Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

zondag 23 december 2012

De Top Drie (7) van


Manu Van Dorpe (1945) was gedurende veertig jaar werkzaam als plastisch chirurg. Sedert zijn pensioen leeft hij op het Noord-Franse platteland en beoefent bescheiden agrarische activiteiten.

Nr 1.

De haas met de amberkleurige ogen heb ik in één adem uitgelezen, zoals de meeste boeken die me boeien. In een vorig leven heb ik netsuke, Japanse miniatuur sculpturen, ontdekt, bestudeerd en op bescheiden schaal verzameld. Dit boek gaat over de perikelen van een verzameling netsuke, samengesteld eind negentiende eeuw, toen Japan pas open ging voor buitenlanders, en over de bewogen geschiedenis van de familie Ephrussi. We maken het einde van de negentiende eeuw in de Parijse salons mee met figuren als Marcel Proust en de gebroeders Goncourt, de zaak Dreyfus, het Wenen van het interbellum en de opkomst van het Nazisme, de teloorgang van de eens machtige joodse familie en de onwaarschijnlijke redding van de netsuke verzameling. Geschreven door de erfgenaam en huidige eigenaar van de verzameling, Edmund de Waal. Geen grote literatuur, maar boeiend verhaald.

Nr 2.

Elk jaar lees of herlees ik een klassieker. Dit jaar pikte ik er toevallig East of Eden (1952) van John Steinbeck uit.
Het boek hield me in zijn ban van begin tot einde. Het is een saga van twee families die zich in het Californië van begin negentiende eeuw vestigen. Grote thema's als goed en kwaad, ouderlijke liefde of gebrek aan liefde, het noodlot of de vrije wil worden er op een nog steeds boeiende manier behandeld. Verrassend voor mij was de prominente rol toegeschreven aan Lee, een op het eerste gezicht bescheiden Chinees manusje-van-alles, die zich ontpopt tot een filosoof die op cruciale momenten passend weet te reageren. De verfilming met James Dean in de hoofdrol was een immens succes, maar het boek is zeker ook de moeite waard.

Nr 3.

Mo Yan, Le Veau en Le coureur de fond.
Twee verhalen die zich afspelen in het China van de culturele revolutie. De Nobelprijswinnaar 2012 beschrijft op een sappige manier de surrealistische mix van oude tradities, gekke Mao-richtlijnen en Chinese wijsheid in het platteland jaren '60. De richtlijnen van 'hogerop' worden tot in het absurde gevolgd: wanneer een hoog geplaatste ambtenaar beslist dat kippenuitwerpselen moeten worden verzameld ontstaat er een ware race waarbij geen enkele kip nog rust kent. Niettegenstaande de alom heersende gekte blijven tradities en levensvisie overeind. Verrassend anders.

Geen opmerkingen: