Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

zaterdag 5 januari 2013

De Top Drie (20) van


Peter Rodrigues (1957) is Foodondernemer (Bio Bakkerij De Trog, Sund'n'Sol', Roomijs Missault, Barista Cofffee&Cake) en verzamelaar van hedendaagse beeldende kunst.

Nr 1.

Het volgende artikeltje in de krant van zaterdag 15 december trok mijn aandacht:
“Prof. dr. Stephen Hawking en zijn collega-wiskundigen willen dat de Britse regering postuum gratie verleent aan Alan Turing. Turing ontcijferde de Duitse Enigma-code in WO II maar werd veroordeeld voor homoseksualiteit. Turing pleegde zelfmoord. De wetenschappers willen nu gratie voor hem.” 
Op zondag 16 december word ik uitgenodigd mijn boekentopdrie van 2012 te geven, d.w.z. de drie beste boeken die ik in 2012 heb gelezen. “ Ze hoeven niet in 2012 te zijn gepubliceerd, in om het even welk genre.
Toeval ?
Mijn absolute top 1 is immers een klepper van 1.075 blz geschreven in 1999 door Neal Stephenson en getiteld Cryptonomicon. Het verhaal start bij de aanvang van Wereldoorlog II in Cambridge met de prille vriendschap tussen drie wereldvreemde wiskundige genieën, die elk een fundamentele rol zullen spelen in het verloop van deze oorlog door hun bijdrage in het coderen en decoderen van de oorlogsinstructies van de geallieerden enerzijds en Duitsland en Japan anderzijds.
Hoofdrolspelers zijn Alan Turing uit het hierboven geciteerde krantenartikel, Enoch Root, Lawrence Pritchard Waterhouse en hun respectievelijke nakomelingen en geliefden en slingert in een waanzinnig tempo heen en weer tussen de oorlogsjaren en het hedendaagse wereldje van internet cryptografen , met als inzet een niet te vatten hoeveelheid goudstaven die Duitse onderzeers op verzoek van de Japanse overheid naar de Fillipijnen verscheepten. Ondanks de ongelooflijk ingewikkelde doolhof van wiskundige kopbrekens gaat het boek uiteindelijk over vriendschap en het vertrouwen dat echte vriendschap kenmerkt.
Ik had het boek een tiental jaren geleden voor het eerst gelezen en dan aan een vriend uitgeleend, die echter nooit de moed heeft gehad om door de werkelijk diabolisch ingewikkelde verhaallijn te bijten.
In het buitenverblijf van een vriend in Sardinië heb ik het boek deze zomer teruggevonden en in een ruk weer uitgelezen. Gewoon weergaloos en een absolute must voor wie aan hersengymnastiek wil doen.

Nr 2.

Mijn nummer twee getuigt van het absolute tegendeel inzake (a)moraliteit en vriendschap. In het boek De Nazi en de kapper poelt Edgar Hilsenrath zijn lezer onder in de meest afstandelijke en van elke emotionele betrokkenheid ontdane beschrijving van de absoluut perverse levenslijn van zijn hoofdpersonage, SS’er en massamoordenaar, Max Schultz.
Net zoals in dat andere ongevenaarde meesterwerk Les Bienveillantes van Jonathan Littel, is deze bijna banaliserende benadering van het gedrag van het individu temidden het geweld van de nazistische “endlösung”, blijkbaar de enige juiste manier om te duiden waartoe een mens in staat van oorlog toe in staat is.
Niet voor gevoelige lezers!

Nr 3.

Ook mijn derde keuze handelt over de staat van oorlog, ditmaal in het hedendaagse verleden , in het door de Amerikaanse GI’s veroverde Irak en de beschavingsoorlog die dit bij de jonge plattelandsbevolking provoceert.
Glashelder beschrijft Yasmina Khadra in De sirenen van Bagdad de spontane haat die uit de totale ontreddering over het gedrag van de Amerikaanse elitetroepen resulteert. Het ‘Arabisch’ (– Irakezen zijn geen Arabieren -) ‘religieus’ ( – Irakezen stonden niet echt gekend voor hun religieus fanatisme - ) fundamentalisme vindt zijn oorsprong in de banale miskenning van de culturele en menselijke eigenwaarde van een volk en het individu. Dit is van alle tijden, alleen wordt het ditmaal door een Algerijnse auteur in een uitmuntende roman gegoten.

Geen opmerkingen: