Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 9 september 2013

De imaginaire ziekte


In 2003 was Alberto Barrera Tyszka (°1960) aan het werken aan een reeks korte verhalen, toen een ervan naar z’n eigen zeggen met hem aan de haal ging. Het verhaal bleef groeien en resulteerde in een roman, La enfermedad (De ziekte), bij ons verschenen als De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda.
De Venezolaan, die in Caracas doceert aan de letterenfaculteit van de Universidad Central de Venezuela, kreeg er in 2006 de prestigieuze Premio Herralde voor, uitgeloofd door de Spaanse uitgeverij Anagrama.

Het spilpersonage van de twee verhaallijnen is Andrés Miranda, die als internist werkt in een hospitaal in Caracas. Hij vindt het zijn plicht de patiënten niets voor te liegen, ook niet als ze terminaal ziek zijn, maar wanneer bij zijn vader een ongeneeslijke kanker wordt geconstateerd, gaat hij twijfelen of hij wel eerlijk moet zijn. De woorden en de moed om het slechte nieuws te vertellen ontbreken hem. Omdat hij er doodongelukkig van wordt, neemt hij vrijaf en vertrekt hij met zijn vader op reis, in de hoop dat hij het triest bericht in een meer ontspannen sfeer wel over zijn lippen zal krijgen. De bestemming is Isla Margarita, waar Andrés Miranda als tienjarig kind een week met zijn vader heeft doorgebracht na de onverwachte dood van zijn moeder in een vliegongeluk.

Barrera Tyszka is erg goed in het portretteren van de geforceerde en pijnlijke intimiteit die de volwassen zoon en de oude zieke vader op reis delen, de geheimen die ze voor elkaar hebben, de toenaderingspogingen die moeizaam blijven, ondanks of net door de nakende dood.

Het relaas van de Miranda’s wordt afgewisseld door een lichtvoetiger verhaal, dat start met e-mails die een zekere Ernesto Durán aan de dokter richt, waarin hij zich beklaagt over een ziekte die niet medisch is vastgesteld maar hem volledig in de greep heeft. Omdat Andrés Miranda hem niet meer wil ontvangen en zijn telefoons niet beantwoordt, probeert Ernesto Durán via e-mail met de dokter in contact te komen. Het is zijn laatste uitweg: “Als u me antwoordt, is dat prima. Als u dat niet doet, doet dat er ook niet toe. U schrijven, dat is het enige waardoor ik me beter voel, eigenlijk het enige wat ik nodig heb.”

De secretaresse, die elke dag nieuwe berichten ziet binnenkomen, begint op een dag in naam van Andrés Miranda te antwoorden. Het personage van Ernesto Durán gaat steeds meer plaats innemen in haar gedachten, in die mate dat ze last krijgt van de symptomen die hij in zijn e-mails zo uitvoerig beschrijft.
Barrera Tyszka plaatst de echte ziekte tegenover de soms net zo slopende  imaginaire ziekte. Elk element van de roman zit goed: de twee verhaallijnen die elkaar op een natuurlijke manier afwisselen en aanvullen, de sobere en mooie taal, de ietwat afstandelijke, beschouwende verteller die de lezer toelaat zich het verhaal eigen te maken, de humor waardoor de roman ondanks zijn trieste thema’s een zekere lichtheid behoudt. De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda is verrassend en geraffineerd en wordt bij een tweede lezing nog beter.

De verloren patiënten van dokter Andrés Miranda (Alberto Barrera Tyszka), Wereldbibliotheek, 173 p.
Deze recensie verscheen op 10 juli in De Morgen.

Geen opmerkingen: