher Clark geen lichte kost, maar een tour de force van overzicht en inzicht. De auteur stelt onze kijk op de aanloop naar de oorlog bij. De titel vat zijn these samen: de Europese mogendheden marcheerden niet ordentelijk naar het front, maar trokken in verwarring bijna blind ten oorlog. Er volgen volgend jaar nog massa’s boeken over 1914, maar het zal moeilijk zijn Slaapwandelaars te evenaren.
Christopher Clark. Slaapwandelaars. De Bezige Bij Antwerpen, 512 p.
Nr 3.
Ik word zielsgelukkig van de aandacht die Virginia Woolf in ons taalgebied opnieuw krijgt. In de eerste plaats was er Tussen de bedrijven, de fijnzinnige vertaling van haar laatste werk door Erwin Mortier . Between the acts (1941) was de enige roman van de grote Britse modernist die nog niet in het Nederlands vertaald was. Mortiers klus was geen sinecure, want in een dorpstoneeluitvoering op een junidag in 1939 condenseert Woolf de hele Britse cultuurgeschiedenis vanaf de elizabethaanse tijd, stromen de dagelijkse beslommeringen, de liefdes, de ambities en de frustraties van allerlei mensen door elkaar, en dreigt subtiel de harde internationale actualiteit in te breken in het schijnbaar gezapige leven op het Britse platteland. Een rijk boek zonder plot en zonder hoofdpersonages. Mortier heeft van de vertaling geen dorre doorslag gemaakt en de muzikaliteit van Woolfs taal niet afgevlakt. Opmerkelijk is dat Tussen de bedrijven nog fris leest voor een schrijfster die de reputatie heeft moeilijk, serieus of tragisch te zijn. En dan was er ook de nieuwe vertaling van Mrs Dalloway bij Athenaeum-Polak & Van Gennep. Vertaalster Boukje Verheij geeft met haar titelkeuze al subtiel aan dat ze anders werkt dan haar voorgangster Nini Brunt: ze vertaalt ‘Mrs Dalloway’ als ‘Mevrouw Dalloway’ – logisch, zo lijkt, maar niet evident, want in vele vertalingen blijft de Engelse titel behouden. Verheij worstelt zich wonderwel door de wervelende beschrijving van een dag in het leven van societydame Clarissa Dalloway, door een kluwen van gedachtestrepen en (punt)komma’s, door het geroezemoes van de Londense straten en door het meerstemmige concert van elkaar kruisende personages. Deze vertaling leest soepel en vlot, de volzinnen staan strak, maar tintelen ook van het taalgenot, zonder dat Verheij ooit ver van het origineel afdwaalt. (En voor de Woolf-fetisjisten onder ons, niet te missen: een tuinboek, Virginia Woolf’s Garden (Jacqui Small), de biografie van de huishoudster van de Bloomsbury Group, The Angel of Charleston (British Library), het tijdschriftje dat Woolf met haar neefje in elkaar knutselde, The Charleston Bulletin Supplements (British Library) en de heruitgave met de originele illustraties en een nieuwe inleiding van Jeanette Winterson van Orlando (The Folio Society).)
Virginia Woolf. Tussen de bedrijven. Vertaald door Erwin Mortier. De Bezige Bij, 237 p.
Virginia Woolf. Mevrouw Dalloway. Vertaald door Boukje Verheij. Athenaeum-Polak & Van Gennep, 184 p.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten