Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 16 maart 2012

Staakt-het-vuren



Het was zeven uur dertig ’s morgens en ik stond in de keuken de vaatwasser te legen. Op de radio ging het over de Brusselse moskee die in brand was gestoken. Een voor een viste ik de borden uit de benedenla, vergeeld porselein met een krans van mosgroene en turkooizen bloemen, borden waar ik al dertig jaar uit eet, in de tijd van mijn grootmoeder kaassoufflé, flensjes van paardenbloemen of konijn met pruimen, nu quiche en salade en belegde baguette want helaas, gastronomie met de paplepel binnenkrijgen biedt geen garantie voor kooktalent, en ondertussen ging het nieuws door, ik ving iets op over Sarkozy die in de laatste peiling hoger scoorde dan Hollande maar mijn hoofd was er niet bij, ik dacht aan de vakanties bij mijn grootmoeder, de bokaal met bonbons op de salontafel, de boterhammen met bessenjam die ze me bracht als ik ’s avonds in bed riep dat ik honger had, het behangpapier met de ingewikkelde bedrukking waarin ik tevergeefs terugkerende motieven zocht, en zo helder en levendig als dit beeld was, zo plots viel het weg, het decor veranderde, ik rook de buitenlucht, ik hoorde water stromen, ik voelde de zon op mijn huid, ik liep tussen judasbomen in een stille, ongerepte natuur maar er was iets onaangenaams, iets dat ik niet kon duiden, een knoop in mijn maag, waar was dit, wanneer was ik hier geweest?

De stem van de nieuwslezer drong tot me door, hij had het over een Staakt-het-vuren tussen Palestijnen en Israëli’s, en ik wist het weer, wat ik zag was Galilea, de heuvels van Galilea, de stramme rug kwam van het kamperen, de pijn in mijn kuiten van het wandelen, in Galilea had ik een trektocht gemaakt met Ora, met Avram, de personages van Een vrouw op de vlucht voor een bericht van de Israëlische schrijver David Grossman, ik volgde die voettocht niet mee over hun schouder, neen, ik maakte hem zelf, meestal was ik Ora die net gescheiden is van Ilan en moeder is van twee zonen, soms gleed ik in de huid van Avram, die Ilans beste vriend was en ooit - misschien nog altijd? - verliefd was op Ora, maar wie ik ook was, altijd voelde ik iets nijpen, de schrik voor het bericht.

Op hun zestiende leerden Ora, Avram en Ilan elkaar kennen en werden ze beste vrienden. De oorlog dreef hen uit elkaar. Avram werd uitgestuurd naar het front in Egypte waar hij in krijgsgevangenschap afschuwelijke folteringen doorstond. Meer dood dan levend kwam hij terug. Ora en Ilan, die intussen een zoontje hadden maar elkaar niet meer zagen, hadden allebei een reden om zich schuldig te voelen om wat met Avram was gebeurd. Ora zette haar verleidingskunsten in om hem levenslust in te blazen. Ze werd zwanger en kreeg een zoon, Ofer. Avram wilde niets met het kind te maken hebben, maar Ilan keerde naar Ora terug en zorgde voor Ofer alsof het zijn eigen kind was.

Wanneer het verhaal begint, is Ofer na drie jaar diensttijd in het Israëlische leger pas afgezwaaid en heeft hij zich als vrijwilliger aangemeld om deel te nemen aan een gevaarlijke missie in de bezette gebieden. Ora, die drie jaar lang in angst heeft geleefd, is banger dan ooit. Om het bericht van Ofers dood te ontlopen vlucht ze weg. Ze zoekt Avram op en verplicht hem met haar een voettocht te maken door Galilea. Ondertussen vertelt ze het levensverhaal van Ofer, vanaf zijn geboorte tot de laatste dagen die ze met hem heeft doorgebracht. Door aan Ofer te denken en over hem te spreken wil ze het lot bezweren, hem voor de dood behoeden.

Op het ritme van lange, prachtige zinnen trekt David Grossman ons het verhaal in. Beschrijvingen van het natuurschoon en van de gebeurtenissen onderweg sluiten aan op flashbacks naar het gezinsleven van Ilan en Ora. Met mondjesmaat onthult Grossman het verleden, de wig die Ora in haar huwelijk en gezin dreef.
Een vrouw op de vlucht voor een bericht is de geschiedenis van een legendarische vriendschap en, bovenal, het verhaal van ouderschap in oorlogstijd. Terwijl Grossman deze roman schreef, haalde de werkelijkheid de fictie in: hij verloor zijn eigen zoon aan het front.

De vaatwasmachine was leeg en het radionieuws afgelopen, maar het nieuws van het Staakt-het-vuren galmde na in mijn hoofd. Ik had die oorlogsberichten vaak gehoord, vaak gehoord en vergeten, maar nu niet, ik stond in de keuken koffie te drinken uit een kop met een groene bloemenrand en had in heel mijn lijf lichtheid, plotse zuurstof, en hoe machtig dat ook voelde, het was slechts een fractie, besefte ik, een schijntje van de opluchting van de vaders en moeders in Israël en Palestina.

Een vrouw op de vlucht voor een bericht, Cossee, 686 p.

1 opmerking:

Emily Gordts zei

Mooi stuk, Annick! Ook Paul Auster was laaiend enthousiast over dit boek, las ik ergens. Hoog tijd dus om het te lezen... Heb het gelijk gekocht. Ben benieuwd naar die wandeling tussen de judasbomen!