Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 7 december 2009

Dezelfde golflengte



De auto staat geparkeerd in een drukke straat aan de kust. Het zicht bestaat voornamelijk uit voorbijrazende bussen. Het is droog buiten. Normaal gezien zou ik in deze omstandigheden allang de auto uit zijn. Nu niet. France I. heeft me iets te vertellen. Zij was mijn eerste vriendin in Frankrijk.

In onze begindagen hier, toen P. en ik nog met heimwee terugdachten aan Torres del Paine, wat niet alleen de naam is van een nationaal park in Zuid-Chili maar ook die van onze oude Belgische ijskast die zoals de gletsjers in Patagonië geregeld afkalfde, kende ik in deze contreien naast Madame C. van het immobiliënkantoor geen kat.
Neen, ook geen collega's.
P. en ik gingen maar twee keer naar het werk. Op onze eerste dag werden we vriendelijk genood naar huis terug te keren en te wachten op een telefoontje. Elf september was nog maar drie weken oud en in onze business waren alle projecten stopgezet. Het telefoontje kwam op vrijdagmorgen. Of we om vijf uur konden langskomen?
P. en ik hadden onze baan in België opgegeven. De bedrijfswagen was ingeleverd, dus hadden we een auto gekocht. De huur was opgezegd en in september waren we voor tien dagen naar het zuiden gekomen om een woning te zoeken. We pootten de tent neer op een camping en vertrokken elke ohtend na een ontbijt van drie croissants vol goede moed naar de immobiliënkantoren.
We werden meestal genegeerd, soms bespot ("wat was uw budget ook weer?") en een enkele keer zelfs opgelicht. Als we al een bezoek konden regelen, belandden we ofwel in een tochtige woning die al jaren leegstond en eerder een stal leek, ofwel bij een eigenares die één jaar huur eiste als waarborg. Tot we op de voorlaatste dag het kantoor van Madame C. binnenstapten. Een uur later hadden we de sleutel op zak van een mooie flat op tien minuten rijden van het werk. Zicht op de bergen, zwembad op het domein. Het paradijs.
Dat we in die eerste werkweek niet op kantoor hoefden te zijn, kwam gelegen. We moesten de verblijfsvergunning nog regelen. Na elvendertig faxen naar evenveel instanties in België hadden we de nodige documenten verzameld. We reden naar de prefectuur in Nice. Om kwart voor negen stonden we voor de deuren. Die waren nog dicht, maar op het trottoir wachtte al een rij mensen. Om klokslag negen uur werden we binnengelaten. We kregen een nummertje. Pas om vier uur mochten wij naar het loket. Maar het wachten loonde: we kregen de gegeerde carte de séjour. Alles was nu geregeld.
Tot dat telefoontje kwam: of we om vijf uur konden langskomen?
P. en ik gaven het elkaar niet toe, maar we wisten hoe laat het was. Ja, we werden ontslagen. Om een lang verhaal kort te maken: collega's had ik niet.

Omdat een mens niet de hele dag over huurcontracten kan spreken en Madame C. ook haar werk had, was ik maar wat blij toen ik France I. leerde kennen. Zelfs nu ik vriendinnen heb, blijf ik haar trouw. Ze vertelt even gepassionneerd over het failliet van Dubai als over de fadobars van Lissabon. Ik ken haar nu al acht jaar. Haar kennis over de literatuur? Bodemloos!
Nu, in de auto, heeft ze het over een pareltje van de Franse rentrée littéraire van 2009: Un homme louche van François Beaune. François Beaune is eenendertig jaar en "niet bepaald jong om te debuteren" aldus mijn vriendin. François Beaune is een man van twaalf stielen en dertien ongeluken. Keukenhulpje, nachtwaker, barman: u noemt het, hij is het geweest. Tot wanhoop van zijn moeder die iets anders in petto had voor zoonlief. Maar nu ligt Un homme louche dus in de handel.
De hoofdpersoon is een man van weinig woorden en even weinig vrienden. Jean-Paul Dugommier doet niets anders dan observeren. We krijgen een inkijkje in zijn dagboek. In het eerste deel is hij dertien jaar en leeft hij op het platteland waar zijn ouders een kruidenierszaak uitbaten. Het tweede deel start vijfentwintig jaar later. Dugommier observeert de samenleving door een loep. Kijkt hij bijvoorbeeld naar een reclame-affiche, dan ziet hij het geheel niet, maar wel de details: een overdosis aan felgekleurde pixels. Inderdaad. Een ander mens zou er scheel van gaan zien.
"Humoristisch en poëtisch."
"Een roman die in de war brengt."
"Na dit boek kijk je op een andere manier naar de werkelijkheid."
"Een roman die herinnert aan L'écume des jours van Boris Vian."
Zo is Un homme louche ontvangen.
De moeder van François Beaune is trots, zegt France I. nog.
Dan is het half tien. Tijd voor mijn afspraak. Ik draai de contactsleutel uit. France I. zwijgt begripvol. Ik zeg het u, we zitten op dezelfde golflengte.

Geen opmerkingen: