Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 21 maart 2011

Garmin (9)



Ik drukte op de startknop van Garmin en begon te lopen. Bij deze beken ik dat ik de laatste vier keer vrij heb gelopen, zonder Garmin dus. Dat kunt u niet weten want om stilistische redenen moet ik in de Garmin-stukken steeds dezelfde beginzin gebruiken en na een op twee looptochten volgt zo'n Garmin-stuk. Maar dit terzijde.
Het had vijf dagen ononderbroken geregend. Net tijdens die regendagen had de scheve mimosaboom naast de brievenbus besloten te bloeien. Het resultaat was dat hij nog schever stond dan anders. De bloemen hielden het water vast. Nu ging ik er echt iets aan doen, besloot ik voor de zoveelste keer. Maar niet nu-nu. Er zijn zo van die klussen.

Op de asfaltweg naar het dorp lagen grote plassen. Ik keek naar die plassen en zag eerst de lucht (blauw met wolken en een vale zon die af en toe tevoorschijn schoof) en als ik dichterbij kwam zag ik kruinen van bomen en daarna stammen en dan, in het passeren, soms een stuk van mezelf. Na de grote toer naar het buurdorp liep ik een kleine toer. Toen ik de tuin die naar de Noord-Zee ruikt passeerde, zag ik aan de overkant een oude vrouw. Ze wachtte voor een parkeergarage met zo'n kanteldeur die openstond. De auto was nog in de garage. De vrouw droeg een boodschappentas. Het was geen bijzonder zicht, maar ik bleef wel kijken omdat ik behalve een wandelaar met een hond en een man met een bril en een pet in zeven kilometer geen mens had gezien. De vrouw volgde me met haar blik en glimlachte. Ze zag er heel tevreden uit. Misschien herinnerde ze zich haar eigen looptochten veertig jaar geleden of anders was ze gewoon blij omdat haar man haar uit winkelen nam. Naar de supermarkt, maar toch.

Het was erg gelegen gekomen als de aanblik van die dame mijn gedachten naar On Beauty van Zadie Smith had gestuurd want dat boek heb ik pas gelezen en het is lang geleden dat ik hier een Engelstalige auteur heb besproken. Maar Zadie Smith zweeg. De verkeerde auteur liet van zich horen, Alberto Moravia nota bene, die net aan de beurt is geweest. Ik probeerde hem weg te drukken, maar hij bleef terugkomen. Nadat de innerlijke strijd zo een paar honderden meters had geduurd, gaf ik Moravia de vrije loop.

De oude dame zat daar voor niets tussen, neen, dat de stem van Alberto Moravia zich zo opzichtig manifesteerde had alles te maken met het boek Brève autobiographie littéraire et autres nouvelles dat ik van de bibliotheek van Cannes had meegebracht. Ik was op zoek geweest naar Les Indifférents, de roman waarmee Moravia in 1929 debuteerde (hij was 21), maar die hadden ze niet. Toen ik Brève autobiographie littéraire et autres nouvelles opensloeg en het interview zag van de Italiaanse literatuurdocent Mario Fusco die zo bevlogen schrijft over Calvino, vergat ik mijn ontgoocheling.

Brève autobiographie littéraire et autres nouvelles telt twee novellen, La villa du vendredi en Le plateau devant la porte. In deze verhalen voert Moravia vreemde personages en verbeeldt hij ingewikkelde liefdesrelaties. Wie 1934 heeft gelezen herkent de stijl onmiddellijk.
Het interview gaat aan de novellen vooraf. Mario Fusco laat Moravia zijn levensverhaal vertellen door het prisma van zijn oeuvre.

Moravia spreekt over de ziekte die hem van zijn negende tot zijn zeventiende praktisch voortdurend aan bed heeft gekluisterd en hoe hij daardoor nooit naar school is geweest, over het wezen van de romancier en hoe die telkens vertelt over een wereld die hij kent maar personages en situaties uitvindt, over zijn schrijverschap (tijdens het schrijven had hij nooit een idee van wat de motivaties en betekenis waren van zijn personages), over zijn tweede roman, Les Ambitions déçues, die hij een "product"-boek noemt (na zijn debuut had hij lange tijd geen inspiratie maar hij verplichtte zichzelf een nieuwe roman te schrijven), over zijn tijd op Capri met Elsa Morante en hoe hij elke ochtend voor ze naar het strand gingen drie uur schreef, over het terugkerende thema van opstandigheid in zijn oeuvre, over zijn twee types hoofdpersonages (de man van het volk en de intellectueel), over het experimentele van zijn werk en dit is maar een greep uit de onderwerpen die aan bod komen.

Wat in mijn hoofd speelde tijdens het lopen zijn Moravia's woorden naar aanleiding van het verhaal Le Quadrille des masques, een satire van het fascisme onder Mussolini. "De ervaringen die tellen", zegt hij, "zijn dikwijls net die zaken die we nooit hadden willen meemaken en niet die die uit eigen initiatief plaatsvinden. Ik had nooit mijn ziekte, het totalitarisme en de oorlog willen meemaken. Nochtans zijn die drie ervaringen voor mij fundamenteel geweest."
In crisissituaties, dacht ik, toont de mens zich in al zijn facetten.

Het was de mimosaboom die Moravia uit mijn hoofd dreef. Het laatste eind, van monsieur Gilbert tot de postbus, spurtte ik. Daar was die scheve, potsierlijke boom weer. Het eerste wat ik deed toen ik binnenkwam was een stuk tomatendraad halen in de garage. Ik bond het rond de stam van de mimosa en trok tot de boom rechtstond. Het andere eind hangt aan de cypreshaag.

Brève autobiographie littéraire et autres nouvelles, Salvy, 191 p.
De vorige Garmin leest u hier.

Geen opmerkingen: