Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 4 december 2009

Vrolijke hoeren



Zelfs in ons dorp, dat sommigen toch als een eindpunt van de wereld beschouwen, hebben we verscheidene vormen van vertier: een cinemazaal, een speeltuin en twee vrouwen van plezier. Ik heb hen alleen nog maar kort en van ver gezien, wanneer ik van de autosnelweg naar huis rijd. Op die schilderachtige weg, tussen een diepgroen meer en steile heuvelflanken begroeid met eiken, staan zij. Piepjong ogen ze niet meer. Ze gaan gekleed in hoge witte laarzen en topjes die weinig aan de verbeelding overlaten en dragen zelfs bij regen een zonnebril die hun gezicht haast helemaal bedekt. Op hun modderige parkeerstrook staan ze maar wat naar de voorbijrazende auto's te staren.

Dan kom ik thuis met een herinnering aan droeve hoeren.

Of de dames het gelijknamige boek van Gabriel Garcia Márquez gelezen hebben, betwijfel ik. Ik zou het op hun parkeerterrein kunnen deponeren, akkoord. Maar ik zou niet weten welke vertaling ik zou moeten kiezen en bovendien acht ik de kans groot dat ze er sigaretten van rollen. Dat zou zonde zijn. Herinnering aan mijn droeve hoeren is de laatste roman van Gabriel Garcia Márquez. Het begint zo: "Voor mijn negentigste verjaardag, wilde ik mezelf trakteren op een waanzinnige liefdesnacht met een jonge maagd."
Via een bevriende bordeelhoudster krijgt de oude man zijn maagd. Maar als hij in het bordeel aankomt, slaapt het meisje al, doodmoe na een dag werken in de fabriek. Hij gaat naast haar liggen en kijkt. Hetzelfde gebeurt de volgende en daaropvolgende nacht. Hij wordt voor de eerste keer in zijn leven verliefd. Terwijl hij zijn slapende maagd bewondert, fantaseert hij over hoe de echte liefde zou kunnen zijn. Márquez verweeft de gedachten en belevenissen van de oude man tot een melancholisch verhaal over de liefde en de dood.

Toen ik gisteren van de autosnelweg naar het dorp reed, zag ik dat de dames van plezier er ook weer waren. Het was aan het stortregenen, maar dat leek hen niet te deren. Ze hadden zelfs versterking gekregen: ze waren met vier. Twee van hen stonden geanimeerd te kletsen onder hun paraplu's, de twee anderen kwamen aangewandeld, druk babbelend en lachend. Verderop stonden twee monstertrucks geparkeerd. Het beeld duurde een flits, dan was ik alweer in onze vertrouwde vallei, op de heuvel in het dorp, thuis bij de haard.
Met een herinnering aan vrolijke hoeren.

Geen opmerkingen: