Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 7 januari 2013

De Top Drie (22) van


Fleur Speet (1971) recenseert literatuur voor het Financieele Dagblad en De Morgen. Ze is jurylid van de AKO Literatuurprijs. Ze nam deel aan de jury’s van de Libris Literatuurprijs, de BNG Nieuwe Literatuurprijs, de Anna Bijns Prijs, de Academica Debutantenprijs en de Annie Romein Verschoorprijs. Ze voelt zich daardoor een prijsdier: zoveel te mogen lezen. Met dank aan de auteurs, redacteuren en uitgevers. Buiging. 

Een top drie van een heel jaar, dat vergt hoofdbrekens. Op een of andere manier zijn de boeken het laatst gelezen vaak het indrukwekkendst. Ze zitten nog vers in het geheugen, ik warm me er nog het beste aan. Wat las ik in januari 2012? Ik heb er geen idee meer van en moet het koude digitale archief in van enen en nullen, dan wel me een weg banen door de stapels chaotisch in een kamer gestalde boeken, in de hoop het stapeltje van de eerste weken van januari terug te vinden (waarschijnlijk allang drie keer omgekukeld en opnieuw opgestapeld met boeken uit juni en september). Mijn hoofd denkt niet in maanden of jaren, mijn hoofd associeert. Dus als ik aan de indrukwekkende verhalenbundel Varianten van ongemak van Lydia Davis denk, komen ook andere boeken weer boven, of scenes eruit die Davis beter wist te vangen, of die juist een andere auteur breder wist op te zetten en verder wist uit te diepen. Het is vlees en vis vergelijken. Want het beste? Ach, dat bestaat helemaal niet. Er bestaat alleen een momentopname voor ieder boek, een leesmomentopname. En als een boek raakt, is het misschien wel om zoiets banaals als dat het op het juiste moment regent, of dat net dan de zon schijnt en alles klopt. Al geef ik toe dat boeken waarin de dood fier in de ogen wordt gekeken vaak grote indruk op me maken. Maar dan nog moeten stijl, structuur en sfeer wel kloppen. Hier dus een willekeurige top drie, van boeken die me het langst bezig hielden. 

Nr 1. 

The Testament of Mary van Colm Toibin
Geen dik boek, maar dun is de mode. Doordat Toibin in de huid van Mary, de moeder van Jezus kruipt, en schrijft vanuit haar woede en onmacht over een zoon die losslaat, maakt hij veel meer los dan de tongen van gelovigen, die dit boek als blasfemisch hebben afgedaan. De kracht schuilt in het inlevingsvermogen: Toibin laat de geschiedenis mens worden, hij geeft de geschiedenis zijn vlees en bloed terug, zijn adem. Mary kijkt terug op haar leven, en concludeert dat ze fout heeft gehandeld op de dag dat haar zoon werd gekruisigd. Ze verwijt zichzelf dat ze dit had kunnen voorkomen, maar tegelijk pleit ze zichzelf vrij. Verwarrende emoties schuilen in haar en breken zich een weg naar de lezer. De geschiedenis is niet wat die lijkt, het verleden is niet eenduidig. Een grote les, maar vooral een geweldig waagstuk van Toibin (en dan heb ik het nog niet over de indrukwekkende donkerdreigende stijl of de slimme structuur). 

Nr 2. 

Lief leven van Alice Munro
Kanonne. Wat een vitaliteit, wat een beeldkracht in deze verhalenbundel. Van haar taal moet Munro het niet hebben, die is tamelijk gewoontjes. Maar de plot! Hallelulja, wat weet ze haar verhalen spannend te maken. Ze weet er zoveel leven in te blazen dat je erin verdwijnt. De sfeer doet vaak denken aan het werk van Richard Yates, misschien omdat veel verhalen in of vlak na de oorlog spelen of daar beginnen en verder doorlopen. Tegelijk weet Munro de tijdgeest in een paar zinnen te vangen, achteloos bijna. Vergelijkbaar met hoe Jonathan Franzen en Jennifer Egan dat doen, maar dan in veel korter bestek (en het is natuurlijk andersom: Franzen en Egan bestudeerden ongetwijfeld het werk van Munro tot op de komma’s nauwkeurig). De breedte van de verhalen is bedwelmend. Munro weet die rijkdom te creëren door meerdere personages in een verhaal te stoppen en het perspectief om te laten slaan, zodat iemand die eerst nog onbeduidend lijkt, uiteindelijk de spil van het verhaal blijkt. Iedereen schiet tekort, dat is een feit, maar iedereen gaat er anders mee om. En dat maakt de verhalen fris, want altijd is daar een onverwachte wending die je even uit je stoel tilt. Waarschuwing: sla in godsnaam de inleiding van Herman Koch over, die prijst tegenwoordig drie boeken tegelijk per maand aan. En vergeef de uitgeverij maar dat ze die inleiding niet scheiden met een witpagina van het fonkelende werk van Munro. Je wordt rijkelijk beloond. 

Nr  3.

Het hart van de familie van Zeruya Shalev
Ook een boek waar niet uit te ontsnappen valt: hierin word je opgenomen in de maalstroom van drie personages. De roman begint een beetje als Agaath van Marlene van Niekerk: een wat nukkige oude vrouw overziet haar leven vlak voor ze zal sterven. En in al haar weerbarstigheid zit zoveel liefde en leven, zoveel oprechtheid en echtheid, dat je haar in je hart sluit en direct al een beetje meetreurt. Maar dan gaat ze nog bijna een hele roman mee en moet het grootste moment uit haar leven nog komen. In hypnotiserend proza geeft Shalev drie familieleden – een moeder, haar dochter en haar zoon - een tweede kans. De personages kunnen hun bitterheid verzachten door met hernieuwde energie naar het verleden te kijken, en daardoor ook naar de toekomst. Wat willen ze nog bereiken, en ten koste van wat? Die vraag leidt tot heftige beslissingen. Zo wil de dochter uit het verhaal, een veertiger, dolgraag nog een tweede kind, tegen de wens van haar echtgenoot en puberdochter in. Grote dilemma’s die de liefde op scherp zetten. En dat in een dromerige, emotionele streamofconciousness-stijl waar niet aan te ontsnappen valt. Weergaloos.

1 opmerking:

Michaël Van Dorpe zei

De lijstjes blijven maar komen! Goed zo. Af en toe neem ik een 'mental note' van een aanbeveling die ik zou moeten onthouden, maar ik vrees dat ik er daar al een paar van ben vergeten... Ik zal moeten opnieuw beginnen! Om te beginnen noteer ik de tweede van vandaag, inclusief het overslaan van de inleiding van Herman Koch. Misschien niet in godsnaam, maar dan toch met plezier ;-)