Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 4 juni 2010

Meikever



'Het is aangekomen,' zei ik.
'Nu al?' vroeg N. (7).

Hij had zijn eerste email verstuurd. We hadden een foto ontvangen van een vreemd insect en de vraag was of N. het kon benoemen. Hij bekeek de foto snel. Het was een meikever, hij kende het van zijn insectenboek.
Welk insect is dat? van Heiko Bellmann is zijn bijbel. Geen ander boek kan ertegenop, niet de avonturen van Le Petit Nicolas, zelfs niet de verhalen van Roald Dahl.

Toen hij de foto van de meikever met die in zijn boek had vergeleken, zei hij dat het een mannetje was omdat het zeven antennes had en geen zes.
Als hij kon, dacht ik, kroop hij zo in de huid van Erik Pinksterblom, de jonge hoofdpersoon van Erik of het kleine insectenboek van Godfried Bomans. Op een goede avond ligt Erik in bed en denkt hij aan de toets over insecten die hij heeft voorbereid voor 's anderendaags. Plots komen alle schilderijen in zijn kamer tot leven, onder andere ook Wollewei, een doek van een weiland met schapen waarop ook allerlei insecten figureren. Erik klimt in het schilderij en komt in een wereld van mensgrote insecten terecht. Hij maakt kennis met de wespenfamilie Vliesvleugel, ontmoet een filosofische hommel, helpt een vlinder een liefdesgedicht te schrijven, vecht met een spin, wordt opgepikt door een doodgraver, moet een regenworm uit de knoop halen en wordt geadopteerd door een mierenkolonie.

Ik keek naar N. en knikte. In zijn ogen lagen die speciale fonkelingen die hij voor zijn insecten reserveert. De tijd was echt wel aangebroken om het kleine insectenboek van Godfried Bomans te kopen.
'Echt nu al?' herhaalde hij. Ik constateerde nu dat hij niet zijn insectenboek maar wel de computer met zijn blik omarmde.
'Echt nu al,' zei ik en ik vroeg me af of dit het einde van zijn insectenliefde was, of zijn fascinatie nu zou overslaan op de computer, of hij alles zou willen weten van het internet, en of hij de computer ook zou willen openvijzen om te zien hoe het binnenwerk eruitziet, zoals hij zijn insecten bekijkt, onder de loep.
'Zo snel als een weerlicht dus!' riep hij.
Hij lachte luid en stoof dan de tuin in.

3 opmerkingen:

Anne zei

Mooi! Nu krijg ik ook weer zin om Erik of het kleine insektenboek opnieuw te lezen. En om me zo'n insektenbijbel aan te schaffen.

BoboDeBoze zei

Maar computers zitten juist vol piepkleine insectjes - wie draagt anders al die bits rond doorheen de electronica? :-)

Kyra zei

Hij zal van jou geleerd hebben om van de kleine (grote) dingen des levens te genieten en vooral verwonderd te blijven. Fijne gedachte...