Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 28 april 2010

De Leuvense jaren (Paul Baeten Gronda)

pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl

Elke dinsdag (soms ook maandagavond) belt zijn moeder hem op. Zij praat over de relatieproblemen van zijn zus en vraagt aan het einde van elk gesprek wanneer hij nog eens op bezoek komt. Hij krijgt niet gezegd dat hij het liefst nooit nog op bezoek zou komen – het idee alleen al maakt hem misselijk.

Overdag werkt hij bij Telindus in Haasrode. Vanuit Leuven kan hij daar met de fiets heen. Tijdens de rit, die ongeveer een kwartier duurt, oefent hij zijn Frans. Als zijn Frans beter was, dan zou hij misschien in Parijs kunnen gaan wonen. Al vermoedt hij dat hij zich waarschijnlijk beter zou voelen in Londen. Hij vindt regen niet meteen een nadeel.

Veel andere Kempenaars zijn er niet in Leuven. Als hij er al ziet, schaamt hij zich voor hun boerse, onverzorgde klanken en hun gebrek aan verfijning. Hij vraagt zich af of zij hem ontmaskeren, hem herkennen op straat. Hoe lang kan hij hier nog blijven wonen alvorens voorgoed een Vlaming te worden? Hij droomt van Londen of New York, maar is te laf om zijn koffers te pakken. Zouden deze steden zijn broze kunst niet versmachten?

Elke laatste donderdag ontvangen de werknemers van Telindus een envelopje maaltijdcheques. Met de 7 euro die zo’n cheque waard is, krijg je bij “De Klimop” een sobere maar degelijke maaltijd. Terwijl hij spaghetti bolognese of roerei eet, doet Willem Lens hem uit de doeken hoe hij zijn kwartaaldoelstellingen plant te behalen. Telindus steunt op opgeklommen provinciezonen als Willem. Zij zijn het die de vereiste balans tussen jongensachtige vechtlust en naar tunnelvisie neigende concentratie weten te vinden, en er ondertussen in slagen over het voetbal te praten. Mocht hij weten welke ploegen er meespelen in de competitie, zou hij meepraten.

’s Avonds bezoekt hij de stadsbibliotheek, die hij voor de eerste zomer bij Telindus uitgelezen heeft, of de filmzalen in de Naamsestraat. Er loopt een retrospectieve over Scola. Hij huilt tijdens “Una giornata particolare” en droomt van een Italiaanse vrouw. Italiaanse vrouwen lijken hem beter dan Vlaamse vrouwen, en niet alleen omdat zij zich beter kleden. Wat weet hij van vrouwen? Vast even veel als hij weet over seks.

Als hij laat thuiskomt in zijn flatje aan de J. P. Mincklerstraat zit hij op een stoel en luistert hij naar de geluiden in het gebouw. Hij probeert zijn bejaarde buurvrouw te vermijden in de gang. Zondag doet hij meestal niets. Hij leest de krant en werkt aan zijn gedichten, die alleen maar leger en onbeduidender worden.

Vrouwen slaan doorgaans geen acht op hem. Ze vinden hem te mager of niet gebruind genoeg. Zou hij een betere minnaar worden als hij Portugees leerde? Hij houdt van Portugees, meer dan van Spaans of Frans. Hij leest vertaald werk van Miguel Torga en Rosa Labota de Faria, die overlijdt op de dag dat hij haar laatste boek uit heeft. Hij gaat ervan uit dat deze twee gebeurtenissen niets met elkaar te maken hebben, maar praat er voor de zekerheid met niemand over. Voor Willem Lens en de andere collega’s van Telindus houdt hij zulke bedenkingen angstvallig verborgen. Zij begrijpen immers niets van grootsheid. Of toch zeker niet zijn soort grootsheid.


Paul Baeten Gronda (1981) is columnist bij De Morgen en medewerker van Woestijnvis, maar toch vooral romancier. Hij debuteerde in 2008 bij De Bezige Bij met Nemen wij dan samen afscheid van de liefde. Zijn tweede roman, Kentucky, mijn land, verscheen in september. Hij werkt nu aan een derde roman die in de winkel zal liggen 8 oktober 2011, zijn dertigste verjaardag.


Welke auteur bootst Paul na? Massaal afspraak op het reactieformulier!

12 opmerkingen:

Thomas Blondeau zei

Vekeman?

Anoniem zei

Grunberg?

Paul Baeten Gronda zei

Beste Thomas, Vekeman is het niet.

Grunberg had het kunnen zijn, maar is het niet. Al zou het mij niet verbazen dat het werk van Grunberg in zekere mate beinvloed is door dat van de gepasticheerde.

E of Manu zei

Gerard Reve?

Annick Vandorpe zei

Weg met die drempelvrees! Ik heb het geraden, jullie kunnen ook.

Paul Baeten Gronda zei

Geen Reve, zelfs geen Nederlandse/Vlaamse schrijver.

Paul Baeten Gronda zei

Ook geen dode, trouwens.

Paul Baeten Gronda zei

Aan jou de eer, Annick.

S. zei

een tip! een tip!

Paul Baeten Gronda zei

Een tip zou kunnen zijn dat de originele context natuurlijk niet het Leuven van 2010 is, maar wel Londen in 1960. "De Kempen" zouden dan weer iets Afrikaanser ingevuld kunnen worden...

S. zei

J.M. Coetzee?

Paul Baeten Gronda zei

Hallelujah!