Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 26 april 2010

De haai van Hirst



'Ik heb moeite om daar kunst in te zien,' zei vriend P.
We stonden in de modder naast de weide waar N. en het dochtertje van vriend P. ponyles hadden.
'Dat had ik vroeger ook,' zei ik. 'Maar als je de werken met je eigen ogen ziet en meer te weten komt over het parcours van de kunstenaar, dan verandert je idee.'
Ik had P. verteld over mijn bezoek aan Cornucopia, de tentoonstelling van Damien Hirst in het Musée Océanographique in Monaco.

'Volgens mij is Hirst vooral een zakenman,' zei P.
'Ga kijken. In de eerste zaal word je direct geconfronteerd met de haai. Niemand blijft daar onbewogen onder.'
'Akkoord, maar dat betekent niet dat het kunst is. Het is hetzelfde met Jeff Koons. Hij hing een enorme aluminium kreeft in een salon in Versailles en dat was dan kunst.'
'Er zit een idee achter,' zei ik. 'De haai verwijst naar onze eigen vergankelijkheid. Hirst ziet de dood als een onderdeel van het leven. Het werk heet Immortal. Het lijkt alsof de haai zo uit zijn formolbad kan springen om ons te verslinden.'
'Ik heb duizend gelijkaardige ideeën,' zei P. 'Het verschil is dat niemand ervan zal opkijken als ik ze uitvoer.'
'Ga er dan voor!' Dat meende ik ook. P. is behalve oceanograaf ook een goede schilder. Hij is de bescheidenheid zelve, maar zijn portretten van vissen zijn wel prachtig.
P. keek een beetje beledigd. 'Hirst speelt in op de tijdsgeest. Het is een hype.'

Ik dacht aan Art, het theaterstuk van de Franse dramaturge Yasmina Reza. Reza voert drie goede vrienden op: Marc, Serge en Yvan. Serge heeft net een heel duur schilderij gekocht van een hedendaagse kunstenaar. Het is een wit doek met enkele transversale lijnen, in licht reliëf en ook in het wit.
Marc vindt het une merde. Serge ervaart Marcs reactie als een persoonlijke belediging. Marc stuurt Yvan naar Serge om het kunstwerk te bekijken. Als Yvan achteraf zegt dat hij het schilderij begrijpt, wordt Marc boos en beweert hij dat die houding alleen een pose is. Het kunstwerk wordt een aanleiding om allerlei oud zeer boven te halen en de vriendschap in vraag te stellen.
Art is grappig, scherp en herkenbaar.

'Volgens mij moet kunst afstand nemen,' zei P.
Ik knikte. 'Ik moet gaan. Boodschappen doen.'
We gaven elkaar twee kussen, zoals dat hier de gewoonte is.
'Ik ga wel kijken,' zei P. 'Weet je dat ik nog nooit in het oceanografisch museum ben geweest?'

Geen opmerkingen: