Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 11 maart 2011

Pavesiaanse chaos



Ik ging naar de bakkerij van mijn Venezolaanse vriendin M. De laatste keer dat ik daar brood had gekocht was vier maanden geleden.
Het was tussen twaalf en een en de klanten stroomden binnen. In het eerste kwartier deden drie mannen van het politiecorps hun intrede, elk apart. Ze kochten alle drie een baguette. De vleierige agent kwam als laatste, met een pak ham en een bol geitenkaas onder zijn arm. Toen hij me zag draaide hij zijn hoofd schuin en begon te glimlachen. Ik zei heel gewoon Bonjour en M. gaf hem snel een baguette maar ik zag dat ze haar lach verbeet. Daarna kwam de zwaarlijvige man van het vastgoedkantoor. Hij kocht een halve baguette. Verder zag ik een bediende van de apotheek, enkele oude vrouwtjes uit het dorp en nog wat onbekenden.

Telkens de deurbel rinkelde en M. en ik op een cruciaal punt in ons gesprek waren (wat altijd het geval was), schakelde M. over op het Spaans. Ze deed dat onopvallend, alsof we altijd Spaans met elkaar praten. Tussen het verpakken van éclairs en baguettes door en het obligate woord aan de klant liet ze zich dan een zinnetje ontvallen waarvan de inhoud meestal contrasteerde met de achteloze manier waarop ze het zei. De onderwerpen die we aanhaalden waren zeer divers. Ik ga ze hier niet opsommen, maar u zegt het en wij hadden het erover.

Terwijl ik het scala aan leeftijdscategorieën, nationaliteiten en beroepsactiviteiten dat de winkel aandeed in me opnam en ondertussen het gesprek met M. voortzette waarin zowel pietluttigheden als levensvragen aan bod kwamen, dacht ik aan Entre femmes seules van Cesare Pavese.
Entre femmes seules (in het Nederlands vertaald als Vriendinnen) speelt zich af in Turijn. De hoofdpersoon, Clelia, is een jonge vrouw van eenvoudige komaf die carrière heeft gemaakt in de modewereld. Ze is van Rome afgereisd naar haar geboortestad om een filiaal te openen van het modehuis waarvoor ze werkt.
In Turijn wordt Clelia door een oudere kennis, Morelli, geïntroduceerd in de salons van de hogere klasse. Ze maakt kennis met de fragiele Rosetta die herstelt van een mislukte zelfmoordpoging, haar ex-vriendin Momina, de mooie Mariella en haar grootmoeder Clementina, Loris die zich kunstenaar noemt maar de hele dag op zijn bed ligt te roken, zijn getalenteerde vriendin Nene.
Clelia, die als kind alleen van deze wereld kon dromen, brengt haar avonden door op feestjes en vernissages. In het weekend mag ze mee naar vakantiehuizen in de bergen of de kust, waar ze allen maar wat uithangen, zich bedrinken, elkaar bepotelen.
De verwarde toestanden en de lichtzinnigheid van Paveses personages deden me denken aan de bohemienbijeenkomsten in Parijs in Rayuela van Julio Cortázar (waar overigens ook een Morelli in opduikt). De luxe en glans van het leven van haar vriendinnen, beseft Clelia, is slechts een façade waarachter eenzaamheid en leegte schuilen.

Entre femmes seules dateert van 1949. De sporen van de tweede wereldoorlog zijn overal, in de stad Turijn waarvan vele wijken gebombardeerd zijn en in de mentaliteit van de bewoners. Pavese schept het beeld van een generatie: rijke jongeren die de oorlog (vanop afstand) hebben meegemaakt en een zinloos, gedesillusioneerd bestaan leiden. De roman, het derde deel van de trilogie Le bel été (De mooie zomer), is het laatste belangrijke werk van Pavese, die zelfmoord pleegde in 1950.

Er was bijna een uur voorbijgegaan. De rekken waren leeg. M. verdween achterin en keerde terug met een armlading warme baguettes. Hier, dacht ik, heerste wel een Pavesiaanse chaos maar de Pavesiaanse leegte ontbrak. Iedereen die over de vloer kwam had tenminste één doel voor ogen, al was het maar de aankoop van een ficelle of een pain complet.

Le bel été, Le Livre de poche, 448 p. 
Vriendinnen, De Bezige Bij, 158 p.

Geen opmerkingen: