Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 7 december 2012

Raison d’être


Is het omdat de buurvrouw van honderdenvier die deze zomer nog elke ochtend om zes uur ging zwemmen en tot vorige week nog kookte voor haarzelf en haar aangenomen zoon van vijfenzestig en soms ook voor zijn vrouw, sinds enkele dagen met een dubbele hartinfarct in het hospitaal ligt, omdat ik dit vernam bij de bakker, na een tocht door de bossen waarbij ik geen mens had gezien en ik had gerend tot ik mijn werk, mijn familie en mezelf was vergeten, en omdat monsieur Gilbert me verteld heeft dat de andere buurvrouw al bij hem heeft aangeklopt om geld te vragen voor een bloemenkrans bij de begrafenis?
Of is het omdat een vriend van me hartproblemen heeft en een vriendin is geopereerd van een gezwel in haar borst en een schoolmoeder die ik een beetje ken na een revalidatie van kanker nu opnieuw naar het ziekenhuis moet omdat er een vreemde cyste in haar mond groeit?
Heb ik daarom zin om te vergeten?

Is het omdat de kleine plataan in de tuin bijna al zijn bladeren heeft verloren en de grote plataan die tot enkele dagen geleden nog weelderig groen stond plots gestart is met wat op een race naar de kaalheid lijkt?
Is het omdat december is begonnen zonder dat november in mijn hoofd heeft bestaan, want hoe vaak heb ik me, als ik op een administratief document een datum moest invullen, niet vergist en zonder nadenken “07” of “08” geschreven?
Is het omdat er op het parkeerterrein bij de supermarkt al een kraam met kerstbomen staat?
Omdat mijn oudste zoon me gisteren vertelde dat hij al jaren niet meer in Sinterklaas gelooft, noch in de Kerstman, wat te verwachten is want hij is negen, maar wat ik tot eergisteren niet zeker wist omdat hij de schijn zo goed ophield?
Omdat ik grijze haren krijg en lijntjes rond mijn ogen?
Wil ik daarom de tijd stilzetten?

Is het omdat ik niet zeker weet of de roman waar ik aan werk iets gaat worden en omdat ik de routine begin te kennen, de flow die bij elk project opzet en me vervult met een enthousiasme dat achteraf gezien ongegrond blijkt?
Is het omdat mijn verhaal in De Revisor velen, althans toch de lezers die ik zelf ken, heeft verward omdat ik vaak suggereer en omdat ik een bepaalde term opzettelijk verkeerd gebruik, wat inzicht zou moeten geven in het hoofdpersonage, maar kennelijk een bron van ergernis is?
Is het omdat ik bijna geen reacties krijg op mijn blog?
Omdat het manuscript van een vriendin werd afgekeurd op basis van vage redenen die in tegenspraak zijn met de vorige mening van de persoon in kwestie?
Omdat een andere vriendin de vierhonderd onverkochte exemplaren van de eerste druk van haar debuut gebruikt om het haardvuur aan te steken?
Omdat we in een tijdperk leven waarin gepubliceerde auteurs elk kanaal (moeten) gebruiken om aan zelfpromotie te doen en meningen te ventileren en blijkbaar ook, als de kans zich voordoet, sneren uit te delen aan collega’s?
Heb ik daarom zin om te zwijgen?

Vergeten, de tijd stilzetten, zwijgen: zijn dat redenen waarom ik niet zonder lezen kan, waarom ik in lezen steeds meer – om een polemische term te gebruiken – een “raison d’être” vind, waarom ik bij mezelf de nood vaststel om me te verliezen in een roman, het liefst van een buitenlandse auteur want het proza in ons taalgebied vind ik doorgaans zuurstofarm, een buitenlandse auteur zoals Raymond Radiguet bijvoorbeeld, een Fransman die stierf in 1923 toen hij twintig was, een paar maanden nadat hij het manuscript van zijn tweede roman had ingediend bij Grasset, Le Bal du comte d’Orgel, een verhaal dat zich afspeelt in de Parijse salons aan het begin van de twintigste eeuw, in het bijzonder dat van de graaf Anne d’Orgel en zijn jonge vrouw Mahaut, met in de hoofdrol François de Séryeuse, een jongeman die wordt opgenomen in de vriendenkring van de graaf en de gravin en verliefd wordt op de gravin en precies daarom de protegé van de graaf wordt, al beseft de graaf dat zelf niet?
Met een psychologisch inzicht dat verbazend is voor iemand van twintig schetst Radiguet hoe de relaties tussen François en de graaf en de gravin evolueren. Le Bal du comte d’Orgel is een klein boekje, maar een parel die vandaag, bijna honderd jaar later, nog steeds origineel en modern aandoet. De drukproeven werden verbeterd door Joseph Kessel en Jean Cocteau, die behalve Radiguets mentor naar het schijnt ook zijn minnaar was, en indertijd lokte de publicatie veel reactie uit omdat boze tongen beweerden dat Cocteau de eigenlijke auteur van de roman was. Uit Le Bal du comte d’Orgel spreekt namelijk een meesterschap dat maar enkele auteurs bereiken en meestal pas na een lange carrière. Jaloezie is van alle tijden.

Le Bal du Comte d’Orgel, Le Livre de Poche, 190 p.

1 opmerking:

Michiel zei

Het ware best dat je verder deed met je blog, anders verlies ik mijn raison d'être.