Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

vrijdag 24 februari 2012

Therapeutisch lachen



Bij de schoolpoort zag ik een vriendin. Ze zat op haar hurken en trok een muts over de oren van haar zoon. Ik vroeg of ze een leuk weekend had gehad. Ze maakte een grimas en vroeg ik een polo wilde.
'Ze zijn wel gebroken,' zei ze. Ze stond recht. In de palm van haar hand lagen een hoop witte boogjes. Ik pikte er enkele uit en stopte ze in mijn mond. Dat deed zij daarna ook.
'Heb je ruzie gehad?' vroeg ik.
'Niet echt,' zei ze, 'maar wel bijna. Heel het weekend bijna.'
'Het was dus zo'n weekend,' zei ik.
Ze knikte.
Ik knikte terug.
'Soms vraag ik me af waarom ik getrouwd ben,' zei ze. De zin startte als een zucht, maar ging halverwege over in een lach. Ze bleef lachen, luider en luider. Enkele schoolmoeders draaiden zich om. Zij zag hen niet, ze ging op in haar lach, alleen die lach bestond nog.

Af en toe keek ze op. Dan zorgde ik ervoor dat ik ook lachte. Onmiddellijk plooide ze weer dubbel. Ik moest die lach zo lang mogelijk in stand houden, dat was mijn taak, dat wist ik. Het was geen geintje, het was lachen om te overleven, therapeutisch lachen, en ik keek naar haar en ik dacht aan haar huwelijk en aan andere huwelijken, solide of bouwvallige of bijgewerkte of verwaarloosde of ingestorte huwelijken, en aan de verhalen die achter die huwelijken zaten, gecompliceerde geschiedenissen waar van alles bij kwam kijken, en ik dacht, Jawel, ik dacht, Jazeker, ik wist, Een verhaal van een liefdeshistorie, een huwelijk, zal altijd vlees bieden voor een roman.
Een recent bewijs is The Marriage Plot van de Amerikaanse auteur Jeffrey Eugenides, over de driehoeksverhouding tussen Madeleine Hanna, Leonard Bankhead en Mitchell Grammaticus, drie studenten die in het begin van de jaren tachtig afzwaaien aan de preppy Brown University.

Madeleine, die Engelse literatuur studeert, schrijft een proefschrift over de 19de-eeuwse liefdesromans. Net zoals in het werk van Jane Austen, Henry James, George Eliot en hun 19de-eeuwse collega's staat de zoektocht naar een geschikte partner in deze roman centraal. Kiest Madeleine Hanna voor Mitchell Grammaticus die haar vereert en alles heeft om de ideale schoonzoon te worden of opteert ze voor de charismatische, geniale, maar manisch depressieve Leonard Bankhead?
Eugenides dompelt ons onder in de eighties, het tijdperk van de deconstructivisten, van cassettebandjes en schrijfmachines, van spirituele zoektochten, en volgt de drie personages gedurende een scharnierperiode in hun leven waarin ze zich losweken van de universiteit, keuzes maken, volwassen worden.
The Marriage Plot sleept de lezer mee zoals de klassieke romans dat ook doen. Het decor en de tijdsgeest evolueren, vrouwen zijn geëmancipeerd, scheiding is mogelijk, maar in welke mate zijn liefdesverhalen veranderd?

Blijft de essentie niet dezelfde, vroeg ik me af, en is dat niet de reden waarom ze blijven boeien, de oude verhalen, de nieuwe?
Ik keek naar mijn vriendin die de tranen uit haar ogen veegde.
'We praten later verder,' zei ze. Ze nam haar zoontje bij de hand en stak de straat over. Ik zag dat haar schouders nog nahikten.

The Marriage Plot, Fourth Estate, 406 p.
Huwelijk, Prometheus, 496 p.

1 opmerking:

S. zei

Heel mooi stukje!
Heel mooi boek ook, ben het volop aan het lezen.