Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 23 september 2013

Een vrije vrouw


Van de acht huizen in onze stille straat is er een onbewoond, hoewel de bedden zijn opgemaakt en er warm water uit de kraan stroomt. De eigenaars, Niçois van over de tachtig, lieten het huis veertig jaar geleden bouwen en komen eenmaal per seizoen over. 
Toen ik het hekken vandaag open zag staan, ging ik poolshoogte nemen. Monsieur begroette me. 
'Mag ik je voorstellen aan mijn dochter?' vroeg hij. 

Ik had de dochter nog nooit ontmoet, maar ik wist het een en het ander over haar. Iedereen in het dorp sprak indertijd over haar schoonheid, al hadden de meesten het meisje (ze was toen een jaar of zeventien) enkel als een flits zien passeren, op de achterbank in de auto bij haar ouders. Wanneer de grijze coupé van het gezin na maanden afwezigheid in de hoofdstraat werd gespot, verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje door het dorp. 
Vaak waren de luiken van het buitenhuis nog niet geopend of de eerste nieuwsgierigen klopten al aan, in zondagshemd en met achterover gekamde haren. Of madame een fles olijfolie van eigen kweek wilde aannemen? Had monsieur zin in een potje jeu de boules? Konden ze hulp gebruiken in de tuin? 

Monsieur sloeg de voorstellen beleefd af. Het waren natuurlijk voorwendsels om een glimp op te vangen van mademoiselle. Iedereen had bepaalde plannen met haar: een sigaret delen, een rit op de scooter, een zwempartij in de rivier... Er stonden ook meisjes bij het hekken, zogezegd om hun broers in het oog te houden want "dat kind uit Nice" interesseerde hen niet. Ze keken naar het huis en stootten elkaar aan als mademoiselle in beeld kwam, en de dag nadien flaneerden ze met een identiek kapsel en gelijkaardige oorhangers door het dorp.

Af en toe bracht mademoiselle haar vader die in de tuin werkte een glas water of een stuk fruit, waarna ze weer verdween. Wat ze binnenshuis deed, was onduidelijk. Waren zij en haar moeder aan het poetsen? Stond ze op de bovenetage door de gordijnen te gluren en telde ze haar aanbidders? Of lag ze op bed en had ze uit verveling een stoffig exemplaar van Bonjour tristesse (1954) opengeslagen, het debuut van Françoise Sagan, en fascineerde die roman haar zo dat ze alles en iedereen was vergeten? 

Het verhaal gaat over een frivole weduwnaar die met z’n zeventienjarige dochter Cécile op vakantie is aan de Côte d’Azur. Op een dag komt een kennis logeren, een elegante, gecultiveerde vrouw van in de veertig. Ze charmeert Cécile en haar vader, die zijn piepjonge liefje laat zitten. Cécile is eerst verrukt, maar wanneer ze door toedoen van de nieuwe vrouw haar wufte leventje moet opgeven, slaat haar enthousiasme om in boosheid. Zinnend op wraak zet ze een pervers spel op het getouw, dat zal lukken maar een trieste glans over het leven zal leggen. 
Toen Bonjour tristesse verscheen, herstelde Frankrijk van de tweede wereldoorlog. Het frivole, immorele hoofdpersonage lokte een schandaal uit dat nog erger werd door de jeugdige leeftijd van de auteur. Françoise Sagan was achttien, ongeveer zoals mademoiselle. 

Op een dag kwam deze laatste niet meer naar het dorp. Het gerucht ging dat ze een welstellende Parijzenaar had ontmoet en bij hem was ingetrokken. Ik herinnerde me dit alles toen ze voor me opdook, in een wijd T-shirt, een legging en slippers. Ze had ravenzwart haar tot halverwege haar rug. De fijne trekken van weleer verdronken in een breed vormeloos gezicht. 
Ze had ook een zoon van tien, vertelde ze. Vroeger had ze festivals en exposities georganiseerd en een mondain leven geleid, maar het bleek niet te combineren met een gezin, ook omdat de vader van haar zoon voor zijn werk in het buitenland verbleef. Ik vroeg welke job haar man had. 
'Pas op,' zei ze, 'hij is mijn man niet. We zijn niet getrouwd.' 
'Na zoveel jaar maakt dat toch geen verschil meer uit?' 
Ze keek me onderzoekend aan. 'Jij bent zeker geen Française? Voor een Franse vrouw is het kompleet anders. Een Française die ongehuwd is, is een vrije vrouw.' 

Op weg naar huis vroeg ik me af of de oudere mannen in het dorp zich haar nog herinnerden. Misschien zou een rit op de scooter nu wel in goede aarde vallen. Mademoiselle was in elk geval geëmancipeerd. De invloed van Françoise Sagan, misschien? 

Bonjour tristesse (Françoise Sagan), Pocket Editions, 188 p.

Jean Seberg als Cecile in de verfilming van Bonjour Tristesse door Otto Preminger (1958)

Geen opmerkingen: