Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 20 juni 2012

Het grote wachten



-Het gaat gebeuren, zei ik aan mijn man. Vanaf nu begint het grote wachten.
-Ga naar de kapper, antwoordde hij. En houd je beste kleren klaar.
-En de kinderen, zei ik, de kinderen moeten in bad.
-Neem ze maar mee naar de kapper. Voor de zekerheid.
-Goed.
-Hebben we nog tijd om het huis schoon te maken?
-Normaal gezien wel. Het begint pas op 3 juli.
-Oef, zei mijn man.
-Zeg wel, zei ik. Alles moet piekfijn zijn.
-Gelukkig is het gras gegroeid. Ik ga bijzaaien op de kale plekken. De kans is groot dat het daar binnen twee weken dan ook groen is.
-Misschien moet ik de ramen wassen, zei ik.
-Echt?
-Kijk dan.
-Slechter dan nu kan het niet worden, zei hij. Maar probeer het met krant. Met krant lukt het.
-Oké.
-Waar ga je zitten? vroeg hij. Niet aan je werktafel?
-Ik dacht aan de sofa, zei ik. De witte. Ik ga in de hoek zitten met mijn benen over elkaar.
-Niet slecht, zei mijn man.
-Nee.
-Wat gaat gebeuren, denk je?
-Er is veel mogelijk. Alles kan gebeuren.
-Eigenlijk wel.
-Misschien niet direct. Misschien pas na een week. Of een maand. Maar ik ga de moed niet opgeven. Ik kan wachten.
-Als je denkt aan de telefoons die je kan krijgen? De contracten die binnenstromen? De televisie die misschien op reportage komt?
-Is het niet om gek van te worden?
-Weet je wat? Voor de gelegenheid trek ik mijn trouwpak aan. Als ik er nog in pas. Wat vind je daarvan?
-Prachtig.
-Welk verhaal is het eigenlijk?
-Porselein.
-Porselein?
-Dat verhaal over die zussen. Het kerstmaal.
-Een kerstverhaal? Publiceren ze dat nu?
-Dat doet er toch niet toe.
-Hoe heet het tijdschrift ook weer?
-De Revisor.
-Wanneer verschijnt het?
-Drie juli.
-Drie juli? Zorg dat de batterij van je mobiel opgeladen is. En dat de vaste telefoon in de lader zit.
-Natuurlijk.
-We moeten niet vergeten om een pijl te zetten.
-Een pijl?
-Een pijl aan het begin van de straat.
-Waarom?
-Voor de bezoekers. De gps vindt onze straat toch nooit?
-Goed gezien van je, zei ik.
-Ja, zei mijn man. Zonder pijl zouden we wel eens heel lang kunnen wachten.



2 opmerkingen:

Manu zei

Dit lijkt me een perfecte inleiding op "Kaas" van Willem Elsschot.

Annick Vandorpe zei

Kaas was niet bij me opgekomen, maar nu je het zegt. Ik dacht aan Le désert des Tartares (Dino Buzzati), over luitenant Drogo die in een fort in de woestijn dertig jaar lang tevergeefs wacht op de inval van de vijand. Als de troepen uiteindelijk aanvallen, is Drogo te ziek om te vechten en wordt hij weggevoerd. Zijn enige strijd is die tegen de dood. Dus, als ik binnen een jaar nog altijd in mijn hoek van de sofa zit, doe dan iets!