Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 5 januari 2010

Het elektronisch oog



'Geen sprake van,' zei P. in oktober toen ik hem voorstelde met kerst bij wijze van afwisseling niet met het vliegtuig, maar per trein naar België te gaan.
'Met drie kinderen zeven uur stilzitten? Dat meen je niet!'
Daarmee was het hoofdstuk afgesloten geweest.

Nu waren we, P. incluis, maar wát blij dat die trein er was. De auto was even een optie geweest, maar toen we op het internet hadden gezien dat alle Franse autosnelwegen, behalve die in de regio Provence-Alpes-Côte d'Azur, besneeuwd en overbezet waren, hadden we dat idee laten varen.
Terug thuis van Nice Airport, hadden we de koffers in de gang geparkeerd, de kinderen in bed gestopt en treintickets geboekt.

's Anderendaags stonden we om half elf in Cannes. In de stationskiosk kocht ik spelletjesboeken en een Lire magazine over de twintig beste boeken van 2009.
De rit tot Marseille was paradijselijk. Het raam bood zicht op een fonkelende zee, een blauwe hemel, en af en toe een kustdorp dat zo leek gegrepen uit een doek van Cézanne. De kinderen waren vrolijk aan het kleuren of zeven verschillen aan het zoeken. Er was zelfs tijd om te lezen.
Het allerbeste boek van 2009, vonden de journalisten van Lire, was Let the Great World Spin (Laat de aarde draaien) van de Ierse schrijver Column McCann, een roman die al meermaals door mijn handen was gegleden, maar me nog niet had kunnen overtuigen.
In Let the Great World Spin doet Column McCann het verhaal van één dag, 7 augustus 1974, in New York. Op 400 meter hoogte spant de koorddanser Philippe Petit een kabel tussen de torens van het World Trade Center. Ondertussen, diep in de Bronx, stelt Corrigan, een Ierse priester, alles in het werk om kansarmen aan een beter leven te helpen. In Park Avenue rouwt een moeder om haar zoon die omgekomen is in Saigon.
Terwijl Philippe Petit stoutmoedig spingt en danst over het koord, neemt het voorheen alledaagse leven van deze mensen beneden in de stad voorgoed een bijzondere wending.
Het boek kreeg een triomfantelijk onthaal.
Het Amerikaanse magazine Esquire noemde het "The first great 9/11 novel".
"No novelist writing of New York has climbed higher, dived deeper," schreef Frank McCourt, de (vorig jaar overleden) auteur van Angela's Ashes.

Dit ging ik in België kopen, dacht ik toen de trein vertraagde. We waren in Marseille. Er stapten enkele mensen af. De vrijgekomen plaatsjes werden meteen ingenomen door nieuwe passagiers.
De trein zette zich schokkend in beweging.
N.(6) klampte me verschrikt vast. 'Gaan we nu wééral terug naar huis?'
'Nee,' zei ik, 'deze keer niet.'
'Waarom rijden we dan achteruit?' vroeg hij.
Dat de trein twee locomotieven had, aan beide uiteinden één, en dat de andere nu ingeschakeld was, kon N. moeilijk geloven. Angstig keek hij door het raam. Als die zee maar niet terugkwam.


Na de lunch haalde P. zijn laptop boven en legde The Pink Panther op. P. en ik deelden een flesje rode wijn, gekocht in de restauratiewagen. Het weer sloeg om. De hemel werd potdicht en grijs. De batterij van de laptop raakte op. Het volume van de kinderen nam toe. Onze achterbuurvrouw slaakte steeds luidere zuchten.
Ik borg Lire op in de tas onder mijn bank. P. en ik lazen afwisselend verhaaltjes voor. Door het raam zagen we alleen sneeuw.
Aan de overkant van het gangpad was een oudere, sportief ogende man een tijdschrift over boeddhistische kloosters aan het lezen. Hij ging op reis naar Vietnam, zo bleek. 'J'ai connu ça,' zei hij, glimlachend naar de kinderen die over onze knieën en schouders klauterden, liefst alle drie tegelijkertijd.

Toen moest N.(6) naar het toilet. Ik ging mee. We wurmden ons binnen. De deur kon nog net dicht. Bij gebrek aan armruimte deponeerde ik mijn tas in de mini-wastafel. Toen N. klaar was, wilde ik me omdraaien om mijn tas te nemen. Halverwege besefte ik dat er iets goed mis was. Het geluid van de waterstraal klonk nog steeds.
Jawel, daar was mijn tas: boordevol water. Mijn schriftje, portefeuille, mobiel, balpennen, zakdoeken, sleutels en Nikon Coolpix dréven.
Ik kieperde alles uit in de wastafel.
'Wat is er gebeurd?' vroeg N.
'Dat elektronisch oog ook!' foeterde ik.

Mits anderhalf uur vertraging geraakten we in België. Mijn telefoon werkte wonderwel nog, maar de Coolpix is naar de knoppen. De foto's heb ik kunnen redden.
Let the great world spin, maar liefst zonder wastafels met elektronische ogen.

1 opmerking:

de andere avd zei

Net vandaag 'Let the great world spin'uitgelezen. Zeker een aanrader. Je kruipt zo in het vel van al die verschillende personages, die het bonte mozaiek van New York opmaken!