Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

zaterdag 29 oktober 2011

Identiteitswissel



U breekt zich misschien nog altijd het hoofd over de roman van 19 september.
Dat boek met die zin die op het eerste gezicht gratuit lijkt?
Van een Nobelprijswinnaar, herinnert u het zich nu?
Neen, niet Gabriel García Márquez.
Het verhaal speelt zich af in Istanbul. Het begint als een speurdersroman. Galip, een jonge advocaat, ontdekt dat zijn vrouw Rüya is verdwenen. Hij probeert haar halfbroer te contacteren, de beroemde columnist Celal Bey. Van de krantenredactie krijgt Galip te horen dat Celal afwezig is. Daar maken ze zich geen zorgen; de columns die Celal al dertig jaar schrijft en waar heel Istanbul reikhalzend naar uitkijkt blijven gewoon doorgaan want hij heeft een reservemap achtergelaten.

Op zoek naar Rüya onderneemt Galip een odyssee door Istanbul. Hoofdstukken over de evolutie van die speurtocht worden afgewisseld met krantencolumns van Celal in de ik-vorm. Een vernuftige constructie, zo zal blijken.
Galip ontdekt dat Celal in het geheim het appartement van zijn kindertijd weer heeft betrokken. Wanneer hij daar binnendringt, is Celal vertrokken, maar al zijn teksten liggen er wel. Galip begint de oude columns uit te pluizen, overtuigd dat de sleutel van Rüya's verdwijning in die teksten verborgen zit.

Stilletjes verandert Galip. Hij laat zijn baan zitten, zijn vertrouwde routine, het appartement waar hij met Rüya woonde. Hij verliest zijn zekerheden. De zoektocht naar Rüya en Celal wordt in feite een zoektocht naar zijn eigen identiteit.
Wanneer hij merkt dat de reservecolumns van Celal uitgeput raken, installeert hij zich aan de werktafel in Celals flat en begint stukken te schrijven die hij uit Celals naam naar de krant stuurt. Hier openbaart zich het vernuft van Pamuks constructie: de ik-verteller verschuift en wordt Galip.

Vindt Galip Rüya en Celal?

Uiteindelijk wel, maar dat is dan niet meer belangrijk. Wat belangrijk is zijn de verhalen gaandeweg.
De columns van Celal/Galip zijn puzzelstukken die samen een prachtig cultuurhistorisch portret vormen van Istanbul en (dat laat zich vermoeden) een verborgen autobiografie van de schrijver - die, jawel, nu weet u het wel, niemand minder is dan Orhan Pamuk.

Geniaal, Het zwarte boek.

Het zwarte boek, Arbeiderspers, 566 p.

Geen opmerkingen: