dinsdag 1 december 2009
Harken
'Zou jij het doen als je mij was?'
'Direct,' zei P. zonder opkijken.
Hij had me deze week al gevraagd wanneer ik nu eindelijk ging beslissen. Want hij moest zich wel organiseren.
'Zelfs als ik geen afspraken heb?'
Mijn agent had gezegd dat het op de uitgeverijen verschrikkelijk druk was. Ze hadden mijn manuscript nog niet gelezen.
P. keek me aan. 'Natuurlijk zou ik gaan! Mij zou je het geen twee keer moeten zeggen.'
'Deze middag,' begon ik, 'in de tuin...'
Na de lunch waren we aan het werk gegaan: P. stapelde brandhout, ik harkte. Als ik hark, denk ik aan de dalai lama. Die heb ik van nabij leren kennen via Time-journalist Pico Iyer. Via zijn boek althans. In De open weg werpt Pico Iyer een licht op de vele facetten van de spirituele leider van Tibet. Het boek staat niet alleen bol van de eigenaardige weetjes (wat dacht u hiervan: "als kind van twee werd de dalai lama gevonden door een delegatie monniken, die hem op het spoor kwamen toen er een regenboog aan de noordoostelijke hemel boven Lhasa te zien was, een stervormige zwam op een pilaar in het Potalapaleis verscheen en het hoofd van de dertiende dalai lama herhaaldelijk een beweging in noordoostelijke richting maakte"), maar verkondigt ook een interessante visie. “Droom niets” is een frequente uitspraak van de dalai lama. De meeste mensen reageren dan teleurgesteld, zegt Iyer, maar eigenlijk is die levensvisie net positief. De oplossing voor problemen moeten we zoeken in onszelf, door innerlijke bewustwording. Iyer, die zich een scepticus noemt, ging er ook in geloven. En hij constateerde dat zijn leven veranderde: alles hing af van de manier waarop hij ernaar keek.
Ik had een gelijkaardige ervaring bij het harken. Blaren harken is pure meditatie. Dat weten boeddhistische monniken overigens allang. Als zij willen mediteren, gaan ze vegen. Terwijl ze de bezem bewegen, voelen ze de regelmaat van dag en nacht, het ritme van de ademhaling van de wereld, het kloppen van hun hart. Ik snoof de geur van de gevallen bladeren op, glimlachte naar de paddenstoelen, en droeg armenvol bladeren weg. Hoe langer ik werkte, hoe meer klaarheid ik zag - niet in de tuin want telkens ik een kruiwagen had geleegd, mocht ik constateren dat er weer nieuwe blaren waren gevallen. In mijn hoofd losten de nevels op.
Wat zou ik doen in Amsterdam?
Uitgevers ontmoeten natuurlijk. Afspraken zouden komen, soms moet het lot op de goede weg worden geholpen. En daarnaast? Uren spenderen in Selexyz Scheltema, Athenaeum Boekhandel en American Bookshop. Caesarion kopen en lezen. Keuvelen met mijn vriendin E.. Door het Vondelpark wandelen. Een broodje kroket eten. En, jaaahaaa, E.'s uitnodiging aannemen en haar vergezellen naar het grote feest voor het vijfenzestigjarig bestaan van De Bezige Bij!!! Om er daarna zo'n column over te schrijven.
'Ga verder,' zei P.
'Terwijl ik zo harkte, dacht ik dus, kind, zo'n kans krijg je niet elke dag.'
'Zo'n kans krijg je maar één keer,' zei P.
'Dan doe ik het gewoon.'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Succes! Ik duim voor een eerste afspraak, en geniet vooral van de gezellige stad!
Eerst en vooral wil ik je zeggen dat ik het heeerlijk vindt je blog te lezen, niet iedere dag helaas, maar af en toe met 10 tegelijk!!! Bravo! leuke stijl, interessante inhoud!!! eén opm-je op 7/12 heb je het over " L' écume du jour" is het niet " L' écume des jours"?
Miche
Een reactie posten