Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 2 maart 2010

Verliefd



Sedert enkele weken hangt de lente in de lucht.
We worden wakker met vogelgefluit en als we de luiken opengooien, zien we een wijde blauwe hemel. De tuin geurt naar mimosa en ontluikend groen.

Ook in het dorp is de lente voelbaar. De platanen hebben een snoeibeurt gekregen en het bejaarde echtpaar met de groentehof onder het dorpsplein, is van 's ochtends vroeg al in de tuin aan het werken. Voor de Bar des Boulistes staan "les filles" welgeluimder dan anders hun sigaretten te roken, en de oude kruidenier heeft zich aan het joggen gewaagd.

Dat ik er zo blij van word, heeft te maken met Marcel Pagnol. Toen ik dertien jaar was, stond ik op met Jean de Florette en Manon des Sources en kroop ik er ook mee in bed. In het eerste boek vertelt Pagnol het verhaal van Ugolin en Papet, die een anjerplantage willen beginnen, maar op de gronden die ze bezitten, is er niet genoeg water. Een buurman heeft een terrein met een bron. Als hij sterft, stoppen Ugolin en Papet de bron dicht in de hoop dat zij het terrein voor een prikje zullen kunnen kopen. Dat gebeurt niet. De erfgenaam, Jean Cadoret, komt er wonen met zijn vrouw en dochtertje Manon, en begint een konijnenkwekerij. Na een extreem droge zomer loopt het project faliekant af. Jean sterft. Het terrein wordt verkocht aan Ugolin en Papet. Manon ziet hoe zij de bron ontstoppen.
Het tweede boek begint jaren later. Manon, die geitenhoedster is geworden, leeft in de heuvels en vermijdt het contact met de dorpsbewoners. Ugolin wordt verliefd op Manon, maar zij wil niets van hem weten. Op een van haar omzwervingen in de heuvels vindt ze de bron die het hele dorp van water voorziet en stopt ze hem dicht. 's Zondags laat de priester tijdens zijn preek vallen dat de watersnood de wraak is van de overleden Jean. Het hele dorp beschuldigt Ugolin en Papet.

Ik was wég van Jean de Florette en Manon des Sources. Ik las niet alleen de boeken, maar ik ging ook naar de films, ik kocht de cd met de filmmuziek, ik neuriede het deuntje dat Manon op haar mondharmonica speelde de ganse dag, overwoog zelfs mondharmonica te leren spelen en beplakte mijn schoolagenda met snapshots van Manon, vertolkt door Emmanuelle Béart.

Ons dorp, dat in de winter stil en verlaten is, transformeert zich bij de eerste mooie dagen in het dorp van Jean de Florette en Manon des Sources. De drinkfonteinen, die in de wintermaanden droog staan, vloeien weer en de dorpsfiguren komen opnieuw buiten. Zoals de Politieagent.
Het is niet zo dat we hier maar één agent hebben. Het dorp telt een voltallig corps maar dat werkt 's winters op halve kracht.
De Politieagent heb ik maanden niet gezien. Tot enkele dagen geleden toen ik de kinderen van school ging afhalen.
Hij was de oversteek aan het regelen.
Al van ver spotte hij me. Hij hield zijn hoofd scheef en begon te grijnzen.
'Bon-jour,' zei hij toen ik de straat overstak. 'Ca va bien?' Hij zegt altijd hetzelfde, en steeds op een toon die weinig aan de verbeelding overlaat.
'Ca va, merci.' Ik glimlachte kort. Elementaire beleefdheid.
Met zijn hoofd nog steeds schuin en die grijns op zijn gelaat gebrand, volgde hij me met zijn blik van de ene naar de andere stoep.
Vijf minuten later was ik terug met de kinderen. Daar was de instant grijns weer. De kinderen gunde hij geen blik waardig.
N. (6) staarde naar hem. 'Kijk, mama,' zei hij, 'daar is die politie die verliefd is op jou.'
'Loop nu maar verder,' zei ik.

Vanaf nu staat dit me minstens een keer per week te wachten. Het hoort erbij in een decor à la Pagnol.

2 opmerkingen:

S. zei

Prachtige boeken, héérlijke films. Ook "le château de ma mère" en "la gloire de mon père" waren fantastisch. Al in Aubagne geweest trouwens?

Annick Vandorpe zei

Niet in Aubagne geweest, jij? Wel in de Bar de la Marine in Marseille waar Marius, Fanny et César zich afspeelt. Nog altijd heel authentiek!