Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 9 mei 2011

Sex on the beach



Het was zaterdagavond en we waren met vier vriendinnen in een bar aan de kust.
'Sex on the beach,' zei L. 'Daar heb ik zin in.'
I., naast L., glimlachte vaag. Het was haar ding niet, dat zag je.
Ik keek naar S. die naast mij zat.
Zij maakte een grimas.
Ik haalde mijn schouders op.
Echt, een betere avond had je niet. De plaats, het tijdstip, het gezelschap? Alle voorwaarden waren voldaan. Het was een perfecte nacht om het seizoen in te luiden. Vanwaar we zaten keken we uit op het strand, de silhouetten van de palmbomen, de zwarte glinstering van de zee. Zelfs nu, om één uur, was het nog warm genoeg om in t-shirt buiten te lopen. En hoelang was het geleden? Vorige zomer?

'Petit ou grand?' vroeg de ober.
'Petit,' zei L.
'Un petit Sex,' knikte de ober.
S. nam een cola, ik muntthee. Geen cocktail voor ons, wij moesten nog rijden.
Tijdens de rit van die bar naar mijn huis (vijftig minuten) luisterde ik naar een radiofeuilleton over Stephen King, die in 1974 debuteerde met Carrie, een horrorverhaal over een meisje met bovennatuurlijke gaven. King is de populairste schrijver ter wereld. Hij heeft tweehonderd miljoen boeken verkocht. Daarvan heb ik nog geen enkel gelezen.

Carrie, Doubleday, 199 p.

Geen opmerkingen: