Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 19 mei 2011

Gouden stip



I.(4) wilde zijn kip nog een keer zien.
We hadden een graf gemaakt en het toegetakelde lijkje met aarde bedekt. Alleen het grijze kopje stak nog uit, de ogen dicht.
'Kom nu maar,' zei ik aan de kinderen.
I. keek in stilte. 'Ik wilde ze zo graag dragen,' zei hij toen. Twee tranen rolden over zijn wangen.
We tilden hem op, liepen de tuin in en lieten hem uithuilen. Toen hij rustig was, keerden we terug naar het grafje. We stonden nog even te kijken. I. ondernam de eerste actie. Hij bukte zich, pakte een kluit aarde en gooide die in de kuil.
Daarna draaide hij zich om naar zijn broer.
'Wil je fietsen?' vroeg E.(5).
Een glimlach verscheen op I.'s betraande gezichtje. Hij liep naar zijn fiets.

's Anderendaags, toen ik met de auto terugkeerde van een boodschappenronde in de vallei, moest ik hieraan denken.
Ik luisterde naar de radio. Op France Culture werd een fragment voorgelezen van La Nausée van Jean-Paul Sartre, over de historicus Antoine Roquentin die zijn eigen betekenisloosheid inziet en een fysieke walging ontwikkelt voor de werkelijkheid, het bestaan. La Nausée is de eerste en bekendste roman van Sartre. Het is een klassieker van het existentialisme.
De passage ging over het verstrijken van de tijd en het vluchtige van elk ogenblik. Sartre vergelijkt een bijzondere ontmoeting of ervaring die voorbij is met een mooie melodische vorm die wegzinkt in het verleden en samenkrimpt tot een gouden stip:
Je me retourne; derrière moi, cette belle forme mélodique s’enfonce toute entière dans le passé. Elle diminue, en déclinant elle se contracte, à présent la fin ne fait plus qu’un avec le commencement. En suivant des yeux ce point d’or, je pense que j’accepterais – même si j’avais failli mourir, perdu une fortune, un ami – de revivre tout, dans les mêmes circonstances, de bout à bout. Mais une aventure ne se recommence ni ne se prolonge. Oui, c’est ce que je voulais –hélas! c’est ce que je veux encore.
(Ik draai me om; achter me zinkt die mooie melodische vorm helemaal weg in het verleden. Ze wordt kleiner, krimpt samen, nu is het einde niet meer te onderscheiden van het begin. En terwijl ik die gouden stip met mijn ogen volg, denk ik dat ik zou aanvaarden - zelfs al moest ik bijna sterven, een fortuin of een vriend verliezen - alles opnieuw te beleven, in dezelfde omstandigheden, van het begin tot het eind. Maar een avontuur herbegint niet en blijft niet duren. Ja, dat is het wat ik wilde - helaas! dat wil ik nog.)

Kinderen hebben dit niet, dacht ik toen ik de heuvel naar het dorp opreed. Kinderen gaan op een natuurlijke manier om met het verstrijken van de tijd. I. heeft niet meer gehuild om zijn kip. Hij denkt er wel nog aan. Gisteren zei hij dat hij van zijn kip had gedroomd. Met een glimlach. In zijn hoofd is ze een prachtige gouden stip.
Afscheid nemen wordt pas moeilijk als je ouder wordt.

La Nausée, Gallimard, 243 p.
Walging, De Arbeiderspers, 244 p.

1 opmerking:

Anoniem zei

Twee prachtige stukjes over een van dichtbij beleefd drama. Ik wens u geen drama's toe, maar: doe zo voort.