Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 23 maart 2012

Het Provençaals licht



Ik reed naar mijn afspraak bij de kamer van koophandel. Het was zo'n dag waarop alles mogelijk leek. Die dagen heb je hier vaak. Volgens mij heeft het te maken met het licht, dat unieke licht van de Riviera dat schilders al eeuwenlang aantrekt omdat het de bomen, de zee, de huizen, de bergen een laklaagje geeft, een glans die elders niet te vinden is. Dat licht zegt, Ga naar buiten, Praat met die vreemde, Koop dat boek, Kies het onbekend gerecht op de menukaart, Knip je haar kort, Beeld je in dat je een eik bent. Of zoals nu, Start een bedrijf. Dat was de boodschap deze keer, Start een bedrijf, en ik dacht aan de vergadering waar ik naartoe reed, het masterplan dat de toekomst zou verzilveren, me tijd zou laten om te schrijven en tegelijkertijd dat schrijven elke dag zou voeden en een inspiratiebron zou zijn van columns, kronieken, essays, romans, toneel en poëzie.

Het zou me toegang verlenen tot domeinen die voor ieder ander gesloten blijven en een introductie zijn in kringen waarvan ik het bestaan nu alleen vermoed. Misschien zou de eigenaar van het kasteelhuis naast de school me op een dag opbellen, dat huis met de torentjes dat altijd gesloten is. Eén keer heb ik daar licht zien branden, in één kamertje. Ik kwam dichterbij tot ik voor de poort met de stenen leeuwen stond. Daar bleef ik staan om te kijken, te kijken naar die rechthoek van licht waarachter ik boeken zag, wanden vol boeken, zorgvuldig gerangschikte in leer gebonden ruggen op rekken tot het plafond waartegen laddertjes stonden, de ideale bibliotheek, een bibliotheek die ik alleen kende uit romans. Het is deze bibliotheek die ik me inbeeld in Two Acres, het landgoed van de familie Sawle in Engeland, waar Kind van een vreemde van Alan Hollinghurst begint.

In 1913 is de jonge dichter Cecil Valance een weekend in Two Acres op bezoek bij zijn studievriend George Sawle, met wie hij heimelijk een affaire heeft. Hollinghurst beschrijft het decor op een zintuiglijke manier: we ruiken de bloemenpartijen in de tuin, we zien het licht dat door de salonramen de nacht in vloeit, we horen de Wagner-muziek waar George’s moeder en haar oude vriendin naar luisteren. De drie dagen die Cecil doorbrengt op Two Acres worden memorabel. Zijn talent en charisma imponeren en intrigeren het hele gezelschap, in het bijzonder Daphne, het zestienjarige romantische zusje van George. In haar handtekeningenalbum laat Cecil een gedicht na, Two Acres. Hoewel het gedicht niet opmerkelijk is, zal het furore maken en Cecil Valance verheffen tot een van de belangrijkste Engelse literatoren van de twintigste eeuw.
In de volgende delen maken we telkens een sprong in de tijd, eerst naar 1926 wanneer Cecil gesneuveld blijkt in de oorlog en Daphne na haar huwelijk met de onbeschaamde grillige broer van Cecil de nieuwe Lady Valance is geworden, dan naar 1967 waar we kennis maken met Paul Bryant, de toekomstige biograaf van Cecil Valance, vervolgens naar de jaren zeventig waar Bryant de verarmde Daphne opzoekt en informatie van haar probeert los te weken, om te eindigen in 2008 wanneer een antiekhandelaar nog iets op het spoor komt.
In elk deel komen we via nieuwe, aanvankelijk onbenoemde personages weer terecht bij de Valances en de Sawles. Aan de hand van de lotgevallen van de twee families schetst Hollinghurst de evolutie van de Engelse maatschappij in de twintigste eeuw, de verschuivingen in klassen en zeden. De herinnering aan Cecil Valance is de rode draad door de roman. Telkens de verteller wisselt, verandert de gedaante die de dichter aanneemt. Biografen probeert hem te vatten, maar de echte Cecil lijkt ongrijpbaar.

Ongrijpbaar, zoals de bibliotheek van het kasteelhuis. Het licht knipte uit en het raam werd een van de vele donkere ramen in de gevel.
Sindsdien heb ik er nooit meer licht gezien. Bestaat die bibliotheek of heb ik me dat ingebeeld? Ging ik zo op in Kind van een vreemde dat ik het landhuis Two Acres vereenzelvigde met het kasteelhuis waar ik elke dag voorbijkom en heb ik de bibliotheek van Two Acres daarin geprojecteerd? Of is het een echte herinnering? (Maar zijn herinneringen te betrouwen? Een herinnering is ook maar een herinnering van een herinnering, zegt Daphne Valance.)
Binnengaan zal uitsluitsel brengen. Als mijn masterplan de deur niet opent, vertrouw ik op het Provençaals licht. Dat licht dat roept, Leef, en dan, Ga nu maar, Ga en druk op de bel.

Kind van een vreemde, Prometheus, 496 p.

Geen opmerkingen: