Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 19 april 2010

Vliegen



Vrijdag kreeg ik een telefoontje van de krant.
Herinnerde ik me dat reportagevoorstel van januari? En kon ik het stuk binnen één week insturen?
Ik zei op alles ja en bleef daarna roerloos zitten. Eigenlijk moest ik onmiddellijk aan de organisatie beginnen, alles voor twaalf uur, want vrijdagnamiddag is hier gelijk aan weekend. In de plaats van aan het werk te gaan zat ik maar wat te glimlachen. Uit opluchting.

Enkele weken geleden had ik zo'n dag. Dat heb ik soms. Zo'n dag waarop alles moet veranderen. Ik beantwoordde een advertentie voor een baan als redacteur bij een plaatselijk magazine en overwoog een carrière in het vastgoedkantoor op de Place du Clos. Daar is al maanden een vacature. De hele dag speelde ik met het idee: ik werd agent in onroerend goed en zag mezelf huizen van vreemden exploreren. Ik ben dol op huizen kijken. Toen wij ons huis kochten, heb ik alles bezocht wat de vastgoedagent voorstelde, ook de woningen die te koop stonden aan het dubbele van ons budget, waardoor ik mezelf op een goede dag de privévertrekken van een eminente Belgische diplomaat zag keuren. Hier dacht ik aan en in mijn hoofd had ik de man van het kantoor al opgebeld en hadden we afspraken gemaakt.

Niet dat ik niet tevreden ben met mijn werk. Begrijpt u me niet verkeerd: ik vind dat ik de beste baan van de wereld heb. Het is alleen, ik wil leven in de overtuiging dat alles op elk ogenblik mogelijk is. Ik vlieg graag. Ik noem het vliegen sedert ik Landen van Laia Fàbregas heb gelezen. De Catalaanse auteur (die sedert 1997 pendelt tussen Barcelona en Nederland en in het Nederlands schrijft) voert in Landen twee personages op die op een bepaalde manier ontheemd zijn: een oude Spanjaard die zich na vijftien jaar in Nederland nooit meer helemaal thuisvoelt in Spanje, een jonge vrouw die een groot verdriet verbergt. In 27 hoofdstukken, afwisselend "Hij" en "Zij" getiteld, volgen we de verhalen van twee zoekende mensen. Fàbregas heeft haar roman goed doordacht en schrijft op een heerlijk suggestieve manier, waardoor wij veel zelf kunnen invullen en er een beetje ons eigen verhaal van kunnen maken. De roman gaat ook over aanpassen in een nieuw land, maar in de eerste plaats toch over landen in de zin van neerstrijken, thuiskomen.
Ik ben geland, dat weet ik wel, maar laat me maar denken dat ik nog vlieg.

Nu moest ik eerst rondbellen. Ik haalde mijn agenda boven. Mijn ander werk kon wachten, prioriteiten zijn prioriteiten.
Wat ik deze week ga doen?
Wellness-en in Cannes. Voor een reportage over de spa's van de stars van het filmfestival.
Stukken beter dan gluren in andermans huizen, toch?

Geen opmerkingen: