Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 17 maart 2010

Een kip genaamd Shania (Ivo Victoria)

pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl


Het was een doodgewone zondagavond. Ik keek samen met mijn vrouw naar een sportprogramma op televisie waarin ik op briljante wijze te gast was. Onderwijl vingerde ik haar een beetje laf in de kut want mijn vrouw wordt zo geil als een schele otter wanneer ik ergens op briljante wijze te gast ben. Moe dat ik daar van word. Ik wou dat ik eens ergens op een normale manier te gast kon zijn. Gelukkig slaap ik over het algemeen prima hetgeen ook nu goed uit kwam want vingeren doe ik het liefst in het donker, zeker als het een beetje laf moet. Derhalve sloot ik de ogen.
Toen ik mijn ogen weer open deed liep ik Jeugdhuis Nijdrop in Opwijk binnen om er een concert te bezoeken van Uriah Heep. Dat is de beste rockgroep ter wereld als je The Under Doors uit Deurne-Zuid niet meerekent. Weinig mensen doen dat, trouwens. Tot frustratie van met name de bassist van The Under Doors die zijn mokkel had beloofd dat ze hun oude dag samen op de Seychellen zouden slijten. Domme eikel. Het gemiddelde kutwijf is al lang blij als je haar met regelmaat een beetje laf vingert, zo weet ik uit ervaring. Onmiddellijk kwam er een blonde kip op mij af van het type dat een mens op slag zwaar voorstander van de bio-industrie doet worden. Nu was ik daar als parttime vegetariër in den beginne toch al niet tegen maar dit geheel terzijde. De kip zei: ‘Hé, ben jij hier ook?’
‘Neen,’ zei ik, ‘Thans bevind ik mij in een parallel universum alwaar ik met gesloten ogen mijn vingers in de poes van een enorm kutwijf aan het steken ben, namelijk mijn vrouw. Doch trek je daar vooral niks van aan.’
‘O,’ antwoordde de kip. Ze tuitte haar lippen op zulk een wijze dat die op een met siliconen gevulde vagina gingen lijken. Welnu, daar raak ik altijd enorm van in de war. Nochtans gebeurt het wel vaker dat een blonde kip ‘O’ tegen mij zegt, met name wanneer ik de kip in kwestie een beetje laf vinger. Dat ik daarmede weliswaar wel in een parallel universum aan de gang ware, maar niet in Jeugdhuis Nijdrop te Opwijk, alwaar dit gesprek plaats vond, leidde ertoe dat ik mij enigszins zorgen ging maken. Doch ik weigerde te doemdenken hoezeer dat ook bij mijn reputatie als wereldvermaard schrijver-vingeraar moge passen.
‘Ach, zorgen,’ zei ik dus, lachend. ‘Zorgen zijn voor mensen die denken dat er nog iets aan te doen valt. Maar dat valt er nooit. Dus zeg `ns, meisje, hoe heet jij eigenlijk?’
‘Shania,’ zei de kip.
‘Shania. Kijk `ns aan. Dat is een hele mooie naam. Niks meer aan doen.’
‘Ja’, zei Shania.’Mijn moeder heeft die naam gekozen. Ik ben vernoemd naar de zangeres. Shania Twain.’
Ik bedankte de kip voor deze informatie en samen stelden wij ons voor het podium op alwaar talrijke mensen stonden te roezemoezen. Daar kan ik het dus echt stinkend van aan mijn kloten krijgen, zie. Als je dan toch per se moet roezemoezen, doe het dan thuis maar niet in Jeugdhuis Nijdrop te Opwijk en al helemaal niet wanneer ik daar met een blonde kip genaamd Shania binnenkom om een concert van de beste rockgroep te wereld – The Under Doors uit Deurne-Zuid niet meegerekend – te bekijken terwijl ik in een parallel universum een ander kutwijf laf aan het vingeren ben. Alsof ik niks beter te doen heb.
‘Zeg, Shania,’ zei ik ‘Van al dat geroezemoes geraak ik een beetje van mijn apropos. Vind je het goed als ik mijn sjarlowie straks eens niet in je hol duw en we in plaats daarvan gewoon een beetje knuffelen? Je mag desgewenst je tong in mijn mond steken doch daar trek ik de grens.’
Shania antwoordde dat ze dat sociaal-maatschappelijk gezien compleet onacceptabel vond en niet zou aarzelen om alle bevoegde instanties en procedures waarin de wet voorziet in te schakelen om het door mij geponeerde ongedaan te maken.
Ja, als kippen ook al kapsones krijgen dan staat die bio-industrie er wel heel slecht voor. Want zo gaat dat wanneer een mens of kip geconfronteerd wordt met ellende. Die gaat al snel in onredelijke mate naar rechtvaardigheid verlangen.


Ivo Victoria (1971) debuteerde in september 2009 bij Ambo|Anthos met Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt). De Morgen noemde het "een debuut dat torenhoog uitsteekt boven de rest". De Standaard had het over "een onweerstaanbare vertelstem".


Welke auteur imiteert Ivo? Uw giswerk is welkom op het reactieformulier.

5 opmerkingen:

Blimundus zei

De vorige keer zat ik er volledig naast, en toch ben ik ook nu weer zeker: Herman Brusselmans! Wel vreemd dat hij op het einde de deur niet achter zich trekt en even op café gaat.

Peter zei

Geert Stadeus?

Anoniem zei

Zichzelf

ivo victoria zelf zei

Het blijkt mogelijk om het fout te raden. Ik moet dat mijzelf aanrekenen.

ivo victoria zelf zei

Evenwel: felicitaties aan Blimundus!