Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 7 januari 2010

De geur van een appartement aan het Noordzeestrand



De dag na een nacht dansen is er meestal een die zo snel mogelijk voorbij mag zijn, behalve als die dag samenvalt met het begin van een vakantie. We stonden 's middags op, dronken een kopje sterke koffie en vertrokken dan met ons gevolg van zonen en valiezen naar de zee. De kust, om het op zijn Vlaams te zeggen.
Omdat we onze ouders een invasie van drie kleine jongens en twee volwassenen wilden besparen, hadden we voor een week een appartement gehuurd in Wenduine. Vierde etage, op de dijk, vol zicht op zee.

Appartementen aan de Noordzeekust hebben iets. Een schrijver die dat heeft begrepen, is Paul Baeten Gronda. Zijn nieuwe roman, Kentucky, mijn land, speelt zich af in een appartement aan de Noordzeekust. De hoofdpersoon is een 73-jarige eenzaat, genaamd Karel Jemen. Aan buitenkomen doet hij niet. Als Karel Jemen zijn deur al eens uitgaat, dan is dat om de kapperszaak op het gelijkvloers te bezoeken.
Zegt u nu zelf, zo'n personage past toch perfect in een appartement aan de Noordzeekust?

Zelfs op foto doet zo'n flat me iets. Alleen nog maar door de website van het vastgoedkantoor te bekijken werd ik nostalgisch.
In mijn hoofd rook ik die typische geur weer: zilt, muf en ietsiepietsie plastiekerig. Om de componenten precies te benamen, zou ik de parfumeur van Hermès moeten raadplegen, die me ooit het verhaal vertelde achter het parfum Un Jardin après la mousson. Monsieur Ellena zou u verbluft hebben, neemt u dat zo van me aan, maar vermits de beste man drukbezet is en het niet de eerste keer zou zijn dat ik met zo'n vraag bij hem aanklop, zal ik me nu onthouden. Wat er ook van zij, u zou het niet verwachten, maar: zilt + muf + plastiek = een opwindende combinatie, zeker als u als kind samen met een bende neven en nichten menig vakantie hebt doorgebracht in zo'n appartement aan de kust, waarbij het hoogtepunt telkens bestond uit het huren van een reusachtig net op de pier, en vooral dan het binnenhalen van de vangst, een vangst die zodra hij in de keuken van het mini-appartement was, spartelend in de emmer, weer naar zee moest worden verscheept, wilden de volwassenen in het gezelschap de avond niet doorbrengen met het troosten van huilende kinderen.

Toen ik op die ijzige zondagmiddag in december de deur van residentie Vivaldi openduwde, kwam precies die geur me tegemoet. Tot mijn vreugde had het gebouw ook zo'n ouderwetse lift, piepklein, grijs en met hoge rechthoekige ramen in geribbeld glas. De flat was sober ingericht, had een prachtpanorama over het strand en de zee en was bovendien ook nog eens verrassend ruim, al behoeft dit laatste enige nuance want welke Belgische woning is niet ruim voor iemand die van de Côte d'Azur komt waar elke vierkante centimeter geteld is?
De kinderen strooiden hun speelgoed uit over het tapijt van de woonkamer en klommen dan alle drie op het stapelbed voor een sessie kussenvechten. Terwijl P. koffie maakte, pakte ik de koffers uit.

Het enige dat ik betreurde, op die zondagmiddag in het appartement, was dat het boek van Paul Baeten Gronda niet in mijn bagage zat.
Achteraf bekeken is dat een geluk. Kan de geur van een appartement aan het Noordzeestrand onze Zuid-Franse woonkamer even vullen.


1 opmerking:

Michaël zei

Blijkbaar niet alleen de coolpix maar ook de D90 mee naar België :-)