Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 28 januari 2011

Austerland



Sommige schrijvers hebben zo'n specifieke stijl en stem dat hun naam een soort literatuur op zich aanduidt en Paul Auster is daar een prachtig, levend voorbeeld van.
In Austerland lopen schrijvers rond en studenten die schrijver willen worden, is New York niet weg te denken, speelt toeval een grote rol en is niets wat het lijkt.
Invisible, in het Nederlands verschenen als Onzichtbaar (De Arbeiderspers), is een fijnproevertje voor de fans van Paul Auster en een goed startboek voor wie het oeuvre van de Amerikaanse auteur nog niet kent.

Het verhaal begint in New York in 1967. De ik-verteller, Adam Walker, studeert literatuur aan Columbia University. Op een feestje maakt hij kennis met de mysterieuze Fransman Rudolf Born, een man met geld, goede connecties en een beeldschone vriendin. Born blijkt heel geïnteresseerd in de jonge student en Walker springt op de kar in de hoop via Born zijn entree te maken in de letterenwereld. Walker frequenteert het Franse stel met grote regelmaat tot een incident de ware aard toont van Born en Walker gedwongen wordt een keuze te maken.

Hier begint deel twee, veertig jaar later. De roman neemt een typische Austeriaanse wending. Blijkt dat wat we totnogtoe hebben gelezen feitelijk deel uitmaakt van een manuscript van Walker. Walker is doodziek en heeft zijn tekst gestuurd naar een oude studievriend die ondertussen schrijver is met de vraag feedback te geven. Deze vriend, Jim, ontvangt ook het volgende deel van het manuscript, nu in de jij-vorm omdat wat hier gebeurt zo taboe is dat Walker het met een ik-verteller niet geschreven krijgt. Op het eind van dit deel vertrekt Walker naar Parijs om zich te wreken op Born.

Het derde deel van Walkers manuscript, over zijn wederwaardigheden in Parijs, schrijft Jim zelf, gebaseerd op de notities van Walker die ondertussen is overleden. Jim gebruikt een hij-verteller omdat deze stem het dichtst aanleunt bij Walkers aantekeningen. In Parijs ziet Walker Born terug en leert hij Cécile Juin kennen, een studente die verliefd op hem wordt, en haar moeder Hélène die op het punt staat te trouwen met Born. Walker voelt zich genoodzaakt wat hij weet over Born te onthullen aan Hélène. Met alle gevolgen vandien.

Auster zou Auster niet zijn als hij zijn lezers niet zou verrassen. Is Adam Walker wel een betrouwbare verteller? Of schept hij zelf een werk van fictie? Het is een van de vele vragen die we ons gaan stellen.
In het laatste deel van Invisible reist Jim naar Parijs om kennis te maken met Cécile Juin. De roman eindigt met een reeks dagboekfragmenten van Cécile Juin waarin zij vertelt wat van Rudolf Born geworden .

Eén roman, drie vertellers, vijf stijlen: bij een andere schrijver zou het een draak opleveren, nodeloos complex en kunstmatig, maar bij Auster geeft het een compositorisch zeer sterke roman die nergens gekunsteld overkomt.
Reizen in Austerland is de grenzen aftasten van fictie en werkelijkheid en, vooral, dronken worden van de verrukkelijke vrijheid die schrijven biedt.

Geen opmerkingen: