Tot vrijdag kunt u hier meeschrijven aan een kortverhaal!
U kent de verhalen van Anton Tsjechov, u hebt alles van Guy de Maupassant gelezen, u bent fan van William Somerset Maugham, u hebt Vreemd land van Jhumpa Lahiri verslonden, of u bent in het afgelopen weekend in Dit is jouw huis van Maartje Wortel begonnen?
Dan hebt u al een idee van een goed kortverhaal.
Maar hoe begint u er zelf aan?
Dit zijn de schrijftips van Maartje Wortel:
*Durf authentiek te zijn.
*Gebruik beeldende taal.
*Benoem niet te veel, maar laat wat gebeurt door de regels klinken.
*De gouden regel voor alle schrijvers: show don't tell.
*En ook: less is more.
'Een kortverhaal,' zegt zij, 'moet krachtig zijn van taal. Het moet de lezer meteen pakken want er is geen tijd om het verhaal op een rustige manier uit te rollen.'
Voor het geval u nog steeds geen idee hebt:
*Anton Tsjechov: In short stories it is better to say not enough than to say too much.
*Ernest Hemingway: If a writer of prose knows enough about what he is writing about he may omit things that he knows and the reader, if the writer is writing truly enough, will have a feeling of those things as strongly as though the writer had stated them.
*Raymond Carver: It's possible, in a poem or a short story, to write about commonplace things and objects using commonplace but precise language, and to endow those things--a chair, a window curtain, a fork, a stone, a woman's earring--with immense, even startling power.
U weet het nu wel, u popelt zelfs om eraan te beginnen. Leest u eerst even de spelregels:
*Een nieuwe zin publiceren doet u via het reactieformulier.
*Eén zin per reactie!
*Voor u een nieuwe zin publiceert, leest u eerst alle reacties door.
*Als u een zin hebt gepubliceerd, moet u minstens drie reacties afwachten voor u een volgende zin publiceert.
*Anonieme reacties worden gewist.
's Anderendaags publiceer ik het voorlopige resultaat en gaan we verder. Het experiment loopt vrijdagavond om middernacht af.
De eerste zin, van Maartje Wortel:
De kamer is lang en smal en vraag me niet hoe het komt maar het ruikt er naar joggingbroeken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
9 opmerkingen:
Het is te laat om nog buiten te komen.
Ik weet zeker dat ik hier nooit eerder was en toch heb ik gevoel voor het eerst in lange tijd thuis te zijn, maar waarom?
Is Veronika nog altijd ongelukkig getrouwd met die man met de snor die het in een film goed zou doen als een handelsreiziger in maaimachines met een gebrekkig dubbelleven?
Die vraag stelt hij me, zonder opkijken, terwijl hij door het open raam een sigaret rookt.
Denk van wel, zeg ik, maar voor mijn part wordt Veronika op dit moment door haar debiel van een echtgenoot gewurgd: ik adem in, en uit, en in, en uit, want het gaat om de geur - die geur die me aan mijn moeder doet denken, aan hoe ze haar hand op de mijne legde en die naar beneden drukte, aan de joggingbroek die ik toen voelde - en vooral: rook - vlak voor ze haar laatste adem uitblies.
Daar, bij het raam, de sterrenloze hemel in starend,
"zou wel eens kunnen" zegt hij traag " ik zag haar deze namiddag
aan de bar met een whisky: mijn laatste! riep ze."
"en vanaf nu kan hij ze zelf wassen! gedaan ermee! nooit meer!" Het kwam eruit als samengeperste lucht die uit de drukkookpan ontsnapt. Nee, met Veronika gaat het niet al te goed.
'Je bent naar de bar van het Américain teruggegaan,' zeg ik, meer als een vaststelling dan als een beschuldiging.
Ik heb het afgeleerd te zeuren. De dranklucht neem ik er maar bij - trouwens, vandaag valt het nog mee. Alleen vraag ik me af hoe het komt dat de barman hem weer duldt. De laatste keer was het helemaal uit de hand gelopen. Ook al en met Veronika en haar handelsreiziger.
Een reactie posten