Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 26 maart 2010

Vergankelijkheid



Ik zit op een bank in de kloostertuin van dit eiland.
‘Je fotografeert?’ vraagt broeder P.
Ik knik. Het is moeilijk om mijn fototas aan het zicht te onttrekken. Hij heeft de grootte van een sporttas.
'Analoog of digitaal?'
'Digitaal,' zeg ik, 'pas sedert anderhalf jaar.'
'Ik droom van zo'n compact cameraatje,' zegt hij. 'Maar vader abt is niet akkoord. Hij denkt dat ik met zo'n camera altijd op zoek zal gaan naar foto's, zelfs tijdens de gebedsdiensten.'

Ik knik opnieuw. Fotograferen kan ook verslavend zijn. Maar misschien heeft vader abt nog een reden. Hier straalt alles eeuwigheid af. En fotografie? Niets beeldt beter vergankelijkheid uit.
De Franse auteur Laurent Graff heeft het daarover in zijn roman Je laatste foto. Alain Neigel, het hoofdpersonage, heeft al twintig jaar niet meer gefotografeerd. Zijn laatste foto was die van zijn geliefde, M., net voor ze stierf. Sedertdien weigert hij om foto's te maken en om er zelf op te staan. Tot hij een vrouw leert kennen die hem aanspoort opnieuw te fotograferen. Samen gaan ze op citytrip naar Rome.
Bij de Trevifontein wordt Alain Neigel aangesproken door een geheimzinnige man die hem zegt dat hij maar één foto meer mag maken. De woorden blijven door zijn hoofd spoken. Hij beslist langer in Rome te blijven en de man op te zoeken. Het is het begin van een fantastische reis door een wereld die losstaat van tijd en ruimte, waarin Alain Neigel samen met een ex-fotomodel, een Japanse karpervisser en een vrouwengek op jacht gaat naar de ultieme foto.
De roman van Laurent Graff duurt maar 117 bladzijden, maar blijft hangen.

Tegen broeder P. zwijg ik hierover. In de rekken van de kloosterbibliotheek staan alleen testamenten en heiligenlevens. Misschien is vader abt ook niet akkoord met romans. En monniken moet je niet in de verleiding brengen.
Broeder P. kijkt op van zijn overpeinzingen. 'Kan jij een mooie foto van een olijfboom voor me maken?'
'Waarvoor dan?' Ik bijt onmiddellijk op mijn lip. Nieuwsgierigheid is een ondeugd volgens de monniken.
'Heb ik je al verteld over mijn atelier?' vraagt hij. 'Nee? Er is ook nog zoveel te vertellen.’ Zijn luide lach golft over de bloemenperken.
‘Hout bewerken is mijn hobby. Ik maak kruisjes in olijfhout. Om de muren van mijn werkplaats op te vrolijken dacht ik aan een foto van een olijfboom. Die zou ik dan op posterformaat laten afdrukken.’
‘Natuurlijk,’ zeg ik. 'Morgen?'
Broeder P. glimlacht. 'Dank je. Doe maar wanneer het voor je past. Er is geen haast bij.'

Hij draait zich om en zweeft de kloostertuin uit. Zijn knieval is zo soepel dat ik meteen twijfel of ik het wel goed heb gezien.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Je hebt het uit!
Mooi hé. Beetje vreemd allemaal, maar heel mooi.

S.

Emily Gordts zei

Ik ben nieuwsgierig geworden! En ga het lezen. Mooi stukje, mooie foto ook!