Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 2 januari 2013

De Top Drie (17) van


Delphine Lecompte (1978) debuteerde in 2004 in het Engels met de roman Kittens in the boiler, daarna schakelde ze over naar dichten in haar moedertaal. Haar debuutbundel, De dieren in mij, viel twee keer in de prijzen: de C. Buddingh’-prijs 2010 en de Prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen 2011. Haar tweede dichtbundel Verzonnen Prooi verscheen bij De Contrabas. In 2012 verscheen haar derde gedichtenbundel, Blinde gedichten, die genomineerd werd voor de Herman de Coninckprijs. Haar vierde dichtbundel Schachten en amuletten wordt eind januari 2013 door De Bezige Bij Antwerpen gelanceerd.

Nr 3.

Lolita, Vladimir Nabokov.
Eindelijk Lolita verslonden!! Ik had de films al gezien natuurlijk; de goede film (Stanley Kubrick) toen ik elf en geen 'nymphet' was, en de slechte film (Adrian Lyne) toen ik zestien en nog niet pervers was. Ik was met veel vijandigheid en korzeligheid aan de roman begonnen, vastbesloten om Humbert Humbert te haten, maar halverwege pagina 23 ben ik overstag gegaan. En ik heb bijna gehuild toen Lolita op het einde haar prepuberale lieflijkheid kwijtraakte aan een verbeeldingsloze hillbilly die nooit zoveel van haar zal houden als Humbert Humbert...  



Nr 2.

Herrezen uit de as van de Languedoc. Rara over welk enfant sauvage spreek ik? Over René Puthaar uiteraard! Het Wilde Kind heb ik in een middag verscheurd. En opnieuw gelezen. Telkens hardop, in mijn keuken. Het vuur brandde niet en ik was verkleed. René moet evenwel de tweede plaats delen met Mijn naam is Legioen van de charismatische en magistrale Menno Wigman, wiens bundel ik prevelend in mijn douchecel heb gelezen. Het water liep niet en ik was gegrimeerd.



Nr 1.

Het is niet De Bijbel geworden. Noch de dichtbundel in eigen beheer van de laatste touwslager van Adinkerke. Het is ook niet mijn zakwoordenboek Nederlands-Afrikaans, Afrikaans-Nederlands. En het is net niet, amper niet mijn grote zeevogelencyclopedie geworden...
De oude kruisboogschutter vraagt: 'Is het De Pest?' (Nee, lieve Omer. En laat me nu verder lezen) Mijn derde ex-stiefvader vraagt: 'Is het alles van Philip Roth?' (Nee, helaas niet)
De schuldbemiddelaar van mijn derde ex-stiefvader vraagt: 'Is het bijna alles van de nobelprijswinnaar voor de literatuur van het jaar 1984?' (Had gekund. Bijna alles had gekund)
De bipolaire windhondenfokker Fons vraagt: 'Is het een vroege roman van Reve?' (Nee, nee)
De neurotische boomchirurg zonder naam vraagt: 'Is het een late roman van Hugo Claus?' (Oh, ik bloos)
De leverzieke onderwaterlasser Dylan genaamd vraagt: 'Zijn het de sprookjes van Grimm waarin spinsters voorkomen?' (Nee, brutale vlegel!)
George de rabiate sponzenverkoper vraagt: 'Is het je eigen dichtbundel? Je laatste??' (Hmm)
De gierige dermatoloog van mijn moeder verzucht: 'Ik wed dat het opnieuw Alice in Wonderland is...' (Bijna)
En mijn moeder zelf zegt: 'Ik weet zeker dat het Kaas is!' (Mama toch! Ken je me maar zo goed?!) Maar het antwoord? Waar blijft het antwoord?? Het antwoord is de winnaar is Meneer Cogito, de enige man die nooit mijn nachtkastje verlaat. Bedankt en slaapwel, Zbigniew Herbert

Geen opmerkingen: