Luc de Rooy (1979) is uitgever van Uitgeverij Karaat en vertaler. Daarnaast bespreekt hij wel eens Latijns-Amerikaanse literatuur op de literaire weblog De Contrabas.
Als uitgever hoor ik hier natuurlijk alle boeken van Uitgeverij Karaat te vermelden. Of andere boeken van onze auteurs. Of de oorspronkelijke editie van titels die in 2013 vertaald zullen worden. Maar om nog een beetje geloofwaardig te blijven – u begrijpt het: geen Karaat-(co-)auteurs op de lijst. Wel drie titels die wat mij betreft interessant waren, opvielen of die ik gewoon met veel plezier gelezen heb. Misschien niet mijn absolute top drie van dit jaar, maar zeker wel titels die het waard zijn aan het eind van het jaar te herdenken. En omdat ik niet weet in welke volgorde ze moeten, staan ze alle drie op een gedeelde tweede plek.
Nr 2.
Ik las Maartje Wortels top drie op deze website, en was bijna teruggekrabbeld om deze titel te noemen (want bij haar op de derde plek geplaatst). Maar nee, dat zou flauw zijn. Enkele van MW’s woorden: een novelle van ‘een van de beste schrijvers van Nederland’ – Manon Uphoff. Dat kan ik alleen maar onderstrepen. Ik volg al jaren wat Uphoff schrijft en bewonder haar werk. Zo ook De ochtend valt. Wederom buitengewoon schrijnend. Wederom buitengewoon gestileerd. Wederom buitengewoon mooi.
Nr 2.
Daarnaast ga ik ook voor een graphic novel, een Nederlandse parel. Ik ben geen kenner, en het kan best dat er mensen zijn die nu gaan zeggen: ‘maar er zijn dit jaar veel betere graphic novels verschenen’, maar daar gaat het hier niet om. De titel luidt: Toen David zijn stem verloor en is van Judith Vanistendael. Een prachtig boek. Ontroerend, sereen, grappig en pijnlijk (en nog een rist beschrijvingen). Daarbij: heel mooi getekend en uitgegeven. Verstild zoals alleen Franse cinema dat af en toe is.
Nr 2.
En toen kwam ik nog een prachtig boekje tegen van een Colombiaanse auteur, Tomás González, dat (waarschijnlijk) in 2013 in Nederlandse vertaling zal verschijnen bij Signatuur: La luz difícil. Een boek over een Colombiaanse immigrant in New York, die niets anders kan doen dan wachten op het telefoontje dat moet melden dat zijn zoon aan de westkust van de Verenigde Staten euthanasie heeft laten plegen. Kippenvel, alleen al bij de gedachte. Maar het gaat niet alleen hierover, een gegeven dat door veel schrijvers tot een tearjerker zou hebben geleid – het boek vertelt ook over hoe het is als migrant naar een ander land te trekken, en over hoe het is als je jaren later terugkeert. En over het door een stad zwerven vol immigranten, zonder dat je echt bij iemand kunt aankloppen. Een boek dat aansluit bij literaire uitgaven van de afgelopen jaren die zich (mede) in NYC afspeelden: Open Stad van Teju Cole, Valse papieren van Valeria Luiselli of Nederland van Joseph O’Neill.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten