Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 9 december 2009

Creativiteit



We hebben een strijkplank in huis. Die staat in een klein kamertje in de gang. Om erbij te kunnen, moet ik me wurmen tussen een boekenrek met Lonely Planets en een afgedankte wasmand waarin ik hangmatten opberg. Daarna kom ik bij een opplooibare wasstand. Die moet de gang in en dan kan ik de strijkplank achter het boekenrek uit halen.
Die strijkplank is namelijk een van de minder gebruikte voorwerpen in ons huishouden. Maar deze week haalde ik het ding toch maar eens uit. Veel strijkgoed was er niet, maar de sfeer leende zich ertoe. Buiten miezerde het en in de woonkamer speelden de kinderen met de Sinterklaasgeschenken. N.(6) had de pianoconcerten van Mozart opgelegd. Daar kon op gestreken worden. Dus klapte ik de plank open en deponeerde een pak jeansbroeken en enkele verdwaalde hemden op de zetel naast me.

Terwijl ik de geur van verhit katoen opsnoof, zetten mijn gedachten het op een loopje. Ik moest nog kerstgeschenken kopen. En kaarten schrijven. Als de foto's die ik besteld had op tijd aankwamen tenminste. Want we vertrokken volgende week al naar België. Maar eerst Amsterdam. Zou er vrijdag een afspraak met een uitgever zijn? Of was ik te ongeduldig? Kreeg ik zaterdag op het feest van De Bij Tommy Wieringa en Erwin Mortier te zien? Zou ik mijn reflexcamera meenemen of ging ik voor compact?
Ondertussen hadden E.(4) en I.(2) zich naast me geïnstalleerd met het dokterskarretje dat de goede Sint had gebracht. I. greep een plastic operatieschaar en zwaaide die heen en weer. 'We gaan wolven vangen!' riep hij. 'Ja!' juichte E., waarop hij de stethoscoop pakte. Ze zetten een wilde achtervolging in.
Ik dacht aan de videocasts die ik 's ochtends had gezien op ted.com. In de eerste sprak de innovatie- en creativiteitgoeroe Ken Robinson over de grenzeloze verbeeldingskracht van kinderen. Hij vertelde hoe het schoolsysteem de kinderlijke creativiteit aan banden legt. Wolven vangen met doktersspullen: voor I. en E. is het nog geen verloren zaak, maar N., die in het eerste leerjaar is, zie ik het niet meer doen.
In de tweede videocast was Elizabeth Gilbert aan het woord, de auteur van het bestsellerboek Eat, Pray, Love, bij ons bekend als Eten, bidden, beminnen en maandenlang op nummer één in de toplijsten. Elizabeth Gilbert beschrijft er hoe ze na een pijnlijke echtscheiding en een depressie een jaar vakantie neemt en vier maand spendeert in Italië, India en Indonesië op zoek naar plezier, devotie en wijsheid. Het boek is licht verteerbaar en plezierig van toon, maar niet exceptioneel. De verklaring voor het galactische succes van Eat, Pray, Love ligt vast in de tijdsgeest. Ik kan best bedenken dat veel mensen (lees: vrouwen) ook graag zo'n spirituele reis willen ondernemen en zich bij wijze van surrogaat tevredenstellen met Eat, Pray, Love.
Elizabeth Gilbert kan het ook goed zeggen, mocht ik vaststellen. Vol vuur vertelde ze over het creatieve proces en over hoe zij geloofde dat het genie niet in de mens zit, maar soms over de mens neerdaalt. Ze vertelde over de Amerikaanse dichteres Ruth Stone die ze geïnterviewd had. Deze zei dat ze de gedichten voelde aankomen. Ze kwamen over het landschap aangesneld en dan moest zij snel naar binnen om potlood en papier te zoeken om ze neer te schrijven. Soms was ze te laat maar kon ze ze nog bij de staart grijpen. Dan kwam het gedicht ook op papier, maar achterstevoren.
'Misschien,' besloot Gilbert, 'beslist het genie om ooit één ogenblik over je neer te dalen en zich te tonen in je werk. Maar in afwachting daarvan moet je gewoon je werk doen.'
Schrijven dus. Of, heel soms, strijken.


3 opmerkingen:

S. zei

Héél veel succes ginder!

E zei

Misschien een interessante woordwisseling met Gerrit of Remco of Harry, zelfs als het mislukt mag je het gerust rapporteren.

Annick Vandorpe zei

Daar gaan we voor! Want zoiets zouden we ook wel eens willen schrijven.