Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 7 april 2010

De week van het kortverhaal (2/4)

Deze week voeren we een literair experiment uit. Tot vrijdag kan u meeschrijven aan een kortverhaal! Na één dag hebben we dit:

De kamer is lang en smal en vraag me niet hoe het komt maar het ruikt er naar joggingbroeken. Het is te laat om nog buiten te komen. Ik weet zeker dat ik hier nooit eerder was en toch heb ik gevoel voor het eerst in lange tijd thuis te zijn, maar waarom?
‘Is Veronika nog altijd ongelukkig getrouwd met die man met de snor die het in een film goed zou doen als een handelsreiziger in maaimachines met een gebrekkig dubbelleven?’
Die vraag stelt hij me, zonder opkijken, terwijl hij door het open raam een sigaret rookt.
‘Denk van wel,’ zeg ik, maar voor mijn part wordt Veronika op dit moment door haar debiel van een echtgenoot gewurgd: ik adem in, en uit, en in, en uit, want het gaat om de geur - die geur die me aan mijn moeder doet denken, aan hoe ze haar hand op de mijne legde en die naar beneden drukte, aan de joggingbroek die ik toen voelde - en vooral: rook - vlak voor ze haar laatste adem uitblies.
'Zou wel eens kunnen,’ zegt hij traag - nog steeds staart hij de sterrenloze hemel in - ‘ik zag haar deze namiddag aan de bar met een whisky: “Mijn laatste!” riep ze. "En vanaf nu kan hij ze zelf wassen! Gedaan ermee! Nooit meer!" Het kwam eruit als samengeperste lucht die uit de drukkookpan ontsnapt. Nee, met Veronika gaat het niet al te goed.’
'Je bent naar de bar van het Américain teruggegaan,' zeg ik, meer als een vaststelling dan als een beschuldiging.


Uw zin is welkom op het reactieformulier. De spelregels vindt u hier.

6 opmerkingen:

Emily Gordts zei

'So what? JIJ hebt je sneakerfetisjisme duidelijk nog niet onder controle, of wat voor ranzigs het ook moge zijn - man, zie die neusvleugels trillen. En zo mankeert er iets aan iedereen.'

kristof zei

Wat is er tussen ons fout gegaan in die twaalf jaar dat we elkaar kennen?

Unknown zei

Ik zwijg, discussiëren heeft geen zin als hij gedronken heeft.

Manu zei

Hij leunt met z'n rug tegen de kale muur en laat zich langzaam doorzakken.

Matthias zei

Plotseling wordt er op de deur geklopt!

charlotte zei

Hij schijnt volledig afwezig en ik heb er geen zin in om mijn aanwezigheid hier aan wie dan ook uit te leggen.