Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 5 maart 2015

Met ingehouden adem

Op 16 februari verkozen de Nederlandse boekhandelaren Birk van Jaap Robben tot hun favoriete titel van 2014. Robben neemt ons mee naar een van de wereld afgesneden eiland en zuigt ons een verstikkende moeder-zoon relatie in.

De gloednieuwe Boekhandelsprijs is de eerste bekroning die Jaap Robben (°1984) met zijn romandebuut Birk in de wacht sleept. Het succes komt niet als een donderslag bij heldere hemel. Toen Birk vorige zomer verscheen, regende het lovende recensies. In de literaire wereld had Robben eerder al strepen verdiend. Naast een dichtbundel had hij met tekenaar Benjamin Leroy een paar jeugdboeken geschreven die de shortlist van de Gouden Uil hadden gehaald.
Birk speelt zich af op een mini-eiland in de woeste wateren tussen Noorwegen en Schotland en begint met een mysterieuze verdwijning. De jonge verteller, Mikael, is met zijn vader Birk naar het strand geweest, maar wat is daar gebeurd? De jongen ontwijkt de vragen van zijn moeder en verdringt de beelden die hem overspoelen. De kustwacht wordt ingeschakeld, maar de vader blijkt spoorloos. 
Moeder en zoon zijn ontredderd. Robben laat zien hoe de jongen de puberteit ingaat en hoe de ouder-kindrelatie ontspoort.

Ziekelijk jaloers

Moeder en zoon leven in een huis clos. Vrienden heeft Mikael niet, kinderen kent hij niet. De enige andere eilandbewoner is Karl, een vrijgezelle visser die nu en dan aanklopt om zijn haar door Mikaels mooie moeder te laten knippen. De verdwijning raakt zijn koude kleren niet. Integendeel, het opent mogelijkheden.
Mikael wordt een tiener en raakt volledig geïsoleerd. Met het afstandsonderwijs dat zijn vader hem liet volgen is hij zonder dat zijn moeder het weet gestopt. Soms helpt hij Karl de visvangst sorteren, maar meestal is hij aan zijn lot overgelaten. Toeristenboten blijven bij het eiland uit de buurt. “Als je nog verder vaart, val je van de wereld af”, zegt de zoon van de boodschappenman die om de twee weken bevoorrading brengt. Behalve meeuwen, krabben, vissen en insecten zien de eilandbewoners geen ziel.
Naarmate het verhaal vordert, wordt de sfeer beklemmender. Robbens personages zijn geen praters, en veel actie en dialoog komen niet aan het verhaal te pas, maar wat gebeurt krijgt een bijzondere lading. Met ingehouden adem lees je verder.
Robben laat de verstilde eilandsfeer in de huiskamer oprijzen en zet de benauwenis van zijn personage op je over
Mikael wordt heen en weer geslingerd tussen tegenstrijdige gevoelens, die verhevigd worden door zijn ontluikende seksualiteit en de verwachtingen die zijn moeder van hem schijnt te hebben. Hij houdt van haar en wil haar niet kwetsen, maar tegelijkertijd maakt ze hem bang. Ze reageert onvoorspelbaar en legt een ziekelijke jaloezie aan de dag. Als Mikael onhandig een gesprek aanknoopt met de zoon van de boodschappenman, is ze achteraf razend. Zelfs een meeuwenjong temmen kan niet door de beugel. ‘Je hebt mij om van te houden’, zegt ze.
Robben laat de verstilde eilandsfeer in de huiskamer oprijzen en zet de benauwenis van zijn personage op je over. Zijn dichterlijk talent klinkt door in de geraffineerde beeldspraak, die hij vaak ontleent aan de zee. Voor enkele uren tilt hij je uit je leven en voert je mee, zonder dat je ontsnappingsmogelijkheid krijgt, net zoals de verraderlijke stromingen rond het eiland kunnen doen als een moedige vader een ongehoorzaam kind probeert te redden.
Een veelbelovend romancier is opgestaan.

Birk, Jaap Robben. De Geus, 256 p., 19,95 €.
Deze recensie verscheen op 25 februari in De Morgen.

Geen opmerkingen: