Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 7 februari 2012

Ravijn



Het was een fait divers van enkele regels: een man die jarenlang in de gevangenis had gezeten op beschuldiging van incest werd vrijgelaten nadat zijn dochter had toegegeven dat haar aanklacht ongegrond was. Ze had alles verzonnen om aandacht te trekken.
Het bericht bleef door mijn hoofd spoken. Had het kind Persécution gelezen? Of is Alessandro Piperno een schrijver die de tijdsgeest zo goed begrijpt dat zijn romans een voorspellende kracht hebben?

De hoofdpersoon van Persécution (bij Uitgeverij Contact verschenen als Vervolging) is de Joods-Italiaanse arts Leo Pontecorvo, gespecialiseerd in kanker bij kinderen. In zijn domein is hij een grote naam. Hij staat aan het hoofd van een belangrijke, zelf opgerichte afdeling in het ziekenhuis, doceert aan de universiteit en heeft een wekelijkse rubriek in de Corriere della Sera.
Behalve intelligent, tactvol en discreet is Pontecorvo knap en charismatisch en brengt hij het hoofd van zijn studentes en zelfs dat van de moeders van zijn patiëntjes op hol. Hij voelt zich gevleid door de aandacht, maar blijft er koel onder. Al bijna twintig jaar is hij gelukkig getrouwd met Rachel, met wie hij twee zonen heeft, Filippo en Samuel. Het gezin woont in een luxueuze villa in de residentiële Romeinse wijk Olgiata en brengt de zomers door in een buitenhuis in Toscane.

Als het verhaal begint dreigen problemen, onder meer een fraudezaak, waar Pontecorvo weigert aan te denken. De bom barst op 13 juli 1986 tijdens het achtuurjournaal. Met zijn vrouw en kinderen zit hij in de keuken te eten als hij zijn foto plots op televisie ziet verschijnen. Hij is, zo hoort iedereen aan tafel, betrokken in een pedofilieschandaal. De aanklager, een meisje van twaalf, is het vriendinnetje van Samuel, de jongste zoon.
Pontecorvo zegt niets om het nieuws te ontkrachten. Hij mijdt de blik van zijn vrouw en kinderen, staat op, loopt de trap af naar zijn bureau in de kelder en sluit zich daar op.

Meer dan een jaar blijft Pontecorvo in de kelder. In dat jaar kijkt hij zijn vrouw en kinderen niet meer aan, wisselt hij geen woord met hen.
De vaste grond is onder zijn voeten weggegleden maar de ravijn die gaapt komt niet als een volledige verrassing. Hij herinnert zich het verjaardagsfeestje van Samuel waarop hij Camilla ontmoette, en ziet haar ouders weer voor zich die zich zo opvallend als nieuwe rijken gedroegen, ouders waarvoor ze zich wel moest schamen. Toen Samuel later vroeg of Camilla mee mocht op skivakantie, wist Pontecorvo direct dat het kind zijn zoon had gemanipuleerd; met die ouders van haar wilde ze de kerst niet doorbrengen. Hij denkt aan de heftige reactie van zijn vrouw, aan haar tegenargumenten die hij in de wind sloeg. Waarom zij niet wilde dat Camilla meekwam zag hij in toen ze al in de chalet waren en Camilla weigerde de pistes op te gaan. Ze bleef de hele dag binnen, 's morgens met zijn vrouw, 's middags met hem.
Pontecorvo graaft in zijn geheugen tot hij bij het ogenblik komt waarop het verkeerd is gegaan. Waarop hij verkeerd heeft gehandeld.

Via flashbacks geeft Piperno inzicht in het leven van zijn personage, de beschermde jeugd die Pontecorvo genoot in Zwitserland tijdens de Jodenvervolging, de feilloze manier waarop zijn vrouw het huishouden runt en erop toeziet dat hij zich alleen hoeft te focussen op zijn carrière, de moeilijke relatie met zijn lelijke jeugdvriend Herrera, nu een van de beste strafpleiters van Rome, die hij na een ruzie al jaren niet meer heeft gesproken en nu vraagt om zijn advocaat te worden.
Langzamerhand brengt de lezer begrip op voor Pontecorvo's houding tegenover zijn gezin, zijn gebrek aan reactie. Wat in eerste instantie onwaarschijnlijk, zelfs ongeloofwaardig lijkt, wordt plausibel. Plausibel, maar toch troebel. Want de reden waarom Pontecorvo de drie mensen die hem het meest dierbaar zijn niet in de ogen durft te kijken heeft misschien ook te maken met schuldbesef. Misschien. Waar ligt de grens? Het is een van de vele vragen die de lezer zich stelt.

Meer dan het briljant relaas van de teloorgang van een individu is Persécution een Zeitgeistroman. Het beeld dat Piperno van de Romeinse bourgeoisie schetst is niet mals. We krijgen een sensatiebeluste, door de media gemanipuleerde samenleving te zien waar oppervlakkigheid en uiterlijkheden zegevieren, waar iemand razendsnel kan opklimmen maar slechts één kleine misstap hoeft te maken om ten onder te gaan. Een maatschappij waar zelfs het gerecht niet rechtvaardig is.

Voor Leo Pontecorvo loopt het minder goed af dan voor de man uit het fait divers hierboven. Gaat u dit zelf nu maar ontdekken, u krijgt er geen spijt van.

Persécution, Editions Liana Levi, 432 p.
Vervolging, Uitgeverij Contact, 512 p.

Geen opmerkingen: