Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 27 september 2010

Gesuikerde pindanoten



Het was woensdagmiddag en we liepen met twee volwassenen en vier kinderen op het pad naar Plage de l'Aiguille in Théoule-sur-Mer. Een man met een witte pantalon en een blauw hemd dat uit zijn broek fladderde kwam onze richting op. Hij droeg een dienblad met zakjes gesuikerde pindanoten.

Toen we op zijn hoogte waren gekomen, bleef mijn vriendin N. staan. Ze groette hem en glimlachte. Hij deed hetzelfde, maar in een flauwere uitvoering. Hij was een jaar of zestig, zag ik, en hield zich heel statig.
'Hoe staat de markt ervoor?' vroeg N.
De man maakte een grimas, en bewoog zijn hoofd traag van links naar rechts en dan weer terug. 'Het seizoen loopt op zijn eind.' Het klonk als een zucht.
'Er is toch nog volk,' zei N. met een knik naar het strand.
'Niet veel.' Hij tuurde naar de zee, alsof hij probeerde te zien wat achter de horizon lag. 'Ze kopen niet meer.'
N. knikte. 'Maar de uwe zijn de beste.'
Hij bedankte haar voor die woorden. 'Willen jullie proeven?' vroeg hij aan de kinderen die hun ogen nog niet van zijn plateau hadden afgewend. Met een nijptang liet hij twee noten in hun handpalm vallen. N. en ik kregen ook. Ze waren heerlijk.

Ik vroeg me af of hij zelf van zijn noten at. Het was hem niet aan te zien. Was hij misschien zoals Frans Laarmans van Kaas van Willem Elsschot?
Frans Laarmans, die al dertig jaar als klerk werkt bij de Antwerpse General Marine and Shipbuilding Company, beslist na de dood van zijn moeder een nieuw leven te beginnen. Op de begrafenis heeft hij de chique mijnheer Van Schoonbeke leren kennen. Die nodigt Laarmans uit zijn vrienden te ontmoeten. Tussen de rijke, hooghartige heren voelt Laarmans schaamte over zijn nederige job en persoon en dat gevoel wordt alleen sterker als hij merkt dat hij ook een bron van schaamte is voor zijn gastheer.
Op een avond neemt Van Schoonbeke Laarmans apart en stelt hem een nieuwe job voor: hij kan de Belgische vertegenwoordiger worden van een Nederlandse firma die Edammer kazen verkoopt. Laarmans beschouwt het als een buitenkans om het onbeduidende klerkenbestaan achter zich te laten. Op de tram naar huis voelt hij zich al een ander mens.

Laarmans meldt zich ziek op zijn werk. Enkele dagen nadat hij het contract heeft getekend, komt twintig ton Edammer toe. Hij laat ze onderbrengen in een depot en wijdt zich aan de inrichting van zijn kantoor. Hij installeert zich in het kamertje naast de badkamer, koopt een bureau en een schrijfmachine en laat een telefoonlijn aanleggen. Daarna onderzoekt hij de verschillende aspecten van zijn nieuwe beroep. Het vinden van een welluidende naam voor zijn bedrijf vergt tijd en energie, om niet te spreken van het ontwerp van briefpapier. U voelt het aankomen. Alle voorwendsels zijn goed om niet te moeten denken aan de essentie: tienduizend kaasbollen die in een kelder op verkoop liggen te wachten.

Van bij het begin is de afloop duidelijk: de kaasdroom zal een kaastragedie worden. Frans Laarmans is gedoemd om een klerk te blijven. De sterkte van de roman is de manier waarop Willem Elsschot het noodlottige avontuur beschrijft. Zijn sobere stijl en droge humor doen na tachtig jaar nog steeds modern aan en hij zet het karakter van Laarmans meesterlijk neer. Sedert Marcovaldo en Palomar van Italo Calvino heeft een personage niet meer zo op mijn lachspieren gewerkt. De beste Frans Laarmans neemt zich zo ernstig dat ik voortdurend te kampen had met plaatsvervangende schaamte. Wat het helemaal tragisch maakt? Laarmans verafschuwt kaas.
De feilloze psychologie van het personage maakt Kaas tot een klassieker. Zoals iedereen van ons wel een Emma Bovary kent, kennen we ook allemaal een Frans Laarmans.

Maar de verkoper op het kustpad van Théoule was geen Laarmans. Hij hield van zijn koopwaar en wist van aanpakken.
'Hij maakt zijn noten zelf,' zei mijn vriendin N. toen we verder liepen. Gedurende tien jaar had ze in Théoule gewoond. Ze kruiste de verkoper toen bijna dagelijks.
'Hij kan uren praten over de verschillende bereidingswijzen, de concurrentie of de import uit China,' zei ze. 'Ik ken niemand die meer weet over de markt van de gesuikerde pindanoot.'

Geen opmerkingen: