Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 10 mei 2011

Titel



Het was de titel die mijn aandacht had getrokken. Ik stond in de bibliotheek van Cannes voor het rek Italiaanse literatuur en dacht aan wat Alejandro Zambra in zijn essaybundel No leer schrijft over titels. Zambra begint zijn schrijfproces altijd met een titel, namelijk de titel van een roman die hij zou willen lezen.
Zo moest het ook gegaan zijn, dacht ik, met het boek dat ik nu in mijn handen hield, La poésie n'existe pas van Eugenio Montale. Uit de pen van de belangrijkste Italiaanse dichter van de twintigste eeuw klinkt die titel paradoxaal. Paradoxaal en precies daarom intrigerend.

La poésie n'existe pas bundelt negen teksten die Montale schreef tussen 1946 en 1951. Het titelverhaal speelt zich af in Italië in 1944. De ik-verteller, die in zijn flat twee clandestiene gasten verbergt, krijgt bezoek van een Duitse soldaat. De verteller is nerveus en verward tot hij zich herinnert dat hij jaren geleden met deze man heeft gecorrespondeerd. De Duitser, zo blijkt, komt hem een poëziebundel brengen. Ze drinken samen chianti. De Duitser betoogt:
"Croyez-moi, la poésie n'existe pas; quand elle est ancienne nous ne pouvons nous identifier à elle, quand elle est nouvelle elle rebute comme toutes les nouveautés: elle n'a pas d'histoire, pas de visage, pas de style. D'ailleurs, d'ailleurs... une poésie parfaite serait comme un système philosophique qui tiendrait debout, ce serait la fin de la vie, l'explosion, l'écroulement, et une poésie imparfaite n'est pas de la poésie."

In La poésie n'existe pas boort Montale met veel zin voor ironie het ongrijpbare aan van de poëzie.
Diezelfde ironie klinkt door in de andere stukken van de bundel. Naast twee verhalen telt het boekje zeven geraffineerde karikaturen. De dichter, De muzikant, De schilder en De intellectueel zijn bij momenten hilarisch omdat de karakters zichzelf voortdurend tegenspreken. Montale spreekt met kennis van zaken. Behalve dichter en intellectueel was hij ook muzikant en schilder.

In deze stukken neemt Montale (die in 1975 de Nobelprijs Literatuur won) zich niet erg serieus. Een auteur die zo goed afstand kan bewaren tot zijn eigen kunst? Die maakt me nieuwsgierig, zelfs naar zijn minder briljante titels.

La poésie n'existe pas, Gallimard Collection Arcades, 67 p.

Geen opmerkingen: