Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 16 mei 2011

Artistieke identiteit



Er is maar één boek dat ik vijf keer bijna heb gekocht.

Telkens ik in een Belgische boekhandel kom ga ik naar dat boek kijken, lees ik een paar bladzijden en schuif ik het weer in het rek.
Nochtans.
Ik heb geen twijfels over het talent van de auteur, en elke keer voor ik de boekhandel binnenga spreek ik me in: nu ga ik het kopen. Maar als ik het boek in mijn handen heb is de verleiding enkele bladzijden te lezen groot. Het duurt maar enkele paragrafen voor de vraag zich opdringt: wil ik dit lezen? Ik wil zoveel boeken lezen, sowieso al te veel voor een leven, waarom dan een gruwelijk verhaal zoals dit zelfs al is het bijzonder goed geschreven?

Elke keer ben ik met een ander boek naar buiten gegaan: Doctor Faustus (Thomas Mann), Bittere bloemen (Jeroen Brouwers), Elephant (Raymond Carver), Books v. Cigarettes (George Orwell). Al die boeken heb ik gekocht in de plaats van die ene roman. Maar als ik thuiskwam en mijn Belgische buit uitpakte, wist ik dat ik een misser had begaan. Ik begon uit te kijken naar een volgende reis naar België, een nieuw bezoek aan de boekhandel. Om dat ene boek weer vast te houden, open te slaan, enkele zinnen te lezen.

Dat boek is De maagd Marino van Yves Petry, de winnaar van de Libris Literatuurprijs 2011.
Het zijn Petry's rake formuleringen, zijn beelden en zijn benadering van het thema die me bij elk bezoek aan een Belgische boekhandel onmiddellijk naar de P-rekken drijven. Voor mij is stijl even belangrijk, zoniet nog belangrijker dan een plot. Maar toch.
De inhoud, volgens de uitgever: "Een man ketent een andere man vast aan de muur van zijn huiskamer, amputeert zijn penis, snijdt hem vervolgens de keel door en bewaart delen van het lijk in de diepvriezer om er in de weken die volgen van te eten. Wat dit waar gebeurde voorval pas echt intrigerend maakt, is dat het slachtoffer zijn behandeling geheel vrijwillig heeft ondergaan."
Het verhaal van een man die zijn minnaar opeet? Daar zit ik niet op te wachten.

De vijfde keer ging ik buiten met een boek van Yves Petry, niet De maagd Marino, maar Mijn leven als foetus. 
Mijn leven als foetus hoort thuis in Belgica, een reeks geredigeerd door Dirk Leyman waarin nieuwe of niet eerder gepubliceerde korte teksten van Belgische auteurs aan bod komen. Petry opent de reeks met een essay over het groeiproces van zijn romans. Hij geeft een inkijkje in zijn schrijverschap of "zijn zoektocht naar een artistieke identiteit", waarmee hij niet doelt op het opbouwen van een publieksimago, maar "de vereenzelviging van de schrijver met zijn werk, in alle eenzaamheid en afzondering, maanden en zelfs jaren voor hij met pers of publiek in aanraking komt."

Mijn leven als foetus is een begeesterd pleidooi voor het zinloze van literatuur van een schrijver voor wie het "authentieker en intenser is om een boek te zijn dan een persoon te zijn".
In deze tijden van mediagekte is Yves Petry eindelijk weer een auteur die zijn werk voor zich wil laten spreken. Een begenadigd schrijver met hoge ambities maar ook een groot relativeringsvermogen, zelfs van zijn eigen schrijverschap.
Toen ik het uit had, ben ik naar mijn computer gehold en heb ik De maagd Marino online besteld.

Mijn leven als foetus, Uitgeverij Voetnoot, 48 p.

Geen opmerkingen: