Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 17 december 2009

Als op een winternacht



Het zou niet mogen, ik weet het. Ik heb al afscheid genomen, en kan ik het jaar beter afsluiten dan met dit?
Maar ik moet nog even. Een afkickertje.

Terwijl ik in Amsterdam was, is de winter over Zuid-Frankrijk neergedaald. 's Morgens is het min drie graden. Bij de ingang van het dorp hangt de flonkerende leuze "Bonnes fêtes", en op de Place du Clos staat een kerstboom van vijf meter hoog. Voor de dorpsbars sleuren les filles, gekleed in gevoerde goretexjassen, gretiger dan ooit aan hun sigaret.
Dit is de tijd van het jaar waarop ik aan mijn eerste liefde terugdenk. Dat gebeurt vooral 's nachts, als ik het kleinste kamertje aandoe.

Ik was vijftien. Het gebeurde op een broeierige zomernacht in de Pyreneeën. Hij hield me tot het ochtendgloren gezelschap. Ik was kompleet ondersteboven.
Hij bleek veel meer dan een vakantieliefde. Onder zijn invloed liet ik de talen varen en nam ik 24 uur wiskunde per week. Voor hem ging ik zes maanden in Portugal studeren. Voor hem woonde ik een half jaar in een achterbuurt van Nice, in een kamer boven een café, waar ik vanuit bed de caféruzies kon volgen, af en toe escaleerde dat, dan kwamen de vechtende stamgasten de trap op en vielen ze tegen mijn deur aan; dat nam ik er voor hem bij.

's Nachts, in het kleinste kamertje, knip ik het licht niet aan. Nochtans. Ik zou de stilte kunnen benutten om een bladzijde te lezen. In Als op een winternacht een reiziger van Italo Calvino bijvoorbeeld. Dit boek ben ik in juni begonnen tijdens een treinrit. Om het plezier te verlengen heb ik niet verdergelezen toen ik de trein uit was.
Want lezen in Als op een winternacht een reiziger is een aparte ervaring. Het hoofdpersonage van de roman is namelijk de lezer zelf. "Jij" bent het die begint te lezen en merkt dat het volgende hoofdstuk niets te maken heeft met het vorige, "jij" keert terug naar de boekhandel waar "jij" een lezeres ontmoet met hetzelfde probleem en "jullie" gaan samen op zoek naar de goede versie van de roman. Tien keer denken "jullie" dat de onvervalste uitgave gevonden is, maar telkens wordt het verhaal op een cruciaal punt afgebroken. Als op een winternacht een reiziger is een boek waarin de lezer zichzelf verliest.

Het is de voorlaatste roman van Italo Calvino. Het boek verscheen in 1979, zes jaar voor Calvino stierf. Hij woonde toen in Parijs en maakte deel uit van OuLiPo, Ouvroir de Littérature Potentielle of "Werkplaats voor mogelijke literatuur", een groep schrijvers die experimentele literatuur bedreef.
Het is 304 bladzijden lang. Aan een ritme van één bladzijde per nacht zou ik het leesplezier tien maanden kunnen rekken.
Als op een winternacht een bezoek aan het kleinste kamertje zich opdringt, denk ik niet aan Calvino. Ik kijk door het raam naar mijn eerste liefde. Zelfs nu, twintig jaar na datum, is zijn glans van weleer nog intact. Hij slingert boven het dak van monsieur Gilbert uit. Ik zie alleen zijn staart: Alkaid, Mizar, Aioth. De rest kan ik raden: Megrez, Phecda, Merak, Dubhe. Deze sterren vormen de pan van de Grote Beer.


Van boeken en mensen wenst u nogmaals fijne feesten toe en is er in januari terug met nieuwe verhalen.

Geen opmerkingen: