Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 4 februari 2011

Garmin (3)



Ik drukte op de startknop van Garmin en liep gewoon mijn straat uit voorbij de eik waarin een zwerm zwarte vogels zat en de tuin van de buurvrouw van 103, terwijl ik drie uur geleden nog in het luchtruim hing en twee uur daarvoor op tram 8 zat in Basel. Tussen Basel en Nice was de temperatuur vijftien graden gestegen, de hemel was van wit naar strakblauw gekleurd, maar toch had ik het sedert de aankomst op de luchthaven koud. De reden daarvoor was vermoeidheid, en dat lag puur en alleen aan mezelf. Na een exploratie van het verkeersmuseum van Luzern met vier jongens tussen 3 en 5 die onder treinen kropen, door het gangpad van een Boeing koersten, piraat speelden op een boot, een roeiwedstrijd hielden en de Space shuttle verkenden, gevolgd door een vieruurtje bij het speelpark aan het meer waar de kinderen in torens klommen, over hangbruggen liepen en aan katrollen sjeesden, terug thuis een bad en een lange maaltijd met zelfgemaakte pizza, Riojawijn en existentiële gesprekken, ja, na dit alles moest ik zo nodig nog tot een gat in de nacht lezen.
Het was niet mijn bedoeling om La Confusion des sentiments van Stefan Zweig uit te lezen, al had ik het wel kunnen vermoeden want met Zweig is dat heel gewoon, zozeer sleept hij de lezer mee met zijn verhalen over verdrongen passies of liefdes die niet mogen zijn.

La Confusion des sentiments verscheen in 1927 en was onmiddellijk een groot succes omwille van het gedurfde onderwerp.
Het is het verhaal van een professor in de letteren die na een loopbaan van 30 jaar een biografie cadeau krijgt van zijn collega's waarin alles wat van hem en over hem is verschenen opgenomen is. Heel zijn carrière staat in dat boek beschreven, maar toch is het in zijn ogen niet "echt". Het belangrijkste ontbreekt namelijk: de man die aan de de kiem van zijn carrière stond, die zijn liefde voor de letteren heeft ingeblazen, de professor die hij als negentienjarige student kreeg en die hij verafgoodde.
Hij reconstrueert de ontmoeting, veertig jaar geleden, hoe hij als negentienjarige student bij de eerste aanblik van zijn docent Engelstalige literatuur gefascineerd is en kind aan huis wordt bij de professor en z'n mooie jonge vrouw. Al snel heeft hij nog amper contact met medestudenten; zij mijden hem zelfs. Elke avond gaat hij bij de professor eten en daarna praten over Shakespeare. De koele relatie van het echtpaar valt hem op, maar hij stelt zich geen vragen. Wat hem verwart is de eigenaardige attitude van de professor. Nu eens neemt deze de student in vertrouwen, dan weer is hij koel en afstandelijk en soms verdwijnt hij op onverklaarbare wijze voor enkele dagen, vaak na een avond waarin de band net gesterkt leek.

Het is niet verbazend dat Stefan Zweig in zijn tijd gelauwerd werd door Sigmund Freud. Zweigs inzicht in de menselijke psychologie komt ook in deze novelle weer tot uiting. Met een grote finesse beschrijft de Oostenrijkse auteur de passie van de student, zijn verwarde gevoelens daarbij, het ongemak van de professor. In tegenstelling tot Zweigs hoofdpersonage heeft de lezer al snel vermoedens van wat aan de hand is.

Ver na middernacht had ik het licht uitgeknipt en daarna had ik nog een eind gemijmerd over de subtiele stijl van Zweig en hoe hij altijd de perfecte manier vindt om zijn verhaal te vertellen, maar tijdens het lopen dacht ik niet aan La Confusion des sentiments, zelfs niet aan andere boeken. Ik dronk de lentelucht, voerde mijn ritme op en liep de koude en de vermoeidheid uit mijn lijf.
Drie toeren.

La Confusion des sentiments, Le Livre de Poche, 160 p.
De vorige Garmin leest u hier.

Geen opmerkingen: