Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 24 november 2009

Meneer



Het is avond. Door de open terrasdeuren dringt een koude luchtstroom de woonkamer binnen. Meneer neemt alle tijd om over de drempel te stappen. Te schrijden, liever. Hij hoeft zijn neus maar te tonen of de deuren gaan open, dat is hij gewoon. Het heeft geen zin achter hem aan lopen in de hoop dat hij zijn pas versnelt. Hij heeft zijn ritme en alleen op uitzonderlijke gelegenheden wijkt hij daarvan af. Terwijl hij naar het midden van de woonkamer stapt, vermijdt hij het om iemand aan te kijken. Een geluidje ontsnapt uit zijn keel. Tevredenheid. Meneer is zich bewust van zijn aaibaarheidsfactor.
Neen het gaat hier niet om een van de zonen, al vertoont het gedrag van I., E. en N. wel enige gelijkenissen. Ik heb het natuurlijk over meneer Kat. Toen we dit huis anderhalf jaar geleden kochten, was hij inbegrepen in de prijs.
Meneer Kat is niet de eerste de beste kat. Hij heeft zijn gewoontjes. Korrels eet hij niet, blikvoer verteert ie niet. Af en toe krijgt hij hesprandjes, een overgebleven stuk worst of een vissenkop, maar zelfs dan is hij nog kieskeurig. Hij drinkt melk, dat wel. En af en toe vinden we een muis of een duivenjong op de mat. Eerst noemden we hem Brutus, maar daar luisterde hij niet naar. Nu is ie gewoon meneer Kat. Nee, luistert hij ook niet naar.

Voor wie van katten houdt, is de bundel On Cats van Doris Lessing een must. Laat ik u eerst iets vertellen over la Lessing. In 2007 kwam deze dame, op de gezegende leeftijd van 88 jaar, met haar boodschappen thuis. Voor de deur van haar Londense huis wachtte een horde journalisten haar op. Zij hadden ook een boodschap, namelijk dat mevrouw zopas de Nobelprijs voor Literatuur had gekregen.
Leest u maar eens The grass is singing, Lessings eerste roman, die in 1950 verscheen. Het verhaal, volgens de website van Lessing "a high-tension story of a woman whose life was changed by a few careless words" speelt zich af in Afrika, waar la Lessing haar jeugd doorbracht. Vanop de eerste pagina wordt de adem u benomen. Ondertussen heeft Lessing een indrukwekkend oeuvre bij elkaar geschreven. Wie haar bibliografie raadpleegt, ziet dat katten een terugkerend thema zijn. Lessing is er verzot op. De kattenliefde ontkiemde in haar kindertijd, toen ze opgroeide op een boerderij in Zimbabwe. Toen ze in 1949 naar Londen verhuisde, nam ze een kat in huis. De ene volgde de andere op. Ze gaf hen mooie namen zoals Rufus of El Magnifico.
In On Cats (2002) zijn Lessings kattenverhalen gebundeld. Meneer Kat, met zijn eigenaardige gedragingen, had er zo een verhaal in kunnen krijgen. Zelfs niet-kattenliefhebbers zullen akkoord gaan: Lessing maakt katten tot grote literatuur. Alle subtiliteiten van de dieren kan ze vatten. Lessing ziet er nu wel uit als een gezellig omaatje, maar in een vorig leven moet ze een kat geweest zijn, dat kan bijna niet anders.

1 opmerking:

Anoniem zei

Ik ken mensen die hun kat "Vlinder" noemden. Bizar hé. :-)