Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 21 maart 2012

Zeer Onvolledig Schrijvers Handboek (Alma Mathijsen)

pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl

Je kijkt naar dit scherm, omdat je iets verwacht. De zon zou tussen de gordijnen door naar binnen kunnen schijnen. De nacht zou net kunnen zijn gevallen en op de achtergrond stijgt de maan boven de huizen uit. Laten we daarvan uitgaan. Ver, als je heel stil bent, kun je een wolf horen janken.

Zeer Onvolledig Literair Handboek

De Mulisch Haters
Het angstaanjagende van de Mulisch Hater is zijn woede. Het is een waanzinnige woede, die vooral tegen Mulisch-liefhebbers gericht is. Misschien is hij in werkelijkheid een zachtaardig mens, maar als Mulisch Hater wordt hij een moordlustig beest. Over het algemeen is de Mulisch Hater ongelukkig met zijn lot, waar hij zelf niets aan kan veranderen. Dit schepsel staat aan het begin van zijn schrijvende carrière en is vaak ongeschoren en onverzorgd. Hij hoort tot een angstaanjagende groep die hele meren van bier kan leegdrinken. Wees zeer op je hoede. Ze zijn altijd op zoek naar nieuwe slachtoffers om aan hun horde toe te voegen. Ze winnen je ziel met scherpe argumenten en slinkse weerwoorden. Wie hun pad kruist zal getest worden. Hun vraag lijkt onschuldig en objectief, maar niets is minder waar: “Wat vind jij van het werk van Harry Mulisch?” Hun ogen vol vuur en hun tong spits achter de tanden, klaar om te spuwen. Het maakt niet uit of je het goed of slecht vindt. In beide gevallen zullen ze je overmeesteren. Slechts één zin kan je redden. Kijk de Hater diep in de ogen, vrees niet en zeg: “Wat vind jij het mooiste werk van Hermans?” De Hater zal losbarsten in een lofrede en vergeten dat jij al lang via de achterdeur bent weggevlucht.

De Arnon Grunbergen
Deze gedaante is de bekendste, in elk geval de meest geprezen; misschien dat de groep daarom ook zo groot is. Hierbinnen is er één leider. De enige echte. De rest doet zijn uiterste best zo goed mogelijk zijn karaktertrekken over te nemen. De Grunbergen laten zich maar zelden zien en leven afgezonderd, liefst in een land ver weg. Het zijn schrijvers die af en toe terugkeren omdat ze iets moeten afmaken of omdat ze een opdracht moeten uitvoeren voor ze rust krijgen. Ze laten niemand toe tot hun huis, dat is heilige grond. Alleen vrouwen mogen binnenkomen, mits ze de benen spreiden. In principe zijn De Grunbergen ongevaarlijk, al zullen ze altijd vreemd overkomen. Maar onthoud goed: maak ze nooit aan het lachen! Het geluid is zo hoog en schel dat je trommelvliezen zullen knappen en je voor de rest van je leven alleen nog maar kunt lezen. En dan is hun doel bereikt.

De Seksjuwelen
Dit beest vind je in elke leeftijdscategorie. Aan hun uiterlijke verschijning zijn ze lastig te herkennen. Hoewel lelijke kenmerken als haakneuzen, flaporen en eksterogen vaak voorkomen, zijn die niet voorgeschreven. Ze schrijven slechts om een reden: het andere geslacht te verleiden en in bed te lokken. Dit lukt maar al te goed. Omdat ze hun uiterlijk vaak niet mee hebben, moeten ze alles halen uit hun talent. Een beroemde uitspraak van een Seksjuweel: “Als ze niet met je mee naar huis wil, had je een beter boek moeten schrijven.” Voor deze wezens hoef je niet te vrezen, al betekent een afwijzing wel dat je in aankomende boeken door een moeras van stront gehaald zult worden. Maar waarom zou je ze afwijzen?

De Geest van de Debutant
In elke schrijvende verschijning nestelt zich de Geest van de Debutant. Elk is er immers ooit één geweest. Vergeet dat nooit. Daarom is het mogelijk om dit wezen van zijn stuk te brengen, mocht dit ooit nodig zijn. Ze herinneren zich allemaal de tijd dat hun eerste boek bijna uitkwam. De onzekerste periode uit hun leven; alleen tantes en opa’s lieten hun liefde voor hun boek blijken. Ze lieten hun gehele gemoedstoestand afhangen van het succes van dat eerste boek. Als dat succes niet kwam, stortte hun wereld in. Pas later zagen ze dat het lot van hun leven niet in handen ligt van dat eerste boek. Maar alleen al een speldenprik naar een herinnering aan die tijd doet hun ego krimpen tot een krent.

De Recensent
De Recensent is een buitenbeentje in dit stuk. Het is meestal een vrouw, want die zijn het beste als het op jaloezie aankomt. Zij scheidt het kaf van het koren, de vrees van elke schrijver. De twee onderhouden al eeuwenlang een haatliefdesrelatie. De schrijver gelooft dat de Recensent altijd gunstig gestemd moet zijn. Soms wordt ze geëerd met veldbloemen of brieven. Vaak heeft dit geen enkel nut en tart dit de pen van de Recensent alleen maar meer. Ze heeft de macht om schrijvers te vervloeken. Sommigen worden ziek van wanhoop, of erger nog: ze sturen ingezonden brieven naar de desbetreffende krant met zure aantijgingen. Daar geniet de Recensent het meest van. Dan wrijft zij over de droge knokkels, een zuinige glimlach verschijnt op het gezicht. Er bestaan goede en kwade Recensenten. Goede Recensenten helpen mensen door uit de modderstroom van boeken die worden uitgegeven de goudklompjes te zeven. Kwade Recensenten stampen vredelievende schrijvers vanuit persoonlijke gronden of tekortkomingen de grond in.

De Zelfverklaarde Weduwe
Overdag slapen de Weduwes. ’s Nachts komen ze pas naar buiten op zoek naar bloed. Daar leven ze van. Ze dragen de kleding van hun overleden echtgenoten, die zit vaak ruim. Al hun energie gaat naar het zoeken van een nieuw slachtoffer. Want zonder liefde worden er geen boeken geschreven. Alleen als ze echt wanhopig zijn, nemen ze genoegen met kat of een hond ter inspiratie. Leeftijd heeft voor de Weduwe geen betekenis. Sinds het moment dat de echtgenoot overleed, blijft ze er hetzelfde uit zien. Wel wordt gezegd dat ze door het aan de haak slaan van een nieuw slachtoffer er jonger uit gaat zien. Mannen kunnen niet voorzichtig genoeg zijn met deze zelfverklaarde Weduwes. Kijk nooit een Weduwe in de ogen, dan ben je verloren. Je wordt willoos en voor je het weet zit je in haar greep, het is onmogelijk los te komen. Je zult moeten wachten op de zoete verlossing jaren later.

Alma Mathijsen (°1984) schrijft voor verschillende Nederlandse kranten. In 2006 debuteerde ze met de verhalenbundel Binnen spelen (Prometheus). Haar eerste roman heet Alles is Carmen en verscheen in september 2011 bij De Bezige Bij.

12 opmerkingen:

Annick Vandorpe zei

Durf, mensen! Kleine vermoedens zijn ook welkom.

Luc zei

Lijkt een beetje een bestiarium. En dat schreven al meerdere schrijvers. Cortázar, Renard misschien.

Maar het zal wel niet. Waarschijnlijk een pastiche op een boek dat ik niet ken. En voor wie het wel kent, is het heel duidelijk.

manu zei

Gerrit Komrij?

Alma zei

Geen Jules, geen Gerrit. Ik was jong en een beetje bang.

Annick Vandorpe zei

Ik denk dat we aan een tip toe zijn. Zoeken we een Nederlandse auteur?

Alma zei

Goed. Het gaat om een Nederlandse schrijver. Het eerste boek dat ik ooit zelf kocht van mijn zakgeld.

Freek zei

Een boek dat in 1996 verscheen?

Jannah zei

Campert misschien?

Jan zei

Louis Stiller.

Alma zei

Campert mijn held, maar nee. Laat ik wat duidelijker zijn, het gaat om een kinderboekenschrijver.

Marian Boyer zei

Kuijer?

Alma zei

Marian kwam heel dicht in de buurt, maar nee. Mijn zakgeld ging naar Paul van Loon's Griezelhandboek. Jaren lang lag dat onder mijn kussen voor het geval in overvallen zou worden door een monsterlijk wezen.