Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 16 oktober 2009

Heiligschennis



Toen ik onlangs de koekenrekken in onze lokale supermarkt aandeed, zag ik tussen de Spiderman-, Batman-, Cars-, Barbie-, PetShop - en Pokemonverpakkingen een doos die excelleerde in soberheid. Op het karton stonden geen monsters, dinosaurussen, prinsessen of raceauto's, maar alleen twee bruine koekjes. Ik knielde neer om de verpakking van dichterbij te bekijken. Het kon niet waar zijn... daar, op het onderste schap in de vijfde gang van onze supermarkt, lagen Bastognes! Dat ze nog bestonden!
Toen ik had betaald, parkeerde ik mijn kar tegen een muur van de supermarkthal en peuterde het pak open. Het etensuur was nog veraf, maar Bastognekoeken, hebt u begrepen, kunnen niet wachten. De koek was net zo dik als vroeger en kraakte nog even lekker in de mond. Een intense zorgeloosheid overviel me, daar in de hal van de supermarkt. Samen met de smaak van het koekje kwamen een poedergeur en een melodieuze stem. Ik sloot mijn ogen om het beeld beter te vatten.

Mijn oma! Die koeken stonden in de keukenkast van wijlen mijn oma. Ik was weer tien, op logies in Kessel-Lo. Van de keuken bevond ik me plots in de slaapkamer. De meisjeskamer van mijn moederlief met het bloemenbehang waar ik elke avond tevergeefs een patroon in zocht. Het was veel later dan mijn gewone uur. Mijn hoofdkussen was met broodkruim bezaaid. Terwijl ik keek naar de oranje lichtstrepen die de passerende auto's op het plafond projecteerden, at ik een boterham met bessenjam, van mijn oma gekregen "om goed te kunnen slapen".
Het duurde al bij al een fractie van een seconde. Dan wriemelden de caddies weer, kondigden de luidsprekers opnieuw hun promoties aan.

In zijn romancyclus A la recherche du temps perdu beschrijft Marcel Proust op magistrale wijze hoe de smaak van een madeleinekoekje gesopt in lindebloesemthee lang verloren gewaande jeugdherinneringen ophaalt. Voor de puristen onder jullie, oorspronkelijk was het geen madeleine die de herinneringen opviste, maar een geroosterde boterham. Dit staat beschreven in Prousts schotschrift Contre Sainte-Beuve, dat ook wel beschouwd kan worden als een voorbereiding van A la recherche du temps perdu. Soit. Het is altijd een van mijn lievelingspassages geweest. Dat het mij in een supermarkt moest overkomen. Heiligschennis bijna!

Toen de kinderen thuis waren, haalde ik de Bastognes boven. 'Joehoe! Vieruur-tijd,' riep ik uit de keuken. Met blozende kaken en schitteringen in de ogen kwamen I., E. en N. uit de tuin aangesneld. Ze vielen op de Bastognes aan. 'Ze zijn té lekker,' zei E. 'Mag ik nog een?' vroeg N. 'Ik ook!' riep I. Als jonge honden stoven ze het gras weer op.

Op mijn volgende supermarktbezoek sla ik meteen een voorraad in. Kwestie van I., E. en N. ook een Bastognemoment mee te geven. Dat zal dan smaken naar cipressen, kindergelach en kristallijne hemels. Tenminste, als de koeken nog bestaan binnen vijfentwintig jaar.
Deze doos is alvast op. N. heeft ze gerecupereerd. Voor zijn Pokemonkaarten.

3 opmerkingen:

S. zei

"Het is té lekker"; dat zeggen mijn kinderen ook altijd. Erg grappig vind ik dat.
Maar Bastognekoeken, die zijn ook echt wel té lekker. En natúúrlijk bestaan ze nog, wat had had je gedacht?

S.

Emily Gordts zei

Volgens mij heb ik nog nooit Bastognekoeken gegeten. Maar ik zoek nog steeds naarstig naar het vieruurtje dat mijn mama ons ooit gaf. Het lijkt hier op: www.tinyurl.com/watisdit

Hier in Nederland is dat gevulde speculaas, maar het smaakte niet naar speculaas. Weet iemand wat ik bedoel? Het was zacht... zalig... en ik wil die herinneringen terug!

Duizendmaal dank... Emily

Annick Vandorpe zei

Smaakt het naar zachte peperkoek en zit er marsepein tussen? Misschien hebben ze het nog in de Delhaize in K. Een bezoekje dringt zich op!