Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 18 maart 2011

De ferry naar Capri



Ik had me de overzet van Napels naar Capri anders voorgesteld.
De tocht, die met de Snav draagvleugelboot driekwartier in beslag neemt, zou even romanesk zijn als het eiland zelf. Al eeuwenlang is Capri een thuishaven en inspiratiebron voor schrijvers. Het minste wat ik van die overzet kon verwachten was een surreële ontmoeting à la Alberto Moravia, die in 1942 met Elsa Morante op het eiland woonde, nota bene in Anacapri, de stad waar P. en ik drie dagen zouden verblijven.

1934 van Alberto Moravia begint op de ferry van Napels naar Capri. Het is 1934. In Europa maakt het nazisme zijn opmars. Lucio, een jonge schrijver van 27, reist naar Capri om te werken aan een roman. De vraag die zijn leven beheerst is "Kan je leven in wanhoop zonder te verlangen naar de dood?" Door een personage te creëren dat in wanhoop leeft en ten slotte zelfmoord pleegt hoopt Lucio zijn eigen wanhoop te "stabilizeren".
Op de ferry zit hij tegenover een gezette Duitser en zijn jonge, beeldschone vrouw. Terwijl Lucio nadenkt over zijn wanhoop, observeert hij de vrouw. Zij richt een melancholieke blik op hem en schudt langzaam het hoofd. Het schijnt Lucio toe dat ze de vraag die hem teistert beantwoordt. Hij leidt hieruit af dat ze ook wanhopig is. Nog voor de boot Capri bereikt, is hij verliefd.

Net als het Duitse echtpaar neemt Lucio een kamer in pension Damaceuta in Anacapri. Tijdens de maaltijden in het gemeenschappelijke restaurant verhevigt het blikkenspel tussen Lucio en de Duitse vrouw, Béate. Maar Lucio raakt niet wijs uit Béates houding. Waarom neemt ze haar echtgenoot (van wie ze duidelijk een afkeer heeft) voortdurend in vertrouwen?
Lucio, die zijn thesis heeft gemaakt over de Duitse auteur Heinrich von Kleist, spreekt vlot Duits en probeert nader contact te maken met Béate. Zij blijkt een grote fan van Kleist. Wat haar obsedeert is het idee van de dubbele zelfmoord die Kleist in 1911 pleegde met Henriette Vogel, een kankerpatiënte.
In navolging van Kleist, beseft Lucio, heeft Béate hem uitverkoren als zelfmoordkompaan. Hij is tot over zijn oren verliefd en tot alles in staat, maar wil hij zo ver gaan?

Dit lijkt zwaar en naargeestig maar de toon van 1934 is licht en de roman leest heel makkelijk. De personages van 1934 zijn excentriek en de plot is hoogst bizar, maar Moravia schrijft zo goed dat je elke nieuwe rare wending met een glimlach verwelkomt en alleen maar nog méér versteld staat van zijn talent.

Terwijl P. en ik in de haven van Molo Beverello op de boot wachtten, observeerde ik de andere passagiers. Ik vroeg me af met wie een ontmoeting à la Moravia zou kunnen. En welk personage zou ik dan verbeelden?
Maar nu ik het nader bekeek... had ik hier zin in? Er waren andere mogelijkheden. Moravia zou alles nodeloos compliceren. Wat me te wachten stond kon evengoed iets fabelachtigs zijn zoals in de verhalen van Curzio Malaparte, die zich ook op het eiland terugtrok en op wiens dak Brigitte Bardot in haar hoogdagen nog heeft rondgekuierd. Of iets homerisch. Werd Capri niet het eiland van de sirenen genoemd?

Ondertussen was de ferry aangemeerd. De eerste passagiers die uitstapten waren Japanners.
'Die zijn er pips uit,' zei P.
Ik propte een laatste stuk panini in mijn mond. 'Dat beeld je je in,' antwoordde ik. 'Japanners zijn altijd bleek.'
P. en ik kozen een plaats vooraan. Voor de boot vertrok deelden we nog een Ritter blok chocolade met marsepeinvulling. Ondertussen kwam iemand van het personeel plastic zakjes rondbrengen. Ik sloeg af maar P. nam er een. 'Voor de zekerheid,' zei hij.

We vaarden de haven uit. De zee was woelig en de boot snel.
Er was, zo vernam ik achteraf van P., maar één passagier die tijdens de driekwartier oversteek niet één keer opkeek.

1934, Flammarion, 257 p.

1 opmerking:

S. zei

Een panini en chocolade met marsepeinvulling, net voor je de boot opstapt, is natuurlijk óók een beetje zelfmoord plegen. :-)
Héél mooi stukje!